Papegaai

Het was in de dagen dat de zon scheen en het leven goed was. Ik had door Amsterdam gezworven, tussen een zakelijk gesprek en een vriendschappelijk bezoek in. Van een bos in Amsterdam Noord was ik naar Carré gelopen, zo nu en dan een terras bezoekend. En nu was ik, rond etenstijd, beland op het dakterras van vriend Bart.

Ik kreeg een wijntje terwijl Bart beneden iets aan het doen was om zijn kinderschare niet voor galg en rad te laten opgroeien. De daken van een deel van de grachtengordel omringden mij, de lucht was strak blauw en er vloog een vlucht groene papegaaien over. Wat kan het leven toch mooi zijn.

Met een kleine schok realiseerde ik me dat papegaaien niet in een groep van een stuk of tien over Amsterdam horen te vliegen. Die horen in Zuid-Amerika of in Artis, maar niet in de jungle van Amsterdam. Zou ik dan toch dat wijntje niet hebben moeten nemen?

Bart was allerminst verbaasd. Het was inmiddels een bekend verschijnsel en het waren parkieten, geen papegaaien. En het waren er een paar honderd, die 's avonds verzamelden voor de nacht en dat al een paar jaar deden.

Ga nu nog maar eens roepen dat er niets aan de hand is met het klimaat.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Hé Ben,
Leuk verhaal!
En parkieten zijn gewoon mini papagaaien dus wat scheelt het?;)
Leuk dat je weer ff bij me kwam kijken!
Liefs
AnitA

Anoniem zei

goed geschreven: ik trapte er helemaal in, in die papegaaien. en werd in de volgende alinea wakker geschud.