Zomergasten 1

Gisteren zelfs geen zomergast. Maar de Franse tekst was zo mooi, die kon wel twee dagen.

Vandaag nog een keertje meezingen.

l'Amour

Sommige dingen moeten zo nu en dan herhaald worden om ze aan de vergetelheid te ontworstelen. De tekst van de titelsong van de film l'Adolescente bijvoorbeeld.
Jeanne Moreau en Yves Duteil zongen om beurten een coupletje. Jeanne was het mooist, maar Yves zong het mooist.

Zonder muziek is het een mooi gedicht.

Dis, où est l'amour
Le grand amour
Que j'attendais ?
Est-il, dans une ville
Ou dans une île
Qu'on a perdu ?

Il est dans le berceau des destins
A la croisée des chemins
Sous les rameaux de jasmins
Dans la chaleur de l'été
Caché dans le creux des mains
Tout près de la vérité

Dis, c'est quoi l'amour
Le grand amour
Que j'attendais ?
Est-il un oiseau fou
Un chien, un loup
Qui s'est perdu ?

Il est un voyageur étranger
Un solitaire messager
Qui vient pour tout déranger
Dans la chaleur de l'été
Il est la peur du berger
Qui garde la vérité

Dis, qui est l'amour
Le grand amour
Que j'attendais ?
Est-il fort comme le vent
Longue comme le temps
Le temps perdu ?

Il est, comme le trajet de la fronde
Comme la course du monde
La mélodie de la ronde
Dans la chaleur de l'été
Comme les fleurs qui abondent
Tout près de la vérité

Oui, c'est toi l'amour
Le grand amour
Que j'attendais
Tu es l'ange, le fou,
L'oiseau, le loup
Jamais perdu

Stukje minder

Ik ben de komende dagen hard aan het werk. Niets nieuws onder de zon. Maar ik maak gebruik van de vakantieperiode om zo nu en dan een dag over te slaan, wat schrijven betreft.

Om de verslaafden aan dit weblog niet helemaal in de steek te laten, zal ik iedere dag een verwijzing plaatsen naar een oud stukje dat ik zelf wel de moeite waard vind om nog eens te lezen en misschien over na te denken.

Fijne vakantie, ook voor jullie.

Je bent een prachtige eikel

Moedermail

Het was zaterdagochtend, kwart over acht. De telefoon ging. Ik was al wakker en ging even na wie het zou zijn. Al snel kwam ik tot de conclusie dat het één van de vrouwen moest zijn waar ik een bijzondere relatie mee heb en inderdaad: het was mijn moeder.

Mijn moeder is 72 jaar en bescheiden van aard, dus er moest een klein rampje gebeurd zijn om mij op dat tijdstip te bellen. En ja, ze meldde dat de telefoon het niet deed. Nu is dat een vreemde mededeling om iemand telefonisch te doen, maar ik begreep dat ze het had over de internet telefoonlijn die ze sinds een paar maanden heeft, op mijn aandringen. Gelukkig heeft ze ook een mobiel.

De moderne communicatietechnieken zijn een zegen voor oudere alleenstaande mensen. Telefoneren kost bijna niets meer, wat prettig is als je alleen een AOW uitkering hebt, en internet opent de wereld voor je. Dat waren mijn overwegingen om haar aan te raden KPN de deur uit te doen en een tweedehands notebook te kopen, samen met zo'n voordelig internet plus bellen abonnement. Alleen die techniek, hè. Er komen opeens allemaal extra apparaten het huis in, die allemaal met elkaar moeten samenwerken om het moois tot stand te brengen. Het heeft het leven van mijn moeder in ieder geval verrijkt met dingen als "het modem resetten", waar ze inmiddels haar hand niet meer voor omdraait.

Natuurlijk zijn we er samen uit gekomen. Zij in Rotterdam, ik als helpdesk in Utrecht. De hele boel losgekoppeld, getest en weer aan elkaar geconfigureerd. En toen deed-ie het weer. Zodat we weer mailtjes kunnen uitwisselen en ze haar digitale foto's kan bestellen bij 's lands grootste drogist. En me de volgende aflevering van haar dagboek kan sturen. Dat is ze aan het overtypen en krijg ik in stukjes doorgemaild. Daar zit weblogmateriaal bij, volgens mij.
Hier alvast een voorpublicatie:

Stil verdriet

Daar zit hij, z'n hoofd rust in z'n handen.
Een trieste blik vooruit, uit ogen die nog branden
van tranen, die hij steeds heeft drooggewreven.
De dag is nu voorbij, hoe kan hij die weergeven?
Als zwart, als leeg, als kil en koud,
het is de dood waar hij om rouwt.

------------

3 Juli 1993 en ik zal je vertellen:
De volle maan zal me vanacht vergezellen!
M'n dromen zijn ze grijs of wit,
het geeft niet als ik maar lekker pit!!!!

Oewoi

Ik fietste langs de flat van een vriendin. Ze woont drie hoog en haar balkondeur stond open, zag ik. En voor ik het wist riep ik: "Oewoi".

Begrijpen doe ik het niet. Oewoi is een soort jodelgeluid. Het werd vroeger gebruikt om elkaars aandacht te trekken over grote afstanden. Vroeger is in dit geval niet de verre Middeleeuwen, maar mijn jeugdjaren. Misschien was het zelfs wel een geografisch beperkt verschijnsel, want ik heb het nooit meer gehoord nadat ik uit Dordrecht ben vertrokken.

Oewoi was voor mij een zegen. Ik kon namelijk niet snerpend op mijn vingers fluiten en dat droeg niet bij tot mijn status. Op je vingers fluiten was één van de stoere dingen die jongens konden en daarmee oogstte je bewondering van je vrienden en bovendien aandacht van meisjes. En je kon elkaar roepen om naar buiten te komen om te voetballen, zonder dat je hoefde aan te bellen en ouders een hand geven enzo. Een mobieltje avant la lettre.

Je kon ook oewoien. Dat was niet statusverhogend, maar wel geaccepteerd en praktisch. Je ging voor iemands deur op de stoep staan en na een paar oewoien kwam de gezochte persoon vanzelf naar buiten. Een gehoorde oewoi kon ook niet genegeerd worden: je moest gaan kijken wie dat was, hoe leuk Toppop ook was op dat moment (wat het overigens zelden was, met al die huppelende disconegers en -negerinnen, ingeklemd tussen vader Abraham en de Zangeres zonder Naam)

Waarom die oewoi naar buiten kwam, een paar dagen geleden is mij een raadsel. Decennia heb ik er niet aan gedacht en nu kwam hij opeens spontaan boven. Wellicht een teken dat de seniliteit langzaam begint in te zetten, beginnend met het verversen van oude herinneringen.
Wat ik me overigens ook herinner is hoe ik mijn gehele jeugd zonder gordel op de achterbank van de auto werd vervoerd, met voorin twee rokende ouders. Een behandeling die tegenwoordig nog geen hond waardig is. Minder dan een hondenleven, maar geen tuig op de achterbank.

Als u me ziet fietsen, één dezer dagen, doe dan even een oewoi. Dan gaan we misschien wel samen voetballen in het park.

Fame

Het is 2 juli 2007. Merel Roze schrijft een stukje op haar weblog over treinen en er reageren 53 mensen.
En dan is stukje nog een Groot Woord voor één regel.

We gaan een stukje terug in de tijd...

Het was 22 januari 2007. B& schreef een stukje op zijn weblog over treinen en er reageert 1 (weliswaar stoer) mens.

Wat doe ik verkeerd?

(Dit stukje is niet geschreven om u te verleiden tot reacties of om zielig te zijn. Ik vraag het me echt gewoon af. Moet ik een vrouw zijn of een boek schrijven of had ik gewoon al 6 jaar eerder begonnen moeten zijn? Of heeft Merel meer talent en/of vrienden.)

Ridder

Er was eens in vervlogen tijden
een ridder, moedig als geen twijde.
Hij was zo krachtig als de beul
en woonde in een groot kasteul
met tachtig strijders, hele ruwe
en zocht een vrouw om mee te truwen.

Hij was verzot op steektoernooien.
Van 's morgens vroeg, bij't hanekrooien
tot 's avonds laat trok hij ten strijde.
Het land had hij aan pais en vrijde.

Nu hoorde men dat in die dagen
veel ridders naar de bergen tagen
omdat daar, volgens de berichten,
een maagd in ene kerker zichtte
die daar bewaakt werd door een draak.
De ridder riep: "Dan ga ik aak!
Wilt goed op mijn kasteel hier passen,
want ik ga deze maagd verlassen."

En bij het krieken van de morgen
trok onze ridder naar de borgen.
Plotsling daar stond hij voor de draak,
maar dat bracht hem niet van de kaak.
Hij trok zijn zwaard, wou't ondier doden,
maar kreeg plots last van medeloden.

De draak was hierdoor zeer ontroerd
nam met verstikte stem het woerd
en sprak met tranen in zijn baard:
"Doe maar een wens, hij wordt verhaard".
De ridder sprak hierop verheugd:
"Ik wens de vrijheid van de meugd
die gij hier opgesloten houdt".
De draak zei: "Yo, maar luister goud.
Maak eerst een vers op jullie samen."

Hij kreeg haar nooit.
Hij kon niet ramen.

Rendez vous

Eens in de paar weken parkeert ze haar auto recht tegenover mijn huis. Het is een zeegroene sportauto. Soms staat zijn auto er al, soms ook niet. Maar als hij er is, verraadt hij zich doordat hij z'n voet op de rem houdt, waardoor de remlichten blijven branden. Anders was het me waarschijnlijk nooit opgevallen.

Ze blijven altijd even naast elkaar zitten, elk in de eigen auto. Dan stapt ze uit. Verzorgd uiterlijk, Zuid-Europees of Noord-Afrikaans, een jaar of dertig. De deur aan de passagierskant van zijn auto is vlakbij, want ze parkeert altijd rechts van hem. En hij links van haar, als hij later is. En zo is ze weer verdwenen.

Wat er gebeurt als ze is ingestapt wordt door de hoofdsteunen aan het gezicht onttrokken, maar ze blijven altijd nog even staan zo, samen in één auto. Het gebeurt wel dat ze heel lang blijven staan en soms stapt ze weleens weer uit om dan aan de achterkant van de auto een mobiel gesprek af te ronden.

Na een tijdje gaan de remlichten uit. Hij heeft al die tijd z'n voet er op gehouden, maar nu gaan de remmen los. Ze rijden weg, altijd in zijn auto, haar sportieve model achterlatend tegenover mijn huis.

Na een uurtje of twee zijn ze weer terug. Ze blijven dan nooit lang zitten, maar ze verhuist snel weer terug naar haar eigen auto en vaak rijden ze dan allebei tegelijk achteruit de parkeervakken uit, zodat er een ongemakkelijke situatie ontstaat. Ze kunnen niet allebei tegelijk wegdraaien, want dan raken ze elkaar aan. En dat stadium hebben ze waarschijnlijk al gehad.

Hij krijgt altijd voorrang. Als hij wegrijdt vang ik een glimp van hem op. Verzorgd uiterlijk, Zuid-Europees of Noord-Afrikaans, een jaar of dertig.

Onmogelijke of betaalde liefde?

Het D-woord

Ook ik ontkom er niet aan. Meewaaien, bedoel ik. Niet alleen heb ik een stukje geschreven over de erfgename van de dure hotels, ik ga nu ook iets schrijven over doping.

Kranten, radio en TV staan op hun kop. Er is een Duitser betrapt op dopinggebruik. De beste man had op 8 juni een te hoog testosterongehalte en dat mag niet. Nu is het zijn tragisch lot om voor een Duitse ploeg te rijden en bovendien was de Tour de France bezig. Daar was hij overigens al uit vertrokken, want hij was na een etappe tegen een toeschouwer aangereden en lag nu in het ziekenhuis. De toeschouwer ook, overigens. Vrouwe Fortuna lachte hem eerder uit dan toe, dezer dagen.

Was deze man een Spanjaard geweest, dan was er niets aan de hand. In Duitsland wordt namelijk verwoed gecontroleerd op doping om de wielersport schoon te maken. In Spanje niet. De grap is nu dat allerlei Duitse wielrenners betrapt en geschandpaald worden, terwijl de Spanjaarden (en Fransen en Nederlanders en Colombianen en...) vrolijk gedrogeerd rond blijven rijden. Scheisse passiert.

Laten we nu eens naar de afweging van een gemiddelde Tourrenner kijken. Doping nemen of niet?
Ja, want je lichaam herstelt beter en je komt tot betere prestaties. En dat is nodig, want je wordt geacht drie weken lang 200 km per dag door Frankrijk heen te jassen, door barre regens, in de hitte, over bergtoppen en in je eentje tegen de klok. Heeft u weleens 100 km gefietst op een dag? Ik wel en het idee daar nog 100 aan te plakken stond mij niet aan.
Nee, geen doping nemen, want je kunt gepakt worden. En iedere renner in de Tour heeft een wurgcontract moeten tekenen waarin verschrikkelijke sancties staan bij betrapping. Wat dacht u bijvoorbeeld van een boete van 500.000 euro. Ik heb me niet vergist in de nullen, het staat er echt. Bovendien mag je je beroep niet meer uitoefenen. In het dagelijkse leven moet je toch heel wat uithalen voor je zo'n straf krijgt. Een patiënt dood laten gaan is niet voldoende.

Die straf wordt opgelegd door dezelfde organisatie die de renners Frankrijk door jaagt, want spektakel moet er zijn, anders kijken wij niet en betalen de sponsoren niet. De organisatie die onmogelijke dingen vraagt van mensen, legt straf op als ze daarbij hulpmiddelen gebruiken die die onmogelijke dingen realiseerbaar maken.

En wij, publiek, smullen van de dramatiek en kopen netjes de spullen van de sponsoren.

Begrijpt u nu waarom ik stukjes schrijf, terwijl ik fietsen zo leuk vind?

Jaren




Hier zit ik nu al jaren tegenaan te kijken.


Net als tegen mijn dochter, die vandaag 16 is geworden. Jippie! Het is mijn allerliefste puberdochter, ook al hebben we regelmatig ruzietjes. En ze is nog vrij.

Dus, kandidaten meldt u! Je ziet op dit weblog wat een enorm leuke schoonvader je erbij krijgt. En ze leert echt wel een keer spontaan haar kamer opruimen, maak je geen zorgen.

Ze kan ook goed tegen plagen, wat handig is met zo'n vader.

En om mijn blijdschap te tonen geef ik jullie, mijn trouwe lezers, een primeur.

The two men appeared out of nowhere, a few yards apart in the narrow, moonlit lane. For a second they stood quite still, wands directed at each other's chests; then, recognising each other they stowed their wands beneath their cloaks and started walking briskly in the same direction.
"News?", asked the taller of the two.
"The best", replied Severus Snape.


Met deze woorden begint het laatste boek over Harry Potter, dat a.s. zaterdag pas in de winkel ligt.
Onder deze link zit een foto van de laatste twee bladzijden van dat boek. Lees deze bladzijden en je weet alles. Maar vraag je eerst af of je dat wel echt wilt.....Klik

Markt

Onvermijdelijk komen er met de Wii naast sportieve beweegspelletjes ook de ethisch wat mindere soorten op de markt. Horror en slash heeft zich al gemeld en ik vraag me af hoe lang het duurt voor de "adult-industry" deze markt heeft ontdekt. Laten we hopen dat het lang duurt, hoewel de vorm van de afstandbediening het ergste doet vermoeden.

In huize B& is het allemaal nog onschuldig vermaak. Wel is Zelda aangeschaft, waarin je moet paardrijden, zwaardvechten en boogschieten met behulp van de Wiimote (afstandsbediening) en zijn hulpje de Nunchuk. Allemaal erg leuk en het doel is uiteraard om de prinses te bevrijden. Je bent zelf een mannelijke elf.

Nu ben ik bijna het prototype van een mannelijke elf, dus dat stoort mij niet. En ik mag ook graag prinsessen bevrijden. Maar als mijn dochter gaat Zelda'en wordt ze ook een mannelijke elf die een prinses moet bevrijden. Niet bepaald een moderne aanpak van de genderproblematiek. Natuurlijk is het zo dat er meer mannetjes zijn die spelletjes spelen, maar om nu meteen alle speelgrage vrouwen in een mannenrol te duwen...

Niet dat mijn dochter er moeite mee heeft, overigens. Waarschijnlijk is dit hele onderwerp alleen boeiend voor mensen van mijn generatie. En daarbij, als de vrouwen wat meer zouden spelen en vervolgens deze fabrikant boycotten, dan zouden ze wel luisteren. Dan zou de vrije markt spreken en daar luistert iedereen naar.

De maker van het Zelda spel luistert in ieder geval goed naar de spelregels van de vrije markt. Zoals in elk spel zijn er helden en levende wezens van diverse lagere soorten. Deze wezens mogen zonder meer worden opgeofferd voor het bereiken van het hogere doel, te weten de prinses (uiteraard van een buitenaardse schoonheid en hulpeloosheid).
Eén scene speelt zich af in een trollendorp, waar de held de gehele populatie uitmoordt om vervolgens in het plaatselijk trollenwinkeltje spullen te kopen! Echt: iedereen dood, maar hij laat keurig geld achter in ruil voor de spulletjes.

Moraal van dit verhaal: leven is er in soorten en lagere levensvormen mag je dood maken. Iets minder lage levensvormen moeten vooral gered worden, maar bovenal:

Handel is Heilig.

Het schijnt dat kinderen heel goed onderscheid kunnen maken tussen de wereld van spelletjes en de echte wereld.

Zwaar weer


Zo!

Als afsluiting van een aantal dagen zware kost en ernstige zaken:
zwaar weer op komst.

Kinderen

Sommige teksten zijn kaalgesleten, uitgekauwde open deuren. Tot een nieuwe generatie mensen is opgegroeid en de teksten weer opnieuw ontdekt.

Bij deze, om die ontdekking wat te versnellen en voor wie het al kende maar weer vergeten was. Voor ouders van baby's, pubers en bejaarden en alles wat daar tussen zit.

Kahlil Gibran schreef het als eerste op.

Je kinderen zijn je kinderen niet.
Ze zijn de zonen en dochters van het verlangen van het leven naar zichzelf.
Ze komen via jou, maar zijn niet van jou.
En alhoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.
Je mag hun je liefde schenken, maar niet je gedachten,
want ze hebben hun eigen gedachten.
Je mag hun lichamen een huis geven, maar niet hun zielen,
want hun zielen vertoeven in het huis van morgen, dat je niet kunt bezoeken, zelfs niet in je dromen.
Je kunt proberen als hen te zijn, maar maak ze niet gelijk aan jou,
want het leven gaat niet terug noch draalt het bij gisteren.

Steen

Muren heb ik ook
maar niet zo hoog als jij.
Meters, met prikkeldraad
en gewapend verzet
tegen minnaars
vrienden
mij?

Mijn lege handen op mijn hoofd
breken geen stenen
en je deur trap ik niet in.
Maar als je ooit naar buiten komt
sta ik gewapend met mijn mooiste lach
en de herinnering aan die ene avond
waarop je vrolijk was
om iets.

Er ligt een mooie zwarte steen
te glanzen op je hart.

Onmogelijk
om te houden van jou,
als ik al niet verloren was.

Vrij?

Ik heb lang nagedacht over determinisme. Determinisme betoogt dat alles in de natuur gebeurt in een keten van oorzaak en gevolg. Ik voel daar wel voor, want het is helder en zonder onverklaarbare hocus-pocus.

Determinisme heeft nogal heftige consequenties. Eén daarvan is dat de vrije wil niet meer bestaat. Als alles wat ik doe en denk het gevolg is van processen die daaraan vooraf gaan, dan kan ik dus niet anders dan doen wat ik doe, ook al heb ik zelf het idee dat ik een keuze maak. Zoals het orakel in de film "The Matrix" verwoordde: "Het besluit is al genomen, je kent het alleen zelf nog niet".
Het is opmerkelijk hoe makkelijk kinderen volledig determinisme accepteren. Het ego van volwassenen zit te veel in de weg, denk ik.

Het ontbreken van een vrije wil betekent echter ook dat we niet aanspreekbaar zouden zijn op onze daden. En in zekere zin is dat ook zo.

Neem het schrijnende verhaal van Diana, die het slachtoffer is geworden van een verkrachting. Diana kwam uit Libanon en een cultuur waarin de vrouwelijke maagdelijkheid als heilig wordt beschouwd. Na de verkrachting was Diana's toekomstperspectief totaal verloren, waardoor ze een makkelijk slachtoffer was voor een loverboy. Deze "lieve" man zorgde er voor dat Diana in de prostitutie terecht kwam door haar op een gruwelijke wijze te mishandelen en te dreigen met geweld tegen haar en haar familie .
Diana heeft hem aangegeven, in een vlaag van dapperheid. Maar tijdens de rechtszitting trok ze haar verklaring weer in. Ze bleek ook weer in de prostitutie te werken en de loverboy weer regelmatig te zien.

Ziehier drie mensen. Diana, de loverboy en B&. Diana is bang voor de loverboy maar houdt ook nog van hem. Ze is soms dapper, soms niet meer en lijkt mee te werken aan haar eigen ondergang. De loverboy heeft zo weinig last van zijn geweten of een zodanige opvatting over de ellende je andere mensen mag aandoen voor je eigen gewin, dat hij rustig doorgaat met zijn praktijken.
B& krijgt een hol gevoel in z'n maag als hij dit leest, wil het meisje redden en wraak nemen op de jongen.

Kiezen we voor deze rollen? Als ik die jongen z'n nek omdraai omdat hij dergelijke dingen doet met dat meisje, is dat dan een betere keuze dan als hij haar doodslaat omdat ze niet achter het raam gaat zitten voor hem? Is Diana's keuze om toch bij die jongen te blijven een betere keuze van haar vrije wil dan om bij hem weg te gaan en toch tegen hem te getuigen?
En dan bedoel ik een betere keuze vanuit het perspectief van onze eigen gedachten en drijfveren.

Ik denk het niet, want geen van allen kiezen we echt. We doen wat ons brein oplevert, aan de hand van de impulsen die tot ons zijn gekomen en die ieder moment, wakend en slapend, nog tot ons komen via onze zintuigen. En met brein bedoel ik dan niet alleen ratio, ook emoties en instincten.

Betekent dit nu dat het allemaal niks meer uitmaakt? Dat we er maar op los moeten leven? Nee, natuurlijk niet. Ten eerste kun je niet anders leven dan je doet (vanuit het determinisme gezien), dus als je er op los leeft dan doe je dat en anders niet. Ten tweede leven we met elkaar in een maatschappij. Die maatschappij is als een grote machinerie die er voor zorgt dat zo veel mogelijk mensen een redelijk gelukkig leven hebben. Dat is een sterk vereenvoudigde voorstelling, realiseer ik me.
Wij zijn allemaal kleine onderdeeltjes in die maatschappij, die allemaal ons (deterministische) taakje uitvoeren, zonder dat we daar een keuze in hebben. Maar als, om welke reden dan ook, onze taak niet productief is voor de maatschappij in z'n geheel, dan worden we uit de machine gehaald en opzij gezet. Niet omdat we schuldig zijn, want we hebben immers geen vrije wil en zijn dus niet verantwoordelijk. Maar wel omdat we een "kapot onderdeel" zijn. Shit happens.

Het is een raar wereldbeeld dat ik niet graag op de voorpagina van de wakkere krant van Nederland zou zien. Als je er ongenuanceerd naar kijkt, zou het tot rare conclusies kunnen leiden.
En de grote vraag blijft natuurlijk: waarom heb ik doorlopend de illusie dat ik wel een keuze heb? Sterker nog: waarom voelt mijn leven soms als een grote stroom keuzemomenten (Schrijf ik nog een stukje verder of stop ik hier? Neem ik nu koffie of straks?).

Daarover misschien later meer. Gelukkig wéét ik niet alles, ook al is het leven deterministisch.

Bier en knechten

Vroeger, ach vroeger. Het is vandaag ( vrijdag 13 juli) veertig jaar geleden dat Tommy Simpson van z'n fiets viel, er weer op gezet werd en nog een keer viel, om nooit meer op te staan.

Het was op de flanken van de Mont Ventoux en het was heet. De Tour de France was toen anders dan nu. Je had heren en knechten, net als nu. De knechten zorgen voor het eten en drinken, dat was toen zo en dat is nu zo. Nu pakken de knechten het drinken aan uit de auto van de ploegleider en rijden dan naar hun makkertjes om het uit te delen.

In 1967 stopten knechten bij een café, legden 30 franc op de toonbank en kochten limonade (waarschijnlijk felroze of groene Exota in kogelflesjes) of bier. Dat stopten ze in hun trui. Ooit zijn er twee knechten een half uurtje ingesloten geweest in de koelcel van een café, toen ze koud bier aan het halen waren.
En daarna fietsten ze weer verder. De langste etappes waren rond de 350 km, de gemiddelde rond de 200 km.

Tommy Simpson had een slechte dag, die 13e juli. Hij was geen knecht, maar stopte onderweg bij een café voor een glaasje pastis en een glaasje cognac. Weer op de fiets gezeten dronk hij nog anderhalf biertje. Hitte en uitputting waren officieel de doodsoorzaak. Alcohol en amfetaminen hebben een handje geholpen. Begeleidend artsen en verzorgers waren nog niet zo kritisch in die tijd.

Jan Kal heeft een prachtig sonnet geschreven over de Mont Ventoux. Ik mag het hier vast wel overschrijven van hem.

Mont Ventoux door Jan Kal

Dichten is fietsen op de Mont Ventoux,
waar Tommy Simpson toen is overleden.
Onder zo tragische omstandigheden
werd hier de wereldkampioen doodmoe.

Op deze col zijn velen losgereden,
eerste categorie, sindsdien taboe.
Het ruikt naar dennengeur, Sunsilk Shampoo,
die je wel nodig hebt, eenmaal beneden.

Alles is onuitsprekelijk vermoeiend;
de Mont Ventoux opfietsen wel heel erg,
waarvoor ook geldt: bezint eer gij begint.

Toch haal ik, ook al is de hitte schroeiend,
de top van deze kaalgeslagen berg:
ijdelheid en het najagen van wind.

Stoornis

Ik heb geen last van erectiestoornissen. Ik hoop dat dat altijd zo zal blijven, maar mocht het ooit mis gaan, dan weet ik dat de dokter mij kan helpen.

Hoe ik dat weet? Omdat nu al dagen een dame met een licht hese Katja Schuurman stem mij via de radio uitlegt dat soms een romantisch sfeertje niet voldoende is om een probleem op te lossen. Ze zegt dat zo hijgerig dat er waarschijnlijk op dat moment spontaan problemen ontstaan bij de mannen zónder erectiestoornissen. Maar daar hebben we dan weer andere oplossingen voor.

Bij mij wekt dit gedoe alleen maar ergernis op. Wat een boel mede-lijden opeens met de gehandicapte man. Zou er geld te verdienen zijn?
Waarom hoor ik geen prettige Meta de Vries stem mensen die slecht lopen aanmoedigen om een rollator te kopen? Of een leuke aanmoedigingsreclame voor verslaafden om eens af te kicken in een plezierige omgeving. Soms is een romantisch sfeertje alleen niet genoeg.

Gelukkig gebeuren er ook nog leuke dingen. Neem nou...de leuke dingen.

Een rendierherder heeft een 10.000 jaar oude mammoetbaby van 6 maanden gevonden. Hoe hard moet je dan kunnen lopen, als je een rendierherder bent. Dan beherder ik liever antilopen.
Maar het belangrijkste is dat hiermee is bewezen dat je zo oud bent als je je zelf voelt, wat Blue Band ook altijd al beweerde. Tienduizend en toch een baby blijven.

Dan valt een puber van 46 best mee.

P.S. Een Roemeen heeft een aanklacht tegen God ingediend wegens oplichting en het niet nakomen van beloften. Dat noem ik nog eens een prettige stoornis.

Schrijven

Sinds ik mijn ziel en zaligheid dagelijks via geschreven boodschappen op internet zet, vragen vooral vrienden mij regelmatig: "Waarom?"

Ik heb dan nooit een pasklaar antwoord. Hoe ik antwoord hangt een beetje af van de situatie en inspiratie. Daarom nu op een overzichtelijk rijtje waarom ik dit doe:

Ik ben begonnen toen ik niet meer avondlijks met mijn allerliefste vriendin belde. Met haar nam ik altijd de dag door of liever: ik vertelde wat me was opgevallen en zij luisterde geduldig. Nu luistert mijn beeldscherm geduldig. Helemaal niet zo leuk, want ik krijg weinig feedback (wie verzint er een goed Nederlands woord voor "feedback") en ik mis haar verhalen.

Mijn twee schatten van puberkinderen luisteren geduldig als ik ze weer eens onderhoud over de geheimen van het leven. Maar ik zie (en weet van mezelf van vroeger) dat het maar matig boeit. Dus schrijf ik het op. Leuk voor later als ze dertig plus zijn en willen weten wat voor man hun vader nu eigenlijk was.

Ik had altijd een enorme hekel aan schrijven. Als iets in mijn hoofd zit dan is het wat mij betreft klaar. Opschrijven is dan een moeizaam proces van vertalen van concepten naar woorden en die dan ook nog intypen met mijn tweeëneenhalve vinger methode.
Dus ik wilde wel eens weten of ik dit een tijdje kon volhouden. Dat is wel gelukt, al is het soms lastig om de vaart er in te houden. Ik heb de muzen leren kennen en de writer's block en de eersten zijn prettiger gezelschap.

Er dwalen duizenden ideeën door mijn hoofd. Soms vind ik ze wel goed, maar blijken ze de toets der kritiek niet te kunnen doorstaan als ik ze aan een ander voorleg. U, lieve lezer, bent die ander, in dit geval. Maar u reageert zo weinig, dat ik dit doel maar laat varen.
Blijft dat het een aardige toets voor mezelf is. Pas als ik het hier op durf te schrijven, bloot voor het oog van de wereld, weet ik dat ik zelf achter zo'n idee sta.

Ik wil onsterfelijk worden, uiteraard. Door dit geneuzel word ik dat, want Google doet enorm z'n best om al mijn woorden te indexeren en op te slaan. Net als van die 265.178.283 andere bloggers. En dat is nog altijd een stuk minder dan 4 miljard.

Schrijven. Het maakt mijn gedachten toegankelijk voor jullie en dat is reden genoeg.

Bulgaarse wind

Ik heb een klein baantje. Ik ben voor één dag per week boekhouder van een Europees onderzoeksproject. Maar liefst 12 partners doen hun best om taal- en spraaktechnologie in te zetten voor onderwijsdoeleinden.

Het is een Europees project, met al z'n subsidie eigenaardigheden. Aangezien wij (Universiteit Utrecht) projectleider zijn, krijgen wij de subsidie overgemaakt voor alle partners. Een fors bedrag.
Een aantal van de partners komt uit Oost-Europa. En daar was het geld op. Met name in Bulgarije was de kas al enige weken leeg. Wij zaten met smart te wachten op geld uit Luxemburg, onze subsidiebron en daar verklaarde men het geld al enige dagen geleden overgemaakt te hebben. Kennelijk is het ingewikkeld voor banken om snel geld van de ene naar de andere rekening over te schrijven.

Bij hoge uitzondering was de financiële afdeling bij ons bereid mij een mailtje te sturen zodra bleek dat het geld binnen was. Ik kon dan papieren laten ondertekenen door een grote meneer, waarmee toestemming gegeven werd om het geld over te maken naar onder andere Bulgarije.

En hoera! Op woensdag kwam het bericht: het geld was in Utrecht. Meteen de waarschuwing dat het moeilijk was om het geld snel in Bulgarije te krijgen, want dinsdag was buitenlandse betaaldag en ja, als er eerst een handtekening op moest, dat kon wel even duren en het was dinsdag voor je het wist en er waren ook vast mensen met ADV of vakantie.

Donderdags heb ik besloten dat een ouderwetse communicatietechniek van stal gehaald moest worden: De fiets. Ik ben met de betaalopdracht onder mijn arm naar de grote meneer gefietst. Die was helaas de hele dag afwezig, maar zijn secretaresses zouden voor mij bemiddelen, de volgende dag. En inderdaad, de volgende dag (vrijdag) was de opdracht getekend. Ik vroeg of de opdracht naar de financiële afdeling doorgestuurd kon worden (twee straten verderop). Dat kon wel, maar dan zou hij pas maandag daar aankomen, want de interne post en hij moest dan nog door naar het betaalcentrum in de Uithof.

Ik zag de bui hangen, besteeg mijn gouden ros en ben als echte fietskoerier (die met een racefiets door de stad scheuren) het document op gaan halen, om het twee straten verder bij de financiële afdeling af te leveren. Daar werd ik bedankt voor de moeite, maar de betaling zou het niet halen. De interne post was al weg en de opdracht moest naar de Uithof en daar zou hij dan pas maandag komen en dat was te laat om dinsdag verstuurd te worden. "Grrrrmmmmblff", deed ik van binnen. Ik pakte mijn fiets en reed voor de donkere regenwolken uit de Uithof tegemoet. In schamel T-shirt, zonder jas of tas, want ik dacht alleen die twee straten te moeten overbruggen.

Donkerder en donkerder werd de lucht. Harder en harder fietste ik, maar ik zou het niet gaan halen. De opdracht zou doorwéken en ik kon weer van voor af aan beginnen. Maar toen kwam de wind, uit Bulgarije. Hij stak opeens op en blies de donkere regenwolken terug naar het westen. Opdracht droog binnen, ik droog (en met windje mee) weer naar huis. Missie volbracht, de Bulgaren zouden hun geld krijgen.

De woensdag daarna kreeg ik een mailtje. De transactie van dinsdag was niet doorgegaan, want iemand had een code verkeerd ingevoerd en het kon niet meer hersteld worden. De betalingen zouden volgende week verstuurd worden.

Soms dreigt een mens erg cynisch te worden.

Zomerzin

Deze zomer is raar. Ik heb voor het eerst sinds ik mij kan herinneren geen plannen om op vakantie te gaan. Mijn kinderen hadden ook geen duidelijke wensen en gaan bovendien al zonder mij naar Zwitserland. Dus we hebben besloten "dagjes" te gaan doen. Yuck! Dagjes.

"Dagjes doen" associeert bij mij niet erg positief. Het roept een beeld op van de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw, met vaders met opgerolde broekspijpen en een hemd (interlock heette dat toen nog. Waarom weet niemand) ergens aan een waterkant. Met zo'n verloren blik in de ogen, waaruit je kunt opmaken dat ze geen idee hebben wat ze daar doen.
Klapstoeltjes, bermtoerisme en lang in de rij bij de Efteling, dat brengt "Dagjes doen" bij mij boven. Maar ja, ik moet hard werken deze zomer. Geld verdienen om tot juli 2008 te kunnen studeren. Het budget is beperkt. Dus dagjes.

Gelukkig hebben we de dagjes nog niet ingevuld. Een dagje achterstallig onderhoud aan de tuin wegwerken met z'n drieën lijkt me wel wat. En een dagje Wiiën. Een dagje workshop bandenplakken, zodat ik dat ook voortaan niet meer hoef te doen. En tenslotte een dagje woonkamer verven.

Misschien dat ik dan ook wel mee wil naar een pretpark. Maar niet druk, duur en ver weg. Het Oog in Al park, daar kun je ook reuze pret hebben, volgens mij. En misselijk worden moet ook geen probleem zijn.

Het wordt een leuke vakantie met veel generatieconflicten, ben ik bang.

Zevenzevenzeven

Vandaag luisteren we naar popidolen die ons gaan vertellen hoe we de wereld moeten redden. Niemand weet of het iets gaat helpen. Ik hoop het, al heb ik mijn twijfels of we niet al veel te laat zijn. En hoe lang de boodschap blijft hangen.

Verder vanavond maar vroeg naar bed. Dat scheelt een boel energie en het brengt mensen dicht bij elkaar.

Nobody knows you

Ik luister nu al weer een tijdje naar het Bommel hoorspel. Het is leuk om iedere dag een kwartiertje voorgelezen te worden met geluidseffecten, maar het boeit toch minder dan in de afgelopen jaren "Het Bureau".

Bommel is leuk, maar te karikaturaal. Marten Toonder heeft zelf aangegeven dat hij in Bommel archetypen gebruikt voor de hoofdfiguren. Tom Poes staat voor de ratio, Ollie B. Bommel voor de emotie enzovoort. Hij heeft ook gepoogd om de figuren minder "plat" te maken, dus meer ontwikkeling in de persoonlijkheid te geven. Dat is natuurlijk een lastige opgaaf: een archetype diepgang geven.

In "Het Bureau" is dat beter gelukt. De personen daar zijn niet archetypisch, maar hebben wel allemaal hun eigen (menselijke) eigenaardigheden en vooral onhebbelijkheden. Je kunt ze sympathiek vinden of juist niet. Bij Bommel is dat lastig. De figuren zijn te veel symbolisch, te weinig menselijk (ook al omdat het dieren zijn).

Maar uiteindelijk is het het gevoel waarmee ik in slaap val, dat bepalend is. En de laatste derig seconden van Het Bureau kunnen bijna niet overtroffen worden. "Nobody knows you when you're down and out" uitgevoerd door de Beau Hunks in een conversatie tussen trompet en klarinet (saxofoon?), melancholiek en hoopgevend tegelijk.

Luister en slaap lekker.

Papegaai

Het was in de dagen dat de zon scheen en het leven goed was. Ik had door Amsterdam gezworven, tussen een zakelijk gesprek en een vriendschappelijk bezoek in. Van een bos in Amsterdam Noord was ik naar Carré gelopen, zo nu en dan een terras bezoekend. En nu was ik, rond etenstijd, beland op het dakterras van vriend Bart.

Ik kreeg een wijntje terwijl Bart beneden iets aan het doen was om zijn kinderschare niet voor galg en rad te laten opgroeien. De daken van een deel van de grachtengordel omringden mij, de lucht was strak blauw en er vloog een vlucht groene papegaaien over. Wat kan het leven toch mooi zijn.

Met een kleine schok realiseerde ik me dat papegaaien niet in een groep van een stuk of tien over Amsterdam horen te vliegen. Die horen in Zuid-Amerika of in Artis, maar niet in de jungle van Amsterdam. Zou ik dan toch dat wijntje niet hebben moeten nemen?

Bart was allerminst verbaasd. Het was inmiddels een bekend verschijnsel en het waren parkieten, geen papegaaien. En het waren er een paar honderd, die 's avonds verzamelden voor de nacht en dat al een paar jaar deden.

Ga nu nog maar eens roepen dat er niets aan de hand is met het klimaat.

Sport

Ooit moesten we hard werken voor ons eten. Achter wilde dieren aan rennen, intussen over allerlei obstakels springen en daarbij gooien met stenen of speren ofzo. Moeilijk en gevaarlijk werk, dat we nogal verleerd zijn. Toch moet het leuk geweest zijn, anders hadden we nu geen sport gehad. Het rennen, springen en jagen vertaalt zich moeiteloos in de atletiek onderdelen.

Het wat minder spectaculaire boerenleven dat daarna kwam, heeft zich niet vertaald in sport, tenzij je trekker-trek of motorcross als typisch boerensporten beschouwd. Dingen als honderd meter ploegen met hindernissen, estafette melken of breedzaaien hebben de Olympische kwalitficatie echter nooit gehaald.

Toen iemand ook nog de namaakprooi uitvond, in de vorm van een bal, werd het helemaal leuk: teamjacht werd de nieuwe mode van de moderne mens. Het hoofddoel is de prooi veroveren, al dan niet op schaatsen, paarden, in het water of met rare kromme stokken in je hand. Vervolgens moet de prooi thuisgebracht worden: in een doel, een korf en netje. Opmerkelijk buiten dit concept valt volleybal, waar het de bedoeling is de prooi in de tuin van de buren te krijgen. Duidelijk een minder primitieve sport.

Wanneer ik mij tegenwoordig vanuit de derde persoon gadesla als ik aan het Wii-sporten ben, besef ik dat een nieuwe tijd is aangebroken. Die van de namaak-namaak-jacht. Ik ren niet echt achter een bal aan, ik doe net alsof. Ik vraag me af wat de volgende stap is. Een computersimulator, waarbij je alleen maar hoeft te denken dat je de bal wegslaat om het ook te laten gebeuren, lijkt me een goeie kandidaat.

Scheelt enorm in de transpiratie.

Blije dingen

Ter compensatie van de droevigheid van de afgelopen dagen.

- Een mooi stukje schrijven voor m'n weblog
- De zon die tussen donkergrijze wolken schijnt
- Feyenoord koopt allemaal goeie spelers
- Met een gerust hart mijn voor het eerst alleen op vakante gaande dochter uitzwaaien
- Wiiën
- Veel werk maar geen haast
- Lekker gaan slapen als mijn ogen prikken
- Patat eten
- Hele mooie bloemen ontdekken in m'n verwilderde tuin
- Even niet studeren
- Mooi zingen met lieve mensen
- Stiekem Shrek 3 downloaden en kijken
- Samen met m'n kinderen lachen

Dertien is een mooi getal.

Machteloos

Gisteravond was het, rond middernacht. Ik was eigenlijk klaar voor m'n bed, maar draalde nog wat op internet. Bij toeval kwam ik terecht op het weblog van A., die een half uur daarvoor een bericht op haar log had gezet. Ze had geen zin meer in het leven en had een cocktail van 66 pillen geslikt.

Er stond geen mailadres van A. op het weblog en bij het scannen van de teksten (iets minder tekst en veel meer vrolijke knipperende en bewegende plaatjes dan hier) bleek dat ze een lastig leven had met vooral de laatste tijd psychische problemen.
Zoiets op je weblog zetten is een schreeuw om aandacht, denk ik. Het speuren naar contactmogelijkheden leverde een paar "webvriendinnen" op, die ik een mailtje heb gestuurd. Geen reactie, het was inmiddels half 1 geworden en niet veel mensen lezen hun mail dan nog.

Via een reactie op haar weblog ben ik met haar in contact gekomen en heb tot 3 uur met haar gemaild. Geen adres of zo gekregen, ze wilde echt dood leek het. Alhoewel ze nog wel bezig was haar weblog mooier te maken. Dat gaf me hoop dat het allemaal wel goed zou komen.

Na 3 uur stilte. Ik heb met mijn slaaphoofd nog tot 4 uur gewacht en ben toen met bezorgdheid gaan slapen.
Gelukkig was er vanochtend een berichtje. De pillen hadden hun doel gemist en A. ging de draad weer oppakken, te beginnen met een verzoek tot opname. Wat een opluchting.

Internet is een raar medium. Anonimiteit is een groot goed, maar in dit soort gevallen zou het toch prettig zijn als je iemand op zou kunnen sporen. Ik heb me zelden zo raar machteloos gevoeld. Heen en weer geslingerd tussen de ernstige consequenties die het zou kunnen hebben als ik verkeerde dingen aan haar zou mailen en het onwerkelijke gevoel dat alles wat ik kon doen was de juiste knopjes op mijn toetsenbord indrukken. Los van emoties omdat ik A. niet ken en het enige contact via tekst en een toetsenbord was. Ik kon haar en haar wanhoop niet zien, alleen de neerslag in tekst daarvan.

Haar mailadres eindigde op "live.nl" Misschien is dat wel bepalend geweest. En nu wil ik weer een paar dagen gewoon lekker zon en zingen, zonder dat de dood in de schaduw aanwezig is.

Afscheid

Eigenlijk had ik al afscheid van Jan genomen voor het officiële afscheid plaatsvond. In uw bijzijn heb ik me verwonderd over hoe het noodlot wild in het rond zwaait en iedereen kan treffen die toevallig in de buurt is. En ik heb beschreven hoe ik me hem herinner, een paar dagen terug.

Maar er is ook nog zoiets als een uitvaart. Vreemd eigenlijk, dat dat met varen geassocieerd wordt. Misschien uit de Griekse oudheid overgebleven met de Styx enzo. Bij de uitvaart waren we met alle mensen die Jan dierbaar zijn of die Jan's dierbaren dierbaar zijn, zoals de familie van z'n vrouw. Er werden films getoond, waarop Jan nog leefde. En er was muziek, van viool, gitaar, koren en een zangeres in haar eentje. Dapper vind ik dat, op een uitvaart.

Het was erg mooi en bracht Jan weer even dichtbij, maar ook het besef dat hij er nu toch echt niet meer was. Dat we naar beelden keken en naar verhalen luisterden. Dat is al erg verdrietig, maar met muziek gebeurt er dan nog iets extra's. Muziek komt via het achterdeurtje binnen, zonder dat het gedachten met zich meebrengt en zet dan opeens de emotiesluizen open. Precies drie tonen van een gitaarcompositie die ik mijn zoon honderd keer had horen spelen, samen met Jan, bereikten dat effect. Wonderlijk.

De toestand op de begraafplaats sterkte mijn overtuiging dat ik toch liever zo snel mogelijk afgevoerd wordt. Voor mij liever geen geschuifel achter een kist en al helemaal niet mijn lekkere lijf achterlaten in zo'n donkere kist in de grond. Gewoon snel de oven in, ik zit er toch niet meer in. En dan graag een mooi plekje in de natuur opzoeken om daar een lekkere picknick te houden en daarmee dat plekje aanwijzen als B& plekje. Voor wie later nog eens tegen me wil praten.
Het mooie van natuurplekjes is ook dat niemand het ziet als ze schandalig verwaarloosd worden, omdat niemand er meer komt. Daar worden ze alleen maar mooier van.