So Hi(gh)!

Vandaag kwam ik er twee tegen. Je kent ze wel, die mensen die lopen te praten zonder dat er iemand in de buurt is. Eén ervan was een vrouw in trainingspak achter een winkelwagentje. Ze was een beetje slonzig en had sluik vettig haar. Ik hoorde haar achter me aan komen rammelen in m'n favoriete discountsuper. Wat is het toch in de spraak van mensen waardoor je weet dat er geen gesprekspartner in de buurt is? In de trein hoor ik het ook meteen, als iemand zit te mobellen. Misschien praten ze net iets te hard of zit het in de intonatie of het ritme van het gesprek.

De vrouw achter het winkelwagentje sprak samenhangend en duidelijk en was aan het overleggen over boodschappen. Maar het was niet helemaal duidelijk of ze dat met haar multipele gespleten persoonlijkheid deed of gewoon met haar levenspartner die op bier zat te wachten. Er waren in ieder geval geen tekenen van electronica aan haar lichaam te zien. Na een tijdje viel ze stil en winkelde doeltreffend verder. Toen ik haar vroeg of ze aan het bellen was, toonde ze me trots haar linkeroor door heur haar opzij te duwen. "Bluetooth", zei ze, "Heb je tenminste je handen vrij".

Onderweg naar huis kwam ik langs een allenige man die een bordje stond te bestuderen waarop stond wat je allemaal niet mocht doen in het park. Hij was er ernstig verontwaardigd over en praatte op hoge toon. In het Italiaans, als ik het goed had. Hij had kort haar en z'n beide oren waren goed zichtbaar. Er zat niks in.
Misschien was hij stoned of gek. Of hij had ergens een telefoonchip laten implanteren.

Ik ben voorzichtig geworden met conclusies trekken.

 

Over

Dit is een stukje over over. Over is altijd een heel gewoon voorzetsel geweest. Niet zo gewoon als in of op, want het heeft meer betekenissen. Je kunt ergens over lopen, maar je kunt ook ergens over praten en dat is niet hetzelfde.

Dat gaat veranderen! Ik weet het zeker, want het is al overgewaaid naar onze kleinste grootste stad van Nederland. En als het daar eenmaal is, is de opmars niet meer te stuiten.
Het komt allemaal door de übersexueel. Vanaf nu schrijf ik dat met een hoofdletter, want die puntjes is veel gedoe. De Ubersexueel (ook wel metrosexueel genoemd) is een man die stoer en zacht is, doelbewust, krachtig en viriel, maar die ook (wel eens) make-up gebruikt.
Het gaat niet om dat soort mannen, maar het gebruik van Uber. Opeens mocht dat voorvoegsel weer gebruikt worden in de media, na meer dan zestig jaar nare associatie met Ubermensch. Een Ubermensch mocht zeker geen make-up.

Uber werd opgepikt. Ubercool kwam en dat had niets te maken met ijskoud, maar meer met vet gaaf. Al snel werd Uber voor meer bijvoegelijk naamwoorden gezet. Uberleuk, Ubershit, verzin het.
Maar sinds kort is er over. Eén van mijn kinderen was laatst overblij. Het staat wel kaal, alsof iemand overblijven wilde schrijven, maar in een afasieaanval terecht was gekomen. Het is in ieder geval voor de post-pubers wel te volgen: overhaast en overenthousiast zijn hele klassieke woorden. Of overgekookt er ook onder valt is discutabel.

Dus bereid uzelve voor op overmatig gebruik van over op allerlei rare plaatsen. Over en uit.

 

xAnne

Ik kwam net uit de stad toen m'n mobiel ging. Volgens de display was het xAnne. Zo heet ze niet echt, dat is het trucje dat ik heb bedacht om te zorgen dat mensen die met een 'A' beginnen niet voordringen in m'n kieslijstje. "Leuk", dacht ik nog. Ik had haar een tijdje geleden gesproken en het is fijn om met haar te praten.
Anne meldde me dat ze op het station stond. Dat was raar, want ze woont en werkt in Nijmegen. Misschien een dagje uit geweest in Utrecht of gewoon weggelopen bij haar gezin.
Ze bleek op het station van Nijmegen te staan, om mij op te halen. We hadden een afspraak om 6 uur en zouden samen gaan eten.
Ik wist van niks, maar er begon een alarmpje af te gaan. Dat vorige gesprek, lang aan de telefoon gehangen, afspraak gemaakt. En die was niet in m'n agenda terecht gekomen...En zelfs een agenda die piept als je een afspraak hebt, helpt niet als je er niks in schrijft.

Met een heel erg spijtend hart heb ik haar verteld dat ik niet alsnog naar Nijmegen kwam, want ik zou vanavond hard werken. Er moeten 3 websites af, een boek over Taal en Geheugen gelezen en samengevat worden en bovendien heb ik zondag een auditie.
Wat een sukkel.

Sorry Anne.

 

Herfstvlinder





Deze foto is gisteren genomen, in m'n T-shirt en in m'n tuin. Het was 20 graden en deze vlinder vond dat niet erg.
Je kunt wel zien dat hij al oud is (de vlinder). Z'n linkervleugel begint al een beetje af te bladderen.

 

Stofzuigers

Ik heb een haat-liefde verhouding. En op dit moment is de liefde ver te zoeken.

Het huis waar we met z'n drieen in wonen is niet groot. Je zou het zelfs klein kunnen noemen. Mijn hele huis is te stofzuigen vanuit één stopcontact, naast de deur in de woonkamer. En daar hebben we meteen mijn haat-liefde te pakken: de stofzuiger. Ik vind stofzuigen stom, net als alle andere huishoud-opruim en schoonmaakdingen waarmee je weer opnieuw kunt beginnen als je net klaar bent.
Een stofzuiger koop ik dan ook het liefst niet. Als het echt niet anders kan, koop ik een hele goedkope, bij de Kijkshop ofzo. Stofzuigerwinkels met heren in pakken vertrouw ik al helemaal niet: die mannen hebben nog nooit iets in het huishouden gedaan, dat zie je zo. Ze praten over stofzuigers dan ook alleen maar in termen van vermogen. Deze is 2000 Watt, zeggen ze dan trots. Maar Watt zo'n stofzuiger dan beter kan blijft een beetje onduidelijk. Eentje van 2000 kan vast niet makkelijker onder m'n kastjes dan een van 1600. En papieren of kleedjes die gewoon moeten blijven liggen, daar blijft-ie ook vast niet vanaf.

Maar een lekkere stofzuiger is om van te houden. Dat merkte ik, toen m'n moeder me een stofzuiger gaf voor m'n verjaardag. Een echte, want van Bosch. Die van mij heetten altijd Kaiwa Turbo ofzo. M'n moeder zette resoluut de laatste Kaiwa bij de stoeprand en vanaf dat moment zoefde ik razendsnel met m'n kleine Bosch door het huis. Tot hij het gisteren verdomde. Hij gaf geen kik of zucht meer.
Sinds er programma's op TV zijn als Kassa en Opgelicht ga ik nooit meer met een kapot apparaat terug naar de winkel. Ik maak het open, probeer het probleem met ratio en deduceren en combineren te achterhalen, wat maar zelden lukt. Vervolgens zet ik het apparaat weer in elkaar en meestal doet-ie het dan weer.

Zo niet de Bosch.
Om hem uit elkaar te halen moest ik rare schroefjes losdraaien met een sterretje in plaats van een gleuf of een kruis. De Kijkshop is gelukkig niet ver en de schroevedraaiers niet al te duur. Binnenin zag het er allemaal prima uit. Deutsche Gründlichkeit troef. Niets doorgebrand, geen losse draadjes: de Bosch zou het gewoon moeten doen, maar hij verdammte het, noch mal.

M'n mooie vrije middag begon al ouderdomsverschijnselen te vertonen, toen ik het maar opgaf. De Bosch was overleden in de kracht van z'n leven aan een onbekende ziekte. Ik zou voor de tweede keer naar de Kijkshop moeten.
Toen ik m'n mobiel van de oplader haalde, begon het licht te dagen in een ver hoekje van mijn brein. De mobiel was nog steeds leeg. Dat was wel erg veel pech voor één dag. Hij zat in hét stopcontact, waar ook de Bosch in had gezeten...

De Bosch is nu, via een ander stopcontact, weer tevreden. Weet iemand waar je stopcontact-opladers kan kopen?

 

Fiets

Een fiets is meer dan een paar wielen
Een fiets is meer dan een frame
Een fiets is veel meer dan een voertuig
Dat je voert over asfalt en leem

Een fiets is meer dan zijn trappers
Veel meer dan enkel zijn stuur
Een fiets is meer dan de ketting
Al staat-ie haast nooit in de schuur

Een fiets is meer dan de spaken
Meer nog dan een zadel of bel
Een fiets is ook meer dan zijn banden
Meer dan zijn versnellingstoestel

Een fiets is veel meer dan een rijwiel
Een fiets is meer dan vervoer
Een fiets, dat is het kutding dat altijd een lekke band heeft als je in
the middle of nowhere in de regen staat kou te vatten zonder warme
kleren omdat Erwin Kroll had gezegd dat het wél lekker weer was om te gaan fietsen

Morgenzorgers

Gelukkig ken ik er niet zo veel: morgenzorgers. Maar via de radio hoor ik ze wel vaak praten over veiligheid, plannen en opletten. Soms bellen ze me onder het eten, met vooral vragen over mijn financiële toekomst. Om er later warmpjes bij te zitten moet ik nu m'n eten koud laten worden.
Morgenzorgers houden ook erg van procedures, vastleggen en notuleren. En van verzekeren natuurlijk. Dan heb je altijd iets om op terug te vallen als het mis gaat.

Dat is jammer, want morgenzorgers zijn meestal lieve mensen. Daarom deze uitzonderlijk lange bijdrage, gestolen van Harrie Jekkers.

Voor alle morgenzorgers en levenslieverds.

Hoe de man in de wolken eigenlijk heette
En waar hij vandaan kwam, was onbekend.
In het dorp beneden wou ook niemand dat weten
De man in de wolken, zo stond hij bekend.
De man in de wolken kwam nooit naar beneden
Alleen, maar volmaakt gelukkig was hij
En dat had een bijzondere reden
Aan de muur van zijn huis hing een prachtschilderij.

De man in de wolken kon er uren naar kijken
In schoonheid gingen zijn dagen voorbij.
Een hoger geluk kon hij niet bereiken
Dan kijken en kijken naar het prachtschilderij.
En vaak zag je mensen naar boven toe lopen
Naar de man in de wolken met het prachtschilderij.
De deur van zijn huis stond voor iedereen open
Kom er maar in, zei hij altijd gastvrij.
En iedereen gaf hem omdat het zo hoorde
Een brood of wat wijn, als een soort van entree.
Dat was door de jaren gewoonte geworden
Voor de man in de wolken nam je iets mee.
En op een stoel naast de man in de wolken gezeten
Werd alles opeens zo helder als glas.
Het prachtschilderij deed je even vergeten
Hoe treurig en lelijk het leven soms was.

Het was een landschap zo mooi, zo schitterend leeg
Zo moest het geweest zijn toen de wereld begon.
Je kon zien hoe alles een vorm en een kleur kreeg
In het licht van een eindeloos opgaande zon.

Op een dag kreeg de man in de wolken bezoek
Van een vreemdeling die hem een hand gaf en zei
"U schijnt de bezitter te zijn van een doek
Dat beneden bekend staat als het prachtschilderij."
De man in de wolken zei: "Komt u maar binnen."
De vreemdeling ging voor het landschap staan
En raakte vervolgens totaal buiten zinnen.
"Het is niet te geloven, hoe komt u hieraan
Een meesterwerk en kijk toch eens even
Compleet met lijst en signatuur.
Meneer, u bent binnen voor de rest van uw leven
Hier hangt een gigantisch fortuin aan de muur."

De man in de wolken wilde vergeten
Wat de vreemdeling hem die dag had verteld
Maar er was iets veranderd, alleen door te weten
Dat schoonheid was uit te drukken in geld.
Tegen bezoekers zei hij steeds vaker
"Raak het niet aan, kom niet te dichtbij."
Hij veranderde langzaam in een bewaker
Een voorzichtige man met een prachtschilderij.
En toen kwam de angst en kwamen de dromen
Dieven die schreeuwden kom hier met dat doek.
En zo is het slot op zijn voordeur gekomen
En kreeg de man in de wolken steeds minder bezoek.

De man in de wolken dacht soms nog even
Terug aan de tijd toen het prachtschilderij
Nog aan iedereen troost en warmte kon geven.
Maar zo mocht hij niet denken, die tijd was voorbij.
Hij moest het beschermen, desnoods met zijn leven
Dat was hij aan de schoonheid van het landschap verplicht.
Een diefstal zou hij zichzelf nooit vergeven
Dus deed hij alles wat dicht kon nog dichter dan dicht.
Maar toch werd bij banger, geen nacht die voorbijging
Of hij hoorde de dieven en ze vonden het vast
Want ze wiste dat het bij hem aan de muur hing
En toen sloot hij het landschap op in een kast.

Maar de plek waar het prachtschilderij had gehangen
Werd leger en leger en op den duur
Werd de man in de wolken gek van verlangen
En hing hij het landschap terug aan de muur.

Die nacht heeft hij uren en uren gekeken
Naar de vormen, de kleuren en de opgaande zon
Maar de glans was verloren, de schoonheid geweken
Alsof hij niet meer goed kijken kon.
Toen opeens zag hij alles zo helder als glas
Daar hing in een lijst zijn angst aan de muur
Die nacht in de wolken begreep hij dat pas
En smeet hij het prachtschilderij in het vuur.
De man in de wolken zag het landschap verkleuren
En de opgaande zon in vlammen opgaan.
Toen stond hij op, deed het slot van zijn deur
En verbaasd bleef de man in de wolken toen staan.

Hij zag een landschap zo mooi, zo schitterend leeg
Zo moest het geweest zijn toen de wereld begon.
Hij zag hoe alles een vorm en een kleur kreeg
In het licht van een prachtige opgaande zon.

Harrie Jekkers (1991)

Geel

Yes! Dit was z'n eerste zelfstandige opdracht sinds hij drie maanden geleden -jong, ambitieus en net afgestudeerd- bij het architectenbureau was begonnen. Dit was iets waar hij z'n tanden in kon zetten. En het lag aan het drukste stukje van de A2, dagelijks duizenden automobilisten die zijn ontwerp zouden zien.
Hij had visioenen van sierlijke bogen en stoere staanders.

Alleen de kleur... Kleur was nooit z'n sterkste punt geweest. Het moest in ieder geval opvallen in het palet van de kleuren uit de omgeving. Hmm. Veel grijs en groen en natuurlijk kon je blauw verwachten van de lucht.
Rood...? Nee, te veel passie. Het moest wel fris, maar koeler.

Met een tevreden glimlach pakte hij z'n gele kleurpotlood.

De fietsenmaker

Op een mooie nazomerdag zou ik in Amsterdam zijn, om te praten, te eten en te drinken. Blauwe lucht, wind uit het zuiden, temperatuur aangenaam en voldoende tijd: ik ging fietsen! Ik nam 2,5 uur de tijd, dat moest toch ruim lukken.

Het eerste stukje ging heerlijk. De volle vier kilometer Amsterdamsestraatweg vlogen voorbij. Maar geluk is ook niet alles: vlak voor Maarssen verloor mijn ketting alle samenhang en toonde dat het spreekwoord over die zwakste schakel echt klopt. Ik heb de schakel nog teruggevonden, maar zelfs met een stukje ijzerdraad kon ik het niet overtuigen om te blijven zitten.

Zoals altijd in dit soort situaties maakt de klok dan opeens sprongetjes. In de zee van tijd was het door mijn gepruts met schakeltjes en ijzerdraadjes aardig eb geworden. Gelukkig nog geen 6 uur en de fietsenmaker bleek in de buurt. Het was een duidelijk geval van rijwielspecialist. De grote winkel werd vooral ingevuld met blinkende hoogstandjes van technologie. De werkplaats was heel modern in de etalage geplaatst, net zoals de keuken bij sommige trendy restaurants. Hij zag er te schoon en opgeruimd uit, die werkplaats.

Net toen ik al zachtjes van binnen stond te jammeren dat niets meer is zoals vroeger, werd het tegendeel doeltreffend bewezen. De man die me te woord stond was een middenstander, zonder meer. Niet het ambachtelijke van een fietsenmaker en niet de trendy uitstraling van een rijwielspecialist. Nee, dit was een rijwielhersteller.

Hij leverde me zonder morren een nieuw schakeltje, dat zacht snorrend z'n werk zou gaan doen. De ware aard van deze middenstander kwam echter boven toen ik hem, na het plaatsen van het schakeltje vroeg of ik m'n handen even mocht wassen. "Ja, als ik dát goed vind, dan komt natuurlijk iedereen straks...", begon hij.
Ja, meneer de rijwielhersteller, dan komt natuurlijk heel Maarssen en omstreken hier z'n handen wassen als z'n ketting doormidden is gebroken. En daar kunnen we niet aan beginnen want dan verdienen we geen droog brood meer.

Ik heb hem drie keer door een derailleur heen getrokken en de winkel waardig verlaten. Maar met die fietstocht is het niet meer helemaal goedgekomen.

 

Parels van de herfst

Lingo

Over Lingo ga ik niets schrijven. Ik laat dat onderwerp graag aan de Tweede Kamer en de regering over. Gelukkig dat deze volksvertegenwoordigers zich bezighouden met het bewaken van dit stukje cultureel erfgoed, dan hoef ik er tenminste niet meer naar te kijken. Dat er een luchtje zat aan Lingo weet ik al sinds ze RAAMNEGERS als geldig woord met 10 letters presenteerden.

Het is sloof-je-uit maand in Den Haag. Het is nog niet zo erg als in de Verenigde Staten, waar ze halverwege de zittingsperiode van een president al voorzichtig bezig zijn met de campagne voor de volgende. Marc verzamelt daar mooie stukjes over op zijn weblog. Hier in Nederland werkt iedere politicus zich in het zweet om in "de media" te komen. Of het rappen, parachutespringen of hoofdredacteurtje spelen is, maakt niet uit. De lijstaanvoerders tuimelen over elkaar heen om in beeld te komen van een of andere doelgroep. Allochtonen, of allochtonenhaters, jongeren, vitale ouderen, ondernemers, allemaal moeten ze op een positieve manier worden aangesproken door een fris, ondernemend gezicht met een blije boodschap.

Ze worden inhoudelijk ingehaald door de stemwijzers, die wel letten op de inhoud en niet op vorm. Daar weet je in 30 vragen waar je thuishoort. Lekker makkelijk, lekker snel. Stemwijzer.nl

Allemaal verschijnselen van onze democratie, die het waard is om te verdedigen en -blijkbaar- zelfs op te dringen aan culturen waar ze andere samenlevingsvormen hebben. Ik heb het gevoel dat we iets missen, maar omdat ik vandaag watten in mijn hoofd heb en een troebele blik, komt het er niet van om het scherp te formuleren. Revolutie uitgesteld wegens naderende verkoudheid. U hoort nog van ons.

Herfst (2)

Zonder aanraking
vallen blaadjes zij aan zij
Wat zijn ze eenzaam

Josje

Het brein van een cavia ontwikkelt zich niet meer na z'n geboorte. Josje was geen groot intellectueel, maar dat hoeft ook niet als je cavia bent.

Ik vond hem in z'n favoriete wegkruipplekje, stijf en dood. Het was al zo vreemd dat de appelschillen de laatste dagen waren blijven liggen.

Josje heeft de laatste jaren van zijn leven gesleten als half verwilderde tuincavia -samen met z'n maatje Wiplala- en hij leek daar heel tevreden mee.
Wiplala ging afgelopen zomer dood en nu is Josje hem achterna. Net een hoogbejaard echtpaar.

Dag Josje.
Je was niet slim, maar wel lief.

 

De mevrouw

Iets voorbij de boekenman langs mijn fietspad staat een groot huis op de hoek. Omdat het op de hoek staat heeft het een zijmuur met een raam er in. Aan de andere kant van het raam zit de mevrouw aan een grote eettafel. Meestal leest ze, net als de boekenman. Maar zij heeft wel meubels, oude vermoeide meubels. Het lijkt er op of ze op het einde wachten, de mevrouw en de meubels.

Soms slaapt de mevrouw. Gewoon, terwijl ze aan tafel zit. In het begin schrok ik daar wel van, een oude mevrouw die aan een tafel zit te slapen, met een lamp aan, om 12 uur 's nachts. Haar hoofd hangt dan scheef op haar schouder en haar mond staat open. Of ze ligt met haar hoofd op tafel.

Daarom ben ik aan gaan bellen, toen het weer gewoon overdag en licht was. Het duurde heel lang voordat ze de voordeur opengeschuifeld had en toen hij uiteindelijk open was wist ik niet hoe ik moest zeggen wat ik wilde zeggen. Het moet er raar hebben uitgezien voor de mevrouw, een vreemde man die een beetje hakkelend stond te vertellen dat hij wilde weten of er wel goed voor haar gezorgd werd. Omdat hij wel eens had gezien dat ze 's nachts heel laat aan tafel zat te slapen.

Ze vertelde dat de zuster haar 's ochtends en 's avonds kwam helpen met haar kousen en dat ze een dochter had in Nieuwegein. Of dat laatste nu zo'n geruststelling is, weet ik niet. Zusters die helpen met kousen zijn in ieder geval goed voor oude mevrouwen, dus ik was tevreden. Ze bedankte met een lieve glimlach voor mijn belangstelling.

Ik verzon er zelf bij dat haar ogen vol tranen stonden toen ze de deur weer dicht deed.

 

Vragen

- Als maïsolie van maïs gemaakt wordt hoe zit het dan met babyolie?
- Is er een ander woord voor synoniem?
- Waarom wordt er geen kattenvoer met muissmaak verkocht?

Trainer

Journalist: Ben je tevreden over de kwaliteit van het vertoonde spel?
Trainer: Nee, de kwaliteit van het spel is nu even inherent. Het gaat om het resultaat.

De kwaliteit is inherent ???????

 

Wijk

De slechtste én de beste wijk van Nederland liggen in Utrecht. Tenminste als ik het ANP mag geloven en zij het CBS. Ik heb zo mijn twijfels...

Natuurlijk is de slechtste wijk "Van Vollenhovenlaan". Wat wil je met zo'n naam. Alleen is dat dus een laan en geen wijk. De wijk waar de laan in ligt is Kanaleneiland. Al jaren lang in de media geroemd als schoolvoorbeeld van een achterstandswijk.

Oog in Al is een buurwijk van Kanaleneiland. Ook beroemd, maar dan vooral door de filemeldingen. Ik kom wel eens in Kanaleneiland. Je kunt er gewoon in, zonder politiebegeleiding. De bloedbank is in Kanaleneiland (o ironie) en daar was ik lid van. Ik lig daar eens per maand plasma te fereseren. Vraag me niet wat het is, maar zo heet het: "plasmaferese". Dat duurt een klein uurtje, waarin je aan een soort centrifuge gekoppeld bent via een naald in je arm. Een rustpunt in mijn drukke leven.

Tijdens één van die uurtjes kwam een zuster de zaal op lopen met een rinkelende sleutelbos in haar omhooggestoken hand. "Wie heeft er een gouden fiets?". Dat was ik. Mijn fietssleutel is onlosmakelijk verbonden aan de sleutel van mijn huis, werk, huis van vriendin, huis van moeder, nog een andere fiets, kast op m'n werk, brievenbus, kelderdeur en nu vergeet ik er vast nog een paar. Heel ongelukkig en buitengesloten zou ik mij voelen, zonder deze rinkelende bos. Waarom laat ik hem dan in mijn fiets zitten!

Gelukkig had een lieve Marokkaanse jongen de sleutels uit mijn fiets gehaald en ze netjes bij de bloedbank afgeleverd. Zo'n wijk is dat dus, Kanaleneiland.

Van Voordorp, de beste wijk van Nederland, heb ik een luchtfoto. Geeuw en gaap.

 

Stille trouw


Geen en’kle kerk gaf ons ooit haar zegen
Geen land dat met z’n wetten ons ooit bond
Geen naamverwantschap kwamen wij ooit tegen
Geen trouwboek waarin jouw of mijn naam stond

Geen schuld gemaakt, geen bruidschat werd verdeeld
Geen vrede over grensgeschil of macht
En van de wereld buiten kwam geen beeld
dat ons bevlekte in de bruiloftsnacht

Het stille woord van trouw wordt nooit gesproken
De stille trouw wordt nooit door woord gebroken

Geen kerk, gebed of ringen
Geen bloemen in je haar
Geen liedjes om te zingen
Geen ja-woord voor elkaar

Het stille woord van trouw wordt nooit gesproken
De stille trouw wordt nooit door woord gebroken


 

De boekenman

Op nummer 43 van het plantsoen woont de boekenman. Het plantsoen, dat sinds 2002 de langste naam van Nederland heeft, ligt op mijn fietspad. 's Winters als het vaak donker is kijk ik naar binnen bij de boekenman. Vooral bij hem, hoewel hij maar één schermerlamp aan heeft en dus geen partij is voor zijn goed verlichte buren.

Hij zit dan op een stoel onder de staande schermlamp, zo'n ouderwetse met franje. En hij leest. Verder is er niet veel te zien. Hij heeft weinig meubels. Sterker nog, er is geen meubel te zien in de hele huiskamer. Maar wel boeken. Veel boeken. Niet in een boekenkast, maar in stapels, gewoon op de grond in de woonkamer. Grote stapels, menshoge stapels. En véél stapels. Het lijkt van buiten of je niet meer tussen de stapels door kunt, maar de boekenman moet natuurlijk soms ook plassen dus er zal wel een sluiproute zijn.
Verder is het een heel vriendelijk ogende, gewone man. Dat weet ik omdat hij soms op een stoel in de tuin zit, 's zomers. En dan leest hij niet, maar kijkt een beetje naar het plantsoen en de mensen die langsfietsen.

Elke keer als ik langsfiets moet ik over de boekenman nadenken. Of hij een vrouw heeft (mwaah, nee) en of hij gelukkig is (mwaah, ja) en ook eenzaam (umm...) en hoe het daarbinnen zou ruiken (mmmfff). En of de stapels wel eens gevallen zijn.
Ik zou het wel willen vragen, maar het is te raar om daarvoor aan te bellen. Dus blijf ik maar kijken en afvragen. Ook leuk.

 

Hai koe



In het weiland staat
en staart zij naar de leegte
die in oneindigheid strekt

The Crow

Gisteravond The Crow gezien. Geweldig, zo'n film waarin de underdog bovennatuurlijke krachten krijgt en alle boze mannen op hun lazer geeft. En niet zomaar lullig arresteren ofzo, zoals die watjes Batman en Superman altijd doen. Nee, gewoon dood.

Het is vast compensatie voor mijn gemis aan mannelijke hormonen, de goeie soort adrenaline of gewoon lef. Het enige dat ik tegenover treiterpartijen, klappen en schoppen kan zetten is vergeten. Ik kan maar zelden zo boos worden dat ik m'n angst voor nog meer klappen vergeet. Weglopen, me diep schamen en vergeten, dat is de beste manier om er weer snel bovenop te komen.

Vergeven, de christelijke vaardigheid die me in mijn jeugd is aangeleerd, gaat me minder goed af. Dus ben ik blij met The Crow. Koel, mooi, somber en rechtvaardig doet hij het vuile werk voor mij.
En dan de moraal, druipend van de kitsch: "Love will survive everything".

Heerlijk.

 

Tentamen

De hal was gevuld met opgewonden gerabarber van veel meisjes, zoals altijd bij psychologievakken. Hij zat naast me, met een respectabele afstand tussen onze tafeltjes, want dat hoort bij tentamens. Wat hij op het vragenvel zag, liet z'n voorhoofd rimpelen.
Ik concentreerde me op de vragen. Het viel wel mee. Het was nu stil in de zaal, vreemd stil in de aanwezigheid van honderden mensen. Er was maar één geluidje te horen: het ritmisch en onophoudelijk schoengetik van mijn buurman. Hij keek geconcentreerd in de tekst, wanhopig naar boven, vertwijfeld opzij, maar z'n schoenen bleven tikken. Z'n controlecentrum had zich even losgemaakt van z'n lichaam en was nu in een radeloze speurtocht bezig de antwoorden te zoeken in dat ongetwijfeld grote brein. Daar maakten z'n voeten dankbaar gebruik van. "Eindelijk vrij van de onderdrukking" tikten ze. "Weg met top-down, tijd voor bottom-up. We gaan tikken tot iedereen er gek van wordt!"

Nu zou dat nog wel even duren, maar irritant was het wel. Ik zwaaide naar de ooghoek van mijn buurman, maar z'n centrum was nog zo bezet dat hij het pas na drie hele grote zwaaien merkte. "Je tikt met je schoenen, dat is irritant", zei ik vriendelijk. "Dat ben ik niet!" antwoordde hij. Ik fluisterde dat hij het wel was, maar realiseerde me dat hij gelijk had gehad.

Hij was het niet geweest, het was het geluid van de revolutie.

Hij schoof z'n voeten onder z'n stoel en het tikken hield op.
Sorry voeten.

 

Netjes opruimen voor het eten













Daar moeten de hele grote Playmobil mannetjes in met die overalls en die harde radio's.

Morgen mogen ze er weer uit.

Herfst

Ja, hoor...daar komen ze. De eikels!