Doe het zelf verhaaltje

Ik ga pas volgend jaar weer nieuwe stukjes schrijven. Als je je erg verveelt in deze dagen van ledigheid en wereldvrede, kun je zelf het volgende verhaal invullen. En stemmen voor de Gouden Knipoog, natuurlijk!!
--------------------------

De trouwjurk in de trouwmodespeciaalzaak hing erg satijn en overdadig te zijn . Er zat een briefje op geprikt, waarop de volgende woorden stonden:

Gaat niet door.

Nog wel strijken.

De gouden knipoog

Ter ere van het einde van dit jaar wil ik jullie vragen mee te werken aan de verkiezing van het lekkerste stuk.

Als modern consument georiënteerd schrijver wil ik natuurlijk graag weten wat mijn lezers het liefst lezen. Dichtsels? Maatschappelijk geëngageerd? Dagelijkse belevenissen? Plaatjes?
Ik zal aan de hand van de uitslag zorgen voor een juiste produkt-markt-mix in het komende jaar. En uiteraard krijgt het winnende stukje een eervolle vermelding en wordt de Gouden Knipoog 2006 uitgereikt tijdens een feestelijke bijeenkomst in de huiskamer.

Omdat het natuurlijk een heel gedoe is om al die stukjes weer opnieuw te bekijken, heb ik het jullie makkelijk gemaakt. Een deskundige jury (B& & kids) heeft een voorselectie gemaakt van tien stukjes. Je kunt snel naar die stukjes toe springen via onderstaande links. Gewoon eigenwijs een andere kiezen mag natuurlijk ook.

Stemmen gaat heel makkelijk, zonder dat je eerst in hoeft te loggen of aan hoeft te melden. Gewoon klikken op de "comments" link onderaan dit stukje en de titel van het stukje invullen. Als je "Anonymous" aanklikt als afzender is de stemming ook nog volledig anoniem. Net echt. Niemand belet je om te frauderen door 28 keer te stemmen, maar het is wel gemeen.

Op 31 december om 23.59 uur sluit de stembus en gaat de champagne open.

De genomineerden:

- De mevrouw
- Fiets
- Feestjes
- Normen en Waarden
- Stappen
- Oefenen voor Sinterklaas 2
- Oma
- Oefenen voor Sinterklaas 3
- Watje
- Memen

Olifantje

Er was eens een olifant. Het was een sterke stier (want zo heten mannetjes als ze olifant zijn), in de kracht van z'n leven. Hij had zo het nodige beleefd in de voorbije jaren: een leuke vrouw gevonden, kinderen gekregen, op zwerftocht geweest, gevochten om het leiderschap met andere ambitieuze olifanten en nu was hij op z'n top. Hij werd gerespecteerd alom en genoot aanzien.
Maar echt genieten van het aanzien kon de olifant niet. Het leven was eigenlijk wel saai met al dat respect en die vormelijkheid om hem heen. Hij kon met plezier kijken naar de jonge olifantjes, die speelden en renden en iedere dag leerden wat de wereld te bieden had.

De olifant nam toen een Besluit. Hij legde het leiderschap naast zich neer en verliet de kudde. In z'n eentje dwaalde hij rond, op zoek naar wat nu echt de moeite waard was in het leven. En zo kwam hij terecht in een groep olifantjes die met jonge en nieuwe ogen naar de wereld keken, zoals hij had gedaan toen hij ook een olifantje was.
De olifant dacht dat dat was wat hem gelukkig zou maken: met nieuwe ogen kijken naar de wereld, en hij vroeg of hij met de olifantjes mee kon doen. Die keken wel een beetje raar, want moest zo'n ouwe olifant niet heel andere dingen doen dan met hun meehuppelen? Maar omdat het blije olifantjes waren, mocht hij meedoen.

De oude olifant bleef jaren bij de kleintjes, die steeds groter werden. Hij had plezier en voelde zich gelukkig en zag iedere dag nieuwe dingen, die hij vroeger niet echt had gezien. Maar soms kwam hij andere olifanten uit de kudde tegen, die hem wezen op z'n Taken en Verantwoordelijkheden en die hem vroegen of het nu wel zo hoorde, dat hij daar tussen de kleine olifantjes rondliep. Dat bracht de olifant aan het twijfelen.

Op een dag gingen ze huppelen. De grote olifant huppelde dapper mee, maar hij kon niet meer zo goed blij zijn met het huppelen als anders. Zo kwam het dat hij achteraan de groep terecht kwam en uiteindelijk aan het sjokken was. De kleintjes waren al uit zicht en hij verzonk in diep gepeins of hij niet terug moest naar de kudde en z'n Taken en Verantwoordelijkheden op moest pakken.
Tot hij een klein slurfje voelde om z'n voorpoot. Het was één van de kleine olifantjes, die hem vroeg waar hij nu was en dat ze hem misten en waarom hij niet meehuppelde.

Vanaf die dag huppelde de olifant weer vrolijk mee. En wat de andere grote olifanten er van dachten? Dat voelde hij wel, maar hij zat er niet mee.

Dompers en ignorantijnen

Grijs en nat, de kleur verdwenen. Een warme herfst, wat raar.
Koud en stijf, geen speelsheid meer. Het einde van een jaar.
Een jaar zonder bijzonderheden, verkiezingen, een moord,
Milosevic is overleden en fans van Feyenoord.

De kortste dag is overleefd, het donker gaat verdwijnen
nog even kerst en oud en nieuw, dan gaat het licht weer schijnen.
En dan, als lenteknoppen bloeien en frisse morgendauw
parelt in de ochtendzon, dan ontmoet ik jou.

Praten zullen we en lachen. En rennen door het gras.
En als we afscheid nemen moeten, wensen dat het vroeger was.
Zo zullen uren langzaam lengen, warmer wordt de wind
en elk moment zal twinkels brengen en schaters van een kind.

Als we dan verzadigd zijn en dronken van elkaar
dan zeggen we: 't is mooi geweest
misschien tot volgend jaar.

Waarneming en fantasie

Ik ben nu al een tijdje aan het studeren. Daardoor heb ik de afgelopen drie jaar nagedacht over allerlei dingen die erg vanzelfsprekend zijn voor mensen en de vanzelfsprekendheid gaat er dan wel een beetje af. Als je je bedenkt wat er allemaal nodig is voor het lezen van deze tekst en vervolgens begrijpen wat er staat, is het een wonder dat wij (de schrijver en de lezer) op deze manier kunnen communiceren.

De conclusies die getrokken worden bij het doen van onderzoek zijn gebaseerd op waarnemingen. Waarnemingen doen betekent dat we onze zintuigen (vooral ogen en oren) gebruiken om informatie naar binnen te halen. Die informatie komt dan in ons brein terecht en wordt daar netjes van labeltjes voorzien en in laatjes gestopt. En ons brein zit zo in elkaar dat we op grond van die informatie dingen kunnen voorspellen. Als ik 238 witte zwanen heb gezien, denk ik dat iedere zwaan die ik daarna zal zien ook wit is.
Veel wetenschap wordt op die manier uitgeoefend. Daar heb je een brein voor nodig dat goed labeltjes kan plakken en in laatjes kan stoppen. Een heel methodologisch brein, dat zich aan de regeltjes houdt. Als een appel van een boom valt, geldt een regel die voorspelt dat die appel met een bepaalde snelheid op de grond komt en meestal houden appels zich aan dergelijke regels, net als vliegtuigen en raketten en kogels en bommen (helaas). En dat is wat ik zie als "bewust nadenken". Je neemt dingen waar en laat er dan de regeltjes op los: een grote witte vogel op het water is dus een zwaan.

Maar wat nu als appels opeens met een boogje van bomen gaan vallen. Dan kloppen onze regeltjes niet meer. Die regeltjes horen namelijk te beschrijven wat er in werkelijkheid gebeurt en appels zijn heel erg werkelijkheid. Om dat op te lossen heb je een ander soort brein nodig. Een brein dat creatief is. Creativiteit is dus heel belangrijk bij wetenschap. Maar wat is creativiteit nu eigenlijk precies? Het is niet de bestaande regeltjes toepassen, want die klopten nu juist niet meer. Het heeft met fantasie te maken: je dingen voorstellen die er niet zijn. Dat is niet anders in wetenschap dan in kunst.

Wat ik nu zo bijzonder vind aan fantasie is dat het toch moet werken met die dingen waar je een labeltje op heb geplakt en die je in laatjes hebt gestopt. Iets anders is er niet in je hoofd. Maar het voelt wel alsof het iets heel nieuws is, iets wat je zelf nog niet wist. Dus denk ik dat onze ladenkast heel groot is, veel groter dan dat deel waar we dagelijks mee bezig zijn. En soms, als het rustig is in de bovenkamer, op de fiets of tijdens een wandeling of op de WC of met precies de goede hoeveelheid alcohol in je bloed, gaan er opeens laatjes open die je nog niet kende en waarmee je prachtige nieuwe inzichten krijgt of mooie dingen kan maken. Je had het al wel in je hoofd, maar je wist het niet en opeens komt het in het spotlicht van je bewustzijn terecht. Dat zijn momenten waarop ik me gelukkig voel.

Intuïtie is volgens mij net zoiets. Dat is iets dat je weet, maar je weet niet waarom je het weet. Alsof er niet alleen laatjes zijn opengegaan, maar er ook nog een conclusie uit is getrokken, allemaal in het onbewuste deel van je brein. En alleen die conclusie komt in het spotlicht. Het vervelende is dat je dan niet uit kunt leggen hoe je aan die conclusie komt en daarin zijn mensen (met name mannen) nogal onvergeeflijk.

Fantasie en intuïtie zijn ondergewaardeerd in wetenschap. Maar daar gaat dit stukje verandering in brengen. Ik voel het.

Veilig

Hoe veilig voelt u zich, trouwe lezer? Ik heb niet te klagen. Er dreigt geen oorlog uit te breken, ik kan nog gewoon 's avonds laat zonder licht naar en van de stad fietsen en er zijn in Oog in Al ook al weer een tijdje geen grote bomaanslagen meer geweest.

Toch is het niet veilig, als ik de radio mag geloven. Tweehonderdduizend mensen zijn iedere dag bezig met het werken aan onze veiligheid. Dat is een boel Feyenoordstadions vol. Daarbij hebben we ook het internet nog en mobiele telefoons met camera's. Wat die met veiligheid te maken hebben werd pas nog schrijnend duidelijk.

Iemand (naam en weblog bekend bij de redactie) was z'n mobiel kwijtgeraakt, op een zaterdag in Utrecht (zie je, de onveiligheid komt al dichterbij). Het was een moderne man van de wereld, met een weblog en Flickr-account. Flickr is een website waarop je uit exhibitionistische behoefte foto's kunt zetten die je aan andere mensen wilt laten zien.
Tot zijn grote verbazing verscheen een paar dagen later een foto van twee jongens op zijn Flickr site. De foto bleek van z'n verdwenen mobiel afkomstig. Die had hij zo ingesteld dat genomen foto's automatisch werden doorgestuurd naar Flickr. Hij zette de foto op zijn weblog. Hij heeft veel meer trouwe lezers dan ik en die leefden erg met hem mee. Andere weblogs namen de foto over en binnen een paar uur waren duizenden mensen met hem mee aan het zoeken. Het was zelfs zo, dat enkele lezers het stukje muur en raam op de foto meenden te herkennen. Via Google Maps en de site van Funda, waarop zo ongeveer heel Nederland vanaf de grond gefotografeerd is vastgelegd, werd de locatie binnen een uurtje vastgesteld: een school in de binnenstad van Utrecht.
De site van de school werd snel gevonden en via de daar aanwezige foto's van feestjes en klasse-uitstapjes werd zelfs de klas en de naam bekend van één van de jongens. Contact opgenomen met de school, mobiel terugbezorgd. Eind goed al goed. Wat een zegening, al die moderne techniek.

De twee jongens bleken niets met de mobiel te maken te hebben. De foto was gemaakt door een vriend, de "vinder" van de telefoon. In de loop van dit proces stond echter de gewraakte foto van die twee jongens op diverse weblogs. Daar wisten de trouwe lezers wel raad mee. De jongens werden zonder proces veroordeeld en kregen een enorme berg commentaar over zich heen, met name op hun uiterlijk. Als je nu Googelt op de naam van één van hen, verschijnt hoog in de resultaatlijst deze link.

Publiek veroordeeld en verbaal gekruisigd voor een niet gepleegd vergrijp. Voornaamste misdaad: een onaantrekkelijk uiterlijk.

Niet veilig.

Gezellig

We hebben weer eens spelletjes gedaan. Waarschijnlijk ligt het aan het seizoen: de donkere dagen nodigen uit om samen aan een tafel iets onzinnigs te gaan zitten doen. Normaal gesproken zijn we niet zo'n bordspelletjesgezin. Een puber, een pre-puber en een vader die altijd bezig is, dat kruipt niet vanzelfsprekend achter het ganzenbord. We houden wel allemaal van spelen, maar dat gebeurt dan vaak individueel, ieder achter z'n eigen favoriete computerspel. De uitwisseling daarover heeft meestal de vorm van vertellen hoe cool of vet het nu weer geweest was.

Nu waren zowel de aanloop als de aanleiding goed. Het was gelukt om met z'n drieën de kerstboom op te zetten zonder ruzie. Daarna hadden we gezamenlijk het Groot Dictee van de Nederlandse Taal voor Kleine Mensen gedaan. Ik had 4 fout en werd daarmee door een stuk of tig kinderen voorbijgestreefd. Oei. En we hadden van Sinterklaas een chocoladeversie van Triviant gekregen. De kaartjes waren van chocola en als je alledrie de de vragen op het kaartje goed had, mocht je het kaartje opeten. Zo niet, dan ging hij terug in de voorraad. Ook geen gedoe met dobbelstenen ofzo, gewoon om de beurt een kaartje pakken.
Behalve smakelijk was dit ook uitermate oud-hollands gezellig. De onzinnigheid van de vragen droeg daar ook aan bij. Wie heeft er ooit van Jacques Klöter gehoord en welk programma presenteerde hij? Verder dan "kleutertje luister" kwamen we niet. Ook een vraag over Honoré de Balzac leverde uiteraard veel hilariteit op net als de poging tot antwoord op "Van welk bruine drank wordt in Turkije 1,2 miljard liter per jaar gedronken": Rum?
En we weten nu eindelijk met welke noten Indiase olifantendrijvers de huid van hun dikhuiden schuieren. Dat nadat we in het woordenboek hadden opgezocht wat schuieren is, natuurlijk.

Ik weet sinds gisteren de definitie van het typisch Nederlandse begrip gezelligheid. Gezelligheid is met elkaar praten en lachen en iets met chocola erbij.

Zen en zoon

In Zen and the Art of Motorcycle Maintainance wordt het verhaal verteld over een man en zijn zoon. Als je het wilt lezen: het staat hier online .

De man lijdt aan een erfelijke geestelijke afwijking. Hij heeft een gespleten persoonlijkheid. In hem huist een ander, Phaedrus genoemd, die zo nu en dan de regie overneemt.

Vader en zoon reizen samen op de motor door de VS en tijdens de reis ontvouwt zich het verhaal en de achtergrond. De vader is vooral bezorgd dat z'n zoon zijn afwijking zal erven. En terecht: zoon ontwikkelt inderdaad hetzelfde vreemde vermogen.
Het boek gaat over nog veel meer dingen, trouwens. Alleen niet over Zen en eigenlijk ook niet over motoronderhoud.

Ik heb het lang geleden gelezen, toen ik in de verste verte nog geen vader was of zou zijn, maar het sprak me toen al aan. Onlangs moest ik er weer aan denken, toen mijn zoon het moeilijk had in z'n eerste jaar brugklas. Twaalf jaar lang was hij een onbezorgd kereltje en nu leek alles opeens een onoverkomelijke berg, die zorgde voor paniek, angst en verdriet.

De dingen waar hij last van heeft zitten in hem. Het is de manier waarop hij tegen de wereld aankijkt en de wereld binnen laat komen die hem de problemen bezorgt, niet zozeer de wereld zelf.
Vroeger toen ik nog een klein B&netje was had ik daar ook last van. Ik heb inmiddels 30 jaar geoefend en geprobeerd, gevallen en opgestaan en weet nu hoe ik ermee kan leven. Maar hoe leg je dat uit? Om je kind te leren fietsen kun je je gek lopen achter zo'n klein fietsje aan. Wiskunde uitleggen is -zelfs voor mij- wel te doen. Hoe je een maaltijd moet klaarmaken kan ik overbrengen, zonder problemen. Dat je aardig voor de mensen om je heen moet zijn en niet altijd alleen aan jezelf moet denken kan ik overdragen. Gewoon, door het te zijn en te doen.

Maar die wijze levenslessen over accepteren wie je bent, welke valkuilen er dreigen en hoe zinloos het is om er bang voor te zijn, wat liefde is en wat echt belangrijk is in je leven. Hoe draag je die nu over?

Misschien door verhalen te vertellen of te schrijven op je weblog. En misschien kan het ook helemaal niet, moet je het gewoon aan je kind overlaten. Vertrouwen hebben dat ze het zelf kunnen en weer zullen opstaan na elke val.

Onderhouden of Zen? Ik weet het niet.

An Pierlé

Ik heb An Pierlé gezien. Dat kunnen niet veel mensen mij nazeggen. Ja, de honderd of wat mensen die er ook waren in de dependance van Tivoli, buiten de stadsmuren waar kabaal hoogstens een paar Citroëns uit hun slaap kan houden.

Het was memorabel.
Wie heeft ooit een Belgische Tori Amos op zien treden, zittend op een skippybal? Wie heeft het ooit meegemaakt dat halverwege een concert de leadsinger zei: "Nu is het tijd voor een verhaaltje, ga er maar bij zitten" (denk het Vlaamse accent er zelf bij) en dat alle honderd of wat mensen in de concertzaal op de grond gingen zitten om naar het verhaaltje te luisteren? Dat verhaaltje was niet echt een verhaaltje, het was een heel mooi liedje.

En wie heeft het ooit meegemaakt dat midden in een concert wiskundeprofessor Herman spontaan, doch na uitnodiging van An het podium betrad om de meest kloppende definitie van tijd te geven die ik in mijn lange leven heb ervaren: "Doe allemaal je ogen dicht.....En nu weer open. Dat was ongeveer 2 seconden"?

En wie komt ooit spontaan zowel Hugo (6 jaar niet gezien) als Edu (1 jaar niet gezien) tegen?

An Pierlé was gemaakt van het schattigste materiaal waar heksjes van gemaakt kunnen zijn. Ze zong mooie droeve liedjes en sprak tussen de nummers door liefdevol het publiek toe. Rocken deed het nergens, maar dat deert niet. De belangrijkste boodschap van het liefdesliedje dat ze aankondigde was "If you leave me, I will crunch all your CD's".

Hinderlijk was wel dat ze achterop haar mooie jurk zo'n zwarte doos had hangen met draadjes en antennes. Ik zie het helemaal voor me: eeuwig shoppen op zoek naar het perfecte jurkje, uren voor de make-up spiegel en dan zo'n techneut die zo'n zwart kastje met draadjes aan je jurk vastkleeft. "Sorry mop, kan effe niet anders".

Na het optreden stond An nog ruim een uur CD's te signeren en zelf met wisselgeld te schutteren. Rockstar op z'n Vlaams.
Ga er eens naar luisteren, bijvoorbeeld op 3voor12 (klik)

De lezer verleid

Hé, wat leuk
dacht ik
en was meteen vertrokken.
Het duurde dagen voor ik
weer grond onder me voelde.

Terwijl jij rustig en nuchter
je dingen deed
probeerde ik langzaam in je blikveld te verschijnen.

Er was een harde uitspraak nodig
om je te bereiken,
maar toen lag al m'n charme klaar
om opgeraapt te worden.
Je kon me lezen tussen regels door
en feitelijke feiten.

Een kruimel zacht
een steentje stoer
strooide ik op jouw gevoel
en je kwam
steeds dichterbij.

Het beeld voelt zacht, de ware geest
laat zich niet onderdrukken.
Pas als je niet meer zonder kunt
dan zal ik weggaan.

Laatste ronde

Soms kun je nog wel eens lachen op internet. Zoals bijvoorbeeld op de site www.worldslastchance.com

Deze site laat op een zeer professionele en vermakelijke manier twee dingen zien. Ten eerste dat je internet kunt gebruiken om hele rare ideeën aannemelijk te maken. Ten tweede dat je met behulp van de bijbel echt alles kan "bewijzen".

Op de site wordt beweerd dat het einde van de wereld nu toch echt nabij is. En het bewijs is (natuurlijk) te vinden in de bijbel. De bron is een passage waarin de komst van de moeder aller hoeren wordt aangekondigd, rijdend op een zevenkoppig en tienhoornig monster. Voorwaar een horny animal.
De passage zou zo uit Lord of the Rings (adult edition) gehaald kunnen zijn, maar de profeten achter de site zien hierin onomstotelijk bewijs dat paus Johannes Paulus de Tweede (voor de heidenen onder ons: dat is degene die vorig jaar overleed) terug zal keren. Maar laat u niet foppen: dat is niet JP, dat is een dienaar van... de duivel. Gelukkig, waar bleef-ie zo lang.

Ja en dan is het gebeurd, natuurlijk. Wij zullen ons massaal aan de voeten van de teruggekeerde JP werpen (incusief de miljarden moslims, buddhisten, hinduisten) en dan heeft de duivel gewonnen. Game over! Nieuwe ballen, nieuwe kansen.

Als dit waar zou zijn (wat ik betwijfel) toont het dat de duivel het nog niet helemaal begrepen heeft. Als hij nou als Elvis terug zou komen, alla. Ik zelfs ben al geen fan van welke JP dan ook, terwijl ik als goed christen ben opgevoed. Foute typecasting, is mijn oordeel.

Nu gaat het natuurlijk niet om de inhoud van dit sprookje. Varianten op dit verhaal zijn al eeuwen oud en kom je overal tegen, vooral als er weer een jaar aan komt met één of ander symbolisch getal. Maar ga eens kijken op de site en verbaas je over de professionaliteit waarmee hij is opgezet. Alles is er: een prijsvraag, een FAQ, vertaling in andere talen, "wetenschappelijke" publicaties. Ze kunnen je ook genezen van kwaaltjes, varierend van bijensteken en lichaamsgeur (altijd gedacht dat dat bij een lichaam hóórde) tot borstkanker.

Wie of wat er profiteert van deze site is mij niet duidelijk, dus het zou mij niet verbazen als het eigenlijk een site is van Koefnoen of Bureau Renkema ofzo.

Ga beslist eens kijken en doe het enige dat je kunt doen als de duivel je komt halen:

Lach!

Ziek zijn is pet

Dagen lag ik in m'n bed
met op m'n hoofd zo'n rare pet.
Zo nu en dan een hoesttablet
of twee of soms een heel pakket.

Ik voelde me totaal niet vet
met op m'n hoofd geen coole pet.
Een koppie thee stond naast m'n bed
dat had ik voor mezelf gezet.

Hij was wel leuk, maar gaf geen pret
daar op m'n hoofd, die maffe pet.
M'n lichaam was totaal besmet.
Dat duurt een tijdje, luidt de wet.

Vaak zat ik ook op het toilet
met op m'n hoofd die leipe pet.
Bepaald geen fleurig fijn boeket
waaide door m'n kleine flat.

Ik at geen warm of koud buffet
met op m'n hoofd die vreemde pet.
En alle letters van banket
die heb ik aan de straat gezet.

Het werd een soort van amulet
daar op m'n hoofd, die gekke pet.
Ik heb hem niet meer afgezet
en sprak soms snel een schietgebed.

Haal ik nu m'n tentamen net
met op m'n hoofd die malle pet?
Ontvang ik dan toch m'n brevet
gekleed in keurig net jacquet?

Dan zing ik vrolijk in falset
de ode aan de dwaze pet.
Het liefst met iemand in duet
met op m'n hoofd.....

lekker helemaal niks!

Uitslag






Het was wel een heeele grote man.

En bovendien speelde hij thuis.

Bus 12

Het werkcollege was taai. Niet alleen omdat het maandagochtend vroeg was, maar vooral omdat ik geen idee had hoe ik aan de opgaven moest beginnen. De studentenassistent was dit stadium al lang voorbij, als hij er ooit al geweest was. Als ik hem iets vroeg kreeg ik een antwoord waarmee ik al even weinig kon als de afleidingen in het dictaat.

Ik mis iets, een soort intuïtie. Mensen die die intuïtie wel hebben, hebben zo'n opgave zo opgelost. Ik herinner me m'n buurmeisje van vroeger, dat ik wiskundebijles gaf. Dat was geen blijles. Zij begreep het niet en was verliefd op me. Ik begreep niet waarom zij het niet begreep en ging op steeds hogere toon uitleggen hoe het zat. Ik was niet verliefd op haar, anders hadden we die wiskundeboeken wel aan de kant gegooid. Maar ja, ze was ook zeker twee jaar jonger dan ik, wat verwacht je dan.
Nu begrijp ik hoe zij zich gevoeld moet hebben.

Gefrustreerd liep ik het lokaal uit, de grote lege hal in, waar zacht zoemende apparaten troost verkochten. Dat had ik nodig: warme troost voor een kwartje, als je 25 eurocent van een chippas nog zo mag noemen.
In de hal liep een dame met een hoofddoek en een lichtblauw Hago schort met een stofzuiger te slepen. Ze viel op, omdat de hal zo leeg was. Een typisch voorbeeld van een Turkse of Marokkaanse mevrouw die onze zooi opruimt. Er hangt altijd iets licht melancholisch om die dames heen, alsof ze hier niet op hun plaats zijn. De dame stond stil en keek om, naar een schoonmaakkarretje dat werd voortgeduwd door een andere dame in een lichtblauw schort. Het schoonmaakkarretje was hoog opgeladen met volle afvalzakken, zodat de bestuurster er omheen moest kijken om koers te houden.
"Ha! Bus 12" riep de stofzuigmevrouw. En dat vonden ze allebei zo'n treffende uitspraak dat ik voor het eerst in m'n leven getuige was van twee van het lachen dubbelgevouwen dames met een Hago schort aan. Ze bleven nog een aantal keren de toverformule "Bus 12" tegen elkaar herhalen en begonnen dan weer opnieuw te lachen.

Met m'n bakkie troost en een grote glimlach ben ik weer aan m'n opgave begonnen.
Proost! Op bus 12.

Onmogelijk

Wat is er heerlijker dan ziek op de bank naar speelfilms liggen kijken?
Ik weet het wel: niet ziek zijn.

Maar helaas was dat vandaag geen optie, dus na een dag worstelen tussen de logicaproblemen, die ik aanstaande woensdag onder de knie moet hebben en m'n bed heb ik vanavond toegegeven aan de bank en de film. En het werd de avond van de onmogelijke liefdes. Twee mooie films gezien, die me geraakt hebben.

Eerst "Una Giornata Particolare". De hopeloze liefde tussen een ongelukkige homo en een quasi gelukkige huisvrouw, tegen de achtergrond van de schetterende radio die verslag doet van Hitler's bezoek aan Rome in 1939. Wat een film! Als je de snelheid van informatieverwerken terug kunt schakelen naar het tempo van 1977 (dat lukt best met koorts en een snothoofd) is het geweldig. Het speelt zich helemaal af tussen twee mensen in een appartementgebouw in Rome.
Ze zoeken elkaar op, stoten elkaar af, hebben elkaar nodig en houden van elkaar, zonder dat het waar kan zijn of mag worden.
Het enige dat je nodig hebt om zo'n film te maken is twee mensen.

Daarna "The Body". Een beetje te modern sausje, met allerlei politiek militaire conflicten, maar het basisgegeven is prachtig. Een vrijgevochten Joodse archeologe (ze sprak volmaakt Cambridge Engels, wat niet klopt maar wel heerlijk klinkt) lijkt het skelet van Jezus te hebben gevonden in een pas ontdekte graftombe. Er wordt namens het Vaticaan een priester-wetenschapper heen gestuurd om te zorgen dat het niet echt Jezus blijkt te zijn, want die is immers verrezen. (In de film zeggen ze "resurrection". Dat klinkt toch iets minder alsof het uit een kookboek komt.)
Prachtige spanning tussen geloof, liefde en wetenschap, vooral bij de priester die z'n geloof op een manier beproefd ziet als nooit eerder. Niet alleen komt hij steeds dichter bij het delen van de wetenschappelijke conclusies van zijn -erg mooie (red.)- collega, zij komt ook steeds dichter bij z'n hart. En Jezus is uiteindelijk toch vooral liefde.
Je ziet de spanning er van afspatten, maar ook hier kan en mag het niet. Gelukkig geen halfzacht "ze leefden nog lang en gelukkig" einde.

"Soms is film net het echte leven". Dat was de laatste samenhangende gedachte die ik nog kon produceren voor ik me maar weer eens in bed hees.

Memen

Een tijdje terug was ik naar een symposium over memen. Nee, dit is geen spelfout. Memen zijn ideeën, die zich gedragen als genen. Ze vermenigvuldigen zich en sterven uit als ze niet succesvol zijn, net als ons genetisch materiaal.

Het is een leuke manier om naar de dingen om ons heen te kijken. Bijna alles is een meem, zou je kunnen zeggen, behalve dat wat biologisch is. Een glas is een meem (althans het idee dat achter een glas zit), een politiek stelsel, een goeie mop. Alles wat als idee bestaat en doorgegeven wordt en zich op die manier verspreidt over de wereld. Een slechte mop is ook een meem, maar dan eentje die gedoemd is uit te sterven.
Communicatie is voor memen dé manier om zich voort te planten. Vooral massacommunicatie (radio, TV, internet) is een soort orgie. Een uitzending zorgt voor de bevruchting van vele breinen, die het kleine meempje liefdevol opnemen en er vervolgens voor zorgen dat de collega of buurvrouw ook bevrucht wordt. Goed beschouwd is onze hele (westerse) maatschappij zich steeds meer aan het inzetten om de memenfokkerij zo goed mogelijk te laten verlopen. Boeken, DVD's, computernetwerken, TV stations: allemaal voor het welzijn der memen.

De voorstanders van de mementheorie zijn niet overtuigd van de goede bedoelingen van het meem. Zo is het condoomgebruikmeem bepaald niet goed voor de voortplanting van onze soort. Dat is iets wat onze genen tandenknarsend zouden aanzien, als ze tanden hadden gehad.
Ook religie wordt als een zeer succesvol kwaadaardig meem gezien. Het zorgt ervoor dat we allerlei improductieve dingen doen, zoals dure kerken bouwen en mensen op brandstapels zetten en oorlog voeren in de naam van de allerhoogste, terwijl we ook voor nageslacht hadden kunnen zorgen. Gelukkig hadden de oude pastoors daar iets op gevonden: veel kroost eisen!

De tegenstanders van dit grappige idee vielen op het symposium in twee groepen uiteen (er waren twee tegenstanders).
De één vond het allemaal maar onzin. Er was niet eens een zuivere definitie van "meem". gegeven, dus hoe kon je daar nu iets mee. Dat vind ik nou weer onzin. Ik denk zo vaak na over dingen waar geen definitie van is gegeven. De was, bijvoorbeeld.
De ander vond dat memen allemaal verklaard konden worden uit de winst die wij als mens konden halen uit zo'n goed idee. Condooms zorgen er gewoon voor dat je lekker -nou ja, lekker- kunt vrijen, zonder dat je iedere keer zwanger wordt. Niks meem die de wereld wil veroveren, gewoon mens die lui is en verwend wil worden.

Ik ben het wel met hem eens. Memen bestaan, denk ik, maar dan als idee om over ideeën na te denken. Als meem, zou je kunnen zeggen. En sommige memen zijn hartstikke gestoord.

Spijkerbroeken met voorgefabriceerde slijtplekken er in. Frans Bauer op één. Onderweg naar morgen.

Kadodo's

Sinterklaas wordt toch een jaartje ouder.

Ik had op m'n lijstje een hond staan (die zichzelf uitlaat en zo nu en dan een wasje voor me doet). Ik kreeg zo'n heel-hard-weggooilepel met een tennisballetje er in.
Dus als iemand nog een hond over heeft (die zichzelf uitlaat, zo nu en dan een wasje doet en een beetje handig is met zo'n balletjeslepel)...



Ik had op m'n lijstje ook een heksenbezem staan. Totaal nutteloos. Kreeg ik hem nog ook. Een exotische nog wel, van bamboe. Nu zoek ik nog een leuke exotische heks.

Liefst eentje die van honden houdt.

Watje

Daar stond hij dan. De baksteen in z'n hand voelde zwaar. Hij stelde zich voor hoe de ruit met de sierlijke reclameletters straks in duizend scherven uit elkaar zou spatten en er een alarm af zou gaan. Symbolisch was wel dat de gehate naam er zo prominent op prijkte: "J. Smeek, Juwelier".

"Smeek", de naam die hij dertien jaar lang opgedrongen had gekregen. Het was niet zijn eigen naam en zou het ook nooit worden. Net zo goed als hij nooit iets anders dan "pa" uit z'n mond zou krijgen als hij de man aansprak. In het begin was het nog "oom Jaap", maar de schone schijn moest opgehouden worden. Hij moest de zoon lijken van een succesvol gezin in een doorzonwoning en niet de bastaard die hij eigenlijk was. De man hield van schone schijn, daarom was hij ook juwelier, waarschijnlijk.

De man hield er ook van dat de dingen liepen zoals hij graag wilde. Als hij thuis was mocht er geen lawaai zijn, moesten er biefstukjes voor hem gebakken worden en mocht niemand door de TV heen praten. En als iemand het daar niet mee eens was vielen er klappen.
Hoewel de zoon prettig was voor de schone schijn was het verder een watje. Altijd met z'n neus in de boeken, nooit buiten, snel huilen. Niet geschikt voor de handel. Die jongen moest eens wat harder aangepakt worden, maar als hij dat probeerde stond altijd die vrouw in de weg. Die moest de klappen dan maar opvangen en doorgeven.

De jongen leerde de man haten. Haat was onbekend in z'n vierjarig leven, maar iedere avond dat hij zag of hoorde hoe z'n moeder geslagen werd, groeide het. Na dertien jaar was het genoeg. Hij stond aardappels te schillen -watje als hij was- toen weer het geluid van onbeheerste woede uit de huiskamer kwam. De man stond over z'n moeder gebogen en raakte haar waar hij haar al zo vaak had geraakt. Overal.
Waarom is het na dertien jaar opeens genoeg? Het aardappelschilmesje zorgde ervoor dat de klappen ophielden. Z'n moeder moest het voortaan alleen opnemen tegen de man. Hij werd ergens anders ondergebracht.

Maar de boosheid bleef. Dus stond hij daar, met de baksteen. Eindelijk kon hij de man raken, in de schone schijn.
Maar omdat hij echt een watje was, legde hij de baksteen weer neer.
Hij zou het op een andere manier op moeten lossen.

Oefenen voor Sinterklaas (6)

Oude Generaal Pardon
lag heerlijk in de winterzon.
Het verblijf hier in Madrid
gaf zijn oude botten pit.

Vier jaar was hij hier geweest
en het leven was een feest.
Maar in pas verstreken dagen
kwamen onverwachte vragen.

Hij zou moeten retourneren
want in Holland waren heren,
die smeekten om zijn strategie
Hij kwam in actie, wis en drie.

De Tweede Kamer had besloten
na kiezen door heel Nederland:
Generaal Pardon moest onverdroten
terugkeren naar het moederland.

De regering nu, die had gemeend
dit besluit maar te ontkrachten.
Geen gratie werd aan hen verleend
die al zo lang en hoopvol wachtten.

"Bliksems", zei de Generaal
"Sodemieters, allemaal.
Bush die neemt het niet zo zwaar
ontvangt er veel meer elk jaar".

"Balkie, maak nu geen rumoer
doe zoals je grote broer
laat die mensen lekker hier
en doe de meerderheid plezier"

Maar helaas, door de grote mond
van Rita-ik-ben-recht-door-zee
werd Jan Petertje terstond
reserve van de VVD.

Sinterklaas stond toen perplex
zond een boot naar de Spaanse zon
En oude Generaal Pardon
werd opgehaald: nu per-expresse.

Snel met heel erg veel plezier
kwam Generaal Pardon naar hier.
En om het evenwicht te bewaren
mocht Jan Peter,
- met Geert en Rita en Marco en Joost
en alle andere mensen die zich hier niet op hun gemak voelen-
met Sinterklaas
naar Madrid terugvaren.

Smiling addiction

Het liedje van het filmpje van een tijdje geleden bleef rondzingen in mijn hoofd. Om het mijn lezers en mezelf makkelijk te maken, hier een link om de mp3 te downloaden (voor de verandering is dit legaal!) en de songtekst:

Happiness is the absence of common sense, a smoking gun.
Everything wil be just fine just bite your lip and close your eyes
where there are no wars, there is no hope.
Drink to forget what you've seen, this life is just a dream with candy all around
Got a smiling addiction, a smiling addiction,
Got a smiling addiction, treat your smiling addiction, today, today.

Say goodbye to all your pains and feel alive when the feeling's gone
Atrophy of the hardened mind is but a gift from the leading blind
why should we change, when we've got no will
Drink to forget what you've seen, this life is just a dream with candy all around
Got a smiling addiction, a smiling addiction,
Got a smiling addiction, treat your smiling addiction, today, today.

Smile today

Oefenen voor Sinterklaas (5)

Papier maché is prachtig spul. Je kunt er van alles van maken als je handig bent. Even kijken, hoe was het ook weer. Behangselplak en oude kranten, dat waren de hoofdingrediënten.

Ik rommel wat in de oude kast in de schuur, waarbij ik een verbazingwekkende hoeveelheid muggen wakker maak. Horen die niet dood te zijn, begin december? Zowaar vind ik een half pakje behangplakpoeder. Ik woon hier al tien jaar en heb hier nog nooit behangen, dus het is een wonder dat dit pakje bestaat en een nog groter wonder dat ik het terugvind. Eens kijken of het nog werkt. Het is Perfax Super Plus, dus dat geeft hoop.

Een teiltje met op goed geluk wat water. De lettertjes op het pakje zijn erg klein en m'n leesbril (ssst, niet verder vertellen) ligt onbereikbaar ver weg in de kamer. Afstand is een keuze.
Het poeder dat ik in het water gooi vormt een gezellige klont, die ik met de stampotstamper in kleinere klontjes verdeel en daarna met een vork in nog kleinere klontjes. Maar het werkt wel, want in een mum van tijd zijn m'n handen bedekt met een verdacht glibberige laag snot.
De kranten nu. Ik meen me te herinneren dat je die in strookjes moet scheuren, dus na tien minuten ligt het teiltje vol met strookjes oud nieuws. Tevreden over zo weinig tegenslag bedek ik m'n zorgvuldig uitgekozen kado met karton, dat de basis moet vormen van mijn creativiteit. Visioenen van prachtig resultaat vertroebelen mijn blik.

De snotdoorweekte strookjes werken alleen niet leuk mee. Als ik er één uit het teiltje haal, breekt hij meteen en bovendien zit het plaksel er zo dik op, dat ik ieder snippertje uit moet wringen voor het op z'n uiteindelijke bestemming kan komen. Ach, snippertjes zijn ook leuk.
Na een uurtje of twee heb ik alles bedekt met snotpapier en is het onderliggende karton zo doorweekt dat het een nogal vormeloze vorm is geworden.

De rest zal ik u besparen. Het duurde vier dagen op de verwarming tot het stijfsel hard was geworden en toen was er geen modelleren meer aan. Bovendien was m'n kunstwerk zo stevig aan de verwarming gaan hechten dat er nu krant zit aan de verwarming en verwarmingverf aan m'n kunstwerk.
Ergens heb ik iets verkeerd gedaan.

Volgend jaar maar weer gewoon stroop en ketchup.

Zoeken

Tussen het Sinterklaasgedoe door zoek ik naar een antwoord. Waarom moet een kind sterven?

Het enige antwoord dat ik vind is: chaos. Geen doel, geen systeem. Alleen wat er hier en nu is telt. Ik kan en wil niet geloven dat er een god is die dit bestuurt en dan blijven alleen de ondoorgrondelijke toevalligheden van de natuur over.

Dus eet en drink, bemin en geniet van het mooie dat de dag ons brengt.

Alleen vandaag nog niet. Ik blijf nog even huilen en zoeken.

Duizend!

Het is zover! Voor de duizendste keer heeft iemand een pagina van dit weblog aangeklikt. Ja, u bent zich er misschien niet van bewust, trouwe lezer, maar elke beweging van u wordt gadegeslagen door een leger van trouwe rapporteurs, die precies vertellen waar u vandaan kwam gesurft, waar u allemaal op klikte en wanneer. Alleen vertellen ze niet wie u bent, helaas.

Ik kan wel zien waar uw internetprovider gevestigd is. Niet dat ik daarin geinteresseerd ben, dat werkt alleen maar verwarrend. Zo zit mijn provider in Amsterdam en die van mijn buurvrouw in Den Haag. En zelfs in Velzen schijnen providers te zitten, evenals Almere en Bunschoten.

Nee, wie u bent weet ik niet en waar u woont al evenmin. Maar u leest mijn schrijfsels en dat vind ik al heel wat. Of u klikt er alleen maar op om mij een hart onder riem te steken. De goede daad van vandaag: veertig pagina's van webloggers aanklikken, zodat ze het idee hebben dat ze het ergens voor doen.

Ik ken wel de mensen die reacties achterlaten enigszins. Sommigen laten de URL van hun eigen weblog achter. Zo ontstaat er een aardig incestclubje van webloggers die elkaar lezen. Daar schijnen zelfs families van loggers uit te ontstaan, die elkaar "linken". Dat is helemaal niet erotisch, dat betekent dat je op je weblog een aanklikbare koppeling (link, dus) zet naar andere weblogs. En zij weer naar jou.

En omdat verschillende groepen mensen verschillende, maar gezamenlijke voorkeuren hebben, linken ze vooral naar weblogs die ze leuk vinden, waardoor er families van weblogs ontstaan. Maar ja, ik link niet, dus ben ik een weblogwees, zonder familie. Nee, dat is niet waar. Stoere Schrijfster heeft me geadopteerd, dus bij deze één keer een link naar Stoere Schrijfster. En zie je me daar staan, onder "Superschrijvers"? Glimglim. Verkeerd gespeld, maar dat vergeef ik Stoere Schrijfsters graag.
En ook Stan heeft me gelinkt. Stan heeft een herfstdipje, dus graag wat aandacht.

Reacties zijn leuk voor een schrijver, want dan weet ik voor wie ik het allemaal doe. Dus wilt u deze mijlpaal van 1000 klikken meevieren, laat dan uw naam achter als reactie. Als de hele naam te eng is, mag alleen voornaam ook.
Waar dat moet? Onderaan elk stukje staat het woord "comments". Als u daar op klikt wijst het zich vanzelve. Felicitaties, aanmoedigingen, slagroomtaarten e.d. zijn daar ook welkom, uiteraard.

Ik had geen idee waar ik aan begon, twee maanden geleden. Veel geleerd, veel geschreven, het waren twee fantastische maanden. Met uw steun en support gaan we er iets geweldigs van maken. We kunnen het! Op naar de tweeduizend!

En ik beloof dat ik pas bij tienduizend weer zo'n slap stukje zal schrijven.

Naschrift: slechts 3 namen. Ik begrijp het: u bent de lezer, ik de schrijver. Nu, lees dan, in anonimiteit. Ik blijf graag voor u schrijven.

Kort


Onze liefde was een zonsondergang:
Mooi en hevig en het duurde niet lang.

 

Oefenen voor Sinterklaas (4)

Een liedje dit keer, op de melodie van "Moon over Bourbon Street" van Sting

Er schijnt een maan in de Oude Gracht vannacht
In het lamplicht zie ik mensen waar ik stil op wacht.
Ik moet gaan, want mijn zak is al leeg,
maar ik wacht tot ze voorbij zijn in de donk're steeg.

Ik ren en ik klim en ik spring,
terwijl ik zacht een heel oud liedje zing.
Oh mijn schaduw zie je niet en mijn voetstap is zacht
Bij volle maan op de Oude Gracht

Ooit werd naar mij gezwaaid, de herinnering is vaag.
Ik stond dan te juichen, maar dat kan niet meer vandaag.
Ze mogen mij hier niet zien staan
dus sluip ik van schemer naar schaduw in het licht van de maan

Sinds Wilders populair is, ben ik hier illegaal.
Waar is toch die tijd van bonnebonne en kabaal.
Oh mijn schaduw zie je niet en mijn voetstap is zacht
Bij volle maan op de Oude Gracht.

Ik loop regelmatig door het oude centrum rond
van de vroege avond tot aan de morgenstond.
En ik gluur en ik loer door een raam in de nacht.
Ik moet kadoos bezorgen, maar Verdonk heeft nu de macht.

Waarom moet het zo zijn en ik roep de goden aan.
Waarom ben ik ongewenst hier, ik doe ook gewoon mijn baan!
Oh mijn schaduw zie je niet en mijn voetstap is zacht
Bij volle maan op de Oude Gracht.

Zambia

Ooit woonde ik in Zambia. Ver weg en lang geleden.

In Zambia, waar de heks de lopende bomen ondersteboven in de grond heeft gezet, zodat ze met hun wortels zonder bladeren naar boven groeien.

In Zambia, waar midden in het bos een muur staat van minstens twee meter dik, twintig meter hoog en tweehonderd meter lang, waarvan niemand iets weet. Niet hoe hij er is gekomen, niet waar hij voor diende, niet waar hij toe zal leiden.

In Zambia, waar bier een emmer melkachtig vocht is, dat je met je tanden op elkaar moet drinken. Dan blijven de stukken honingraat en de bijenlijken uit je mond.

In Zambia, waar een boze geest onderin de waterput leeft in de gedaante van een slang.

De waterput moest gerepareerd worden en ik was van een degelijke westerse opleiding afkomstig, waar geleerd wordt dat boze geesten niet bestaan. Bovendien was ik verantwoordelijk voor de reparatie van de waterput. Dus vroeg ik om een vrijwilliger om de put te inspecteren.
Iemand die niet afkomstig was uit de streek -en daardoor minder kwetsbaar voor lokale geesten- liet zich naar beneden takelen op de gebruikelijke manier. Eén voet in de emmer, met twee handen de ketting vasthoudend. Z'n collega's lieten de ketting langzaam vieren.

De put stond droog, vreemd genoeg. Dat was het rapport dat we mondeling kregen vanaf de bodem. Toen er een vraag terug de put in werd geroepen, kwam er geen antwoord, ook niet na aandringen. De emmer kwam leeg terug .
Snel werd een tweede vrijwilliger naar beneden gelaten. Even later werd hij moeizaam weer naar boven getakeld, het bewusteloze lichaam van z'n maat tegen zich aan geklemd, één voet in de emmer.

Hij kwam weer bij, de bewusteloze man, en de oorzaak van z'n flauwvallen kon zuurstoftekort zijn geweest. Een volgende vrijwilliger werd neergelaten. Toen hij halverwege was, stortte een deel van de wand van de put in. Hij kwam onbeschadigd weer naar boven.
We hebben een nieuwe put gegraven, op veilige afstand van de oude put.

Ooit woonde ik in Zambia en had ik idealen en principes.

Lang geleden.

Oma

Gisteren droomde ik van mijn oma. Wat is het brein toch een wonderlijk orgaan, dat het na twintig jaar opeens weer beelden tevoorschijn tovert die al die tijd hebben liggen slapen.

Mijn oma is al heel lang dood, daarom heb ik al lang niet meer aan haar gedacht. Dat is jammer, want het is fijn om aan haar te denken.
Oma kwam uit een Belgisch geslacht van schippers die later hun heil gingen zoeken als cafébaas. Dat ik me meer thuis voel in een bruin dan in een grand café zal dus wel genetisch bepaald zijn.

De vader van oma is naar Rotterdam getrokken om daar een schipperscafé te beginnen. Ik ben er nooit geweest, daar hebben de Duitse bommen voor gezorgd, maar ik heb er wel een knus beeld bij. Ruwe bonken in grofgebreide truien die achter een goeie borrel probeerden hun sociale leven weer een beetje bij te spijkeren, tussen de reizen door.
Opa heeft oma weggehaald uit die omgeving en haar een leven van kinderen baren, zorgen en weinig liefde gegeven. Tien kinderen, een wereldoorlog en veel zorgen later was ze oma. Een rol waarin ze tot volledige bloei was gekomen, toen ik ter wereld kwam.

Oma was de prototypische oer-oma. Een Rubensfiguur met een lieve glimlach en onuitputtelijke energie als het om mensen vertroetelen ging. Met zachte dikke knuffelarmen. Als ik bij oma op bezoek was ging altijd de schuifdeur tussen de voorkamer, waar opa zat te werken en de achterkamer waar wij zaten dicht. "Dan kan pa rustig werken", zei oma dan, om vervolgens een doos met gebakjes van Vroon (bakkers hadden toen nog naam) tevoorschijn te toveren. Opa hield niet van luxe en verspilling en kreeg voor straf dus ook geen gebakje. Zo regelde oma dat.
Als je na een bezoek naar huis ging zat er altijd iets lekkers in je jaszak.

Omdat "pa" altijd achter z'n bureau zat, reisde oma in haar eentje onvermoeibaar het land door om haar kinderen te bezoeken. Ze kwam dan met ons spelletjes doen. Vooral "Mens erger je niet" was populair, omdat ze maar niet kon begrijpen dat je je poppetjes alleen maar in de thuisbasis van je eigen kleur in veiligheid kon brengen. Oma liep gezellig met haar pionnetjes bij iedereen naar binnen.

Ze is in haar eentje gestorven, bij een bushalte. Dat is jammer. Haar hart wilde niet meer. Het was waarschijnlijk te groot om oud te worden.

Dag lieve oma, fijn dat je weer even langskwam.

Oefenen voor Sinterklaas (3)

Het waren schoenen die gedwee
bij de kachel stonden.
Heel verschillend alletwee:
een hoekige en een ronde.

Ook waren beide schoenen links
wat vreemd is voor een paar.
De één had in z'n vorm iets flinks,
de ander minder zwaar.

De ene bruin, de ander rood
en allebei niet erg groot.
In één een peen, in d'ander hooi.
De kachel brandde hard en mooi.

Het was een koude dag geweest,
dus loeide hard de haard.
En morgen was het grote feest,
dan kwam Sint met z'n paard!

Een ieder lag al op één oor,
zodat niemand meer meer dacht:
"Zo hard stoken hoeft niet, hoor
ik zet de kachel zacht".

De schoenen bleven heel bedaard
vlak bij de kachel staan.
Al stak die gloeiendhete haard
hun veters bijna aan.

Het hooi ging eerst in vlammen op.
De peen rookte nog stevig,
maar toen gaf hij de weerstand op
en fikte kort maar hevig.

Het kleed vond warmte ook wel fijn
en ging in vlammen heen.
Met passie danste het gordijn
met de vlammen om haar heen.

De koude nacht werd fel verlicht
Toen het hele huis oplaaide,
terwijl het gezin, de ogen dicht
zich voor het laatst omdraaide.

De kleine jongen was niet blij, want hij was heel erg dood.
Maar op het lijstje in de bruine schoen stond: "Brandweerauto. Groot!"

Stank voor dank

Mijn studievereniging deed een beroep. Er was een symposium in Brussel, waar wij samen met onze Groningse collegastudenten heen zouden. Maar Brussel is best ver, zeker voor Groningers, en het symposium begon vroeg, zoals het symposia betaamt. Dus zouden de Groningers een tussenstop maken in Utrecht en of ze dan bij ons mochten slapen.

Na enige overweging heb ik mijn huisje opengesteld voor vier Groninger studenten. Hoewel het verkiezingsavond was en de Grönners om 9 uur van het station opgehaald moesten worden, zou het een hele leuke avond kunnen worden. In het nette hoor, want de kans dat een willekeurige greep uit twintig studenten Kunstmatige Intelligentie zomaar vier bereidwillige Irma's of Ingrids zou opleveren was wel heel klein.

Om negen uur stond ik, in gezelschap van nog wat mensen, bij het vlaggetje (wat tegenwoordig een heel standbeeld is) in de knusse stationshal van Utrecht. Ik speurde wat rond naar hoekige blonde adolescenten of mensen met kaplaarzen. Groot was mijn verbazing toen een drietal wat oudere jongeren en een grijze dame op nog meer leeftijd op ons groepje toeliep. Ze werden hartelijk begroet door onze studievereniging en blijkbaar was het onderwerp van gesprek al snel de leeftijd van de dame op leeftijd. Flarden dreven mijn kant op "Goh, wat knap, zomaar omdat je het leuk vindt" hoorde ik. En daarna hoorde ik de frase die mij nu al uren door het hoofd spookt: "Ja, wij hebben natuurlijk Ben".

"Wij hebben natuurlijk Ben". Hoe dodelijk kan een opmerking aankomen. Ik zag mezelf opeens in een heel ander neonlicht. Niet de man in de kracht van z'n leven, die nog vol enthousiasme probeert nieuwe kennis op te doen, maar meer de freak van dienst.

Ik heb voor straf die hele groep mee naar huis genomen en het werd nog leuk ook. Ik kreeg zelfgebakken kruidkoek en we hebben heerlijk met z'n vijven op Wilders zitten schelden.
De Groningers zijn inmiddels weg, maar twee dingen zijn achtergebleven. In m'n badkamer de erg vieze deodorantlucht van één van de gasten en in m'n hoofd die flard: "Wij hebben natuurlijk Ben".

Naschrift: Communicatie is en blijft lastig. Ik heb inmiddels begrepen dat de frase geuit is in een blijk van waardering en dat ik er dus blij mee had kunnen zijn. Het stukje hierboven geeft dus waarschijnlijk vooral weer hoe bang ik ben om "de freak" te zijn. Voortaan eerst even vragen wat er precies bedoeld is, voor je je stukje gaat publiceren, Ben.

Helden

Wat zijn nu eigenlijk helden, vraag ik me wel eens af. Natuurlijk hebben we Hercules enzo, de prototypische helden. Maar die zijn zo door en door held, dat ze te saai zijn om over te praten. Probleempje hier of daar? Even Hercules fluiten en opgelost. Maakt niet uit hoeveel ogen, slangen of spieren de tegenstander heeft.

Nee, dan Mats Marcker. Aanvoerder van het Nederlands rugbyteam dat in 1998 met 110-0 verloor van Engeland. Mats huilde, toen hij van het veld kwam. Niet omdat z'n mannelijke ego geknakt was door deze grote nederlaag, maar omdat de zoon van de coach onlangs was overleden, omdat het z'n laatste wedstrijd was en omdat hij had gespeeld op het grote Wembley, de bakermat van rugby.

Vandaag is Geert Wilders de held. De held van mensen die het niet kunnen overzien, de mensen die bang zijn voor het vreemde. Ik ben bang dat hij zich hiermee gelegitimeerd voelt om z'n platte praatjes nog botter in de media te brengen.

Gelukkig zijn er ook helden als André Rouvoet en Jan Marijnissen, die zich bewust zijn van de verantwoordelijkheid die een verkiezingsoverwinning met zich meebrengt. Ik hoop dat het ze zal lukken om de komende vier jaar de angst weg te nemen, zodat we ons allemaal held kunnen voelen.

Kiezen en delen

Het is zo ver. We mogen weer kiezen. En daarna gelukkig iets minder Femkes, Wouters, Jannen en Peters op de buis en in de ethers.

Ooit, lang geleden, mocht ik voor het eerst stemmen. Ik vond toen dat ik moest stemmen op een partij die solidair was met mensen die het minder getroffen hadden dan ik. Ik was in Nederland geboren, per ongeluk, en bovendien met een "goed stel hersens". Daar heb ik zelf nooit iets voor hoeven doen.
Andere mensen waren minder gelukkig. Die werden ergens in Afrika of Azie geboren en of ze goede of minder goede hersens hadden was niet zo belangrijk. Eerst maar eens eten. Zij hebben daar ook niets voor hoeven doen.

Ik heb het nog steeds goed. Niet dat ik rijk ben, maar ik heb alles wat ik nodig heb om me gelukkig te voelen. En in Afrika en Azie hebben de mensen het nog steeds minder goed.

Toen ik voor het eerst mocht stemmen lag er al een paar jaar het rapport van de Club van Rome: "Grenzen aan de groei". Sindsdien zijn we alleen maar gegroeid, in economische productie, in consumptie, in welvaart. Groei is vanzelfsprekend. En de schade aan onze leefomgeving is meegegroeid, zoals Al Gore ons weer eens onder de neus wreef.
Zou het nu werkelijk zo erg zijn, zonder groei? Stel dat ik de rest van m'n leven zou moeten leven zoals ik nu doe. Zou dat vervelend zijn? Wat mij betreft niet.

Eigenlijk is er maar weinig veranderd in de afgelopen 25 jaar. Ik zou graag ook eens een zwevende kiezer zijn, maar ook dit jaar zit het er weer niet in.

Links en groen, jullie kunnen op me rekenen.

Dieren

Het zal je niet ontgaan zijn dat de Partij voor de Dieren meedoet aan de verkiezingen. Veel radiospotjes met BN'ers en een lekker dier als lijsttrekker, wat wil je nog meer.

Ik heb het altijd een beetje overdreven sentimenteel gevonden, dat geneuzel over grondrechten voor dieren. Zo lang er nog mensen zijn in de wereld die hun recht op water en voedsel niet kunnen laten gelden moeten die dieren niet zeuren. Dat doen dieren ook niet, ze gaan gewoon dood, vaak na een kort en vervelend leven.

Tot ik me onlangs realiseerde dat de mensen ooit, honderden jaren geleden, net zo over slaven gedacht moeten hebben als wij nu over dieren. Slaven kon je uitbuiten voor je eigen winst, je kon ze gevangen houden en je kon ze transporteren over grote afstanden, waarbij er altijd wel een paar het loodje legden.
Ooit is er een partij geweest die opkwam voor het recht van de slaven en dat vinden wij nu heel terecht. En toen moeten er ook mensen geweest zijn die het sentimenteel gedoe vonden.

Dieren leven, net als wij. Zoogdieren en andere "hogere" diersoorten hebben aantoonbaar een (zelf)bewustzijn.
Misschien kijkt over een paar honderd jaar de mensheid met hetzelfde afgrijzen terug op wat wij nu met dieren doen, als wij nu terugkijken op de slavenhandel.

Misschien helemaal nog niet zo gek, die Partij voor de Dieren.

Smile!

Het gaat goed met Nederland! Weg met die sombere gezichten! Als onze eigen minister president dat zegt, kan ik toch niet anders doen dan mijn steentje bijdragen?

Kijk (klik hier), wees tevreden en stem Balkenende.

Diploma

Waar ben ik mee bezig? Al drie jaar verwaarloos ik carriere, inkomen, gezin en vrienden.
Ik had het in m'n hoofd gekregen om te gaan studeren. En niet gewoon een cursusje, nee, full-time. Een echte beta-studie. Waarschijnlijk een gevolg van hormonale schommelingen die ook bij mannen rond een bepaalde leeftijd gaan spelen.

In het begin was het spannend of ik het niveau aan zou kunnen. Van een brein dat een jaar of tien vooral bezig is geweest met het opvoeden van kinderen en het managen van andere kinderen, kun je toch geen onvoorwaardelijke toewijding meer verwachten.

Dat viel erg mee. Wat ik aan talent tekort kom ten opzichte van mijn twintigjarige klasgenoten, wordt ruim gecompenseerd. Een kamer zoeken, vette feesten, zwaar stappen, verlieven: dat had ik al een keer of wat gedaan in een eerdere fase van mijn leven en dat scheelt al snel een jaar. Bovendien ben ik sterk gemotiveerd. Dat krijg je als je je studie zelf moet betalen. Ik heb m'n moeder nog eens lief aangekeken voor een ouderlijke bijdrage, maar meer dan een stofzuiger zat er echt niet in.

Inmiddels is het nieuwe en spannende er van af. In juli ben ik klaar en krijg ik een bachelor-diploma. Eindelijk een diploma waardoor mijn maatschappelijke status gelegitimeerd wordt.

Groot was mijn ontzetting toen ik hoorde van DBA-Intermediair. Dat is een bedrijf waar je diploma's kunt kopen, volledig wettelijk en geaccepteerd door alles en iedereen. Voor de prijs van twee jaar collegegeld krijg je een keurig diploma, met inschrijving in allerlei registers erbij! "Op basis van je kennis en ervaring" wordt dat diploma verstrekt. Ik vrees dat het enige criterium is of je betaald hebt.

Maar die drie jaar plezier krijg je er niet bij.

Geboorte

Eén van de voordelen van grote kinderen is dat ze onverwacht kadootjes voor me meebrengen. Niet direct voor mij bedoeld natuurlijk, het blijven pubers met een nogal nauwe kijk op wat belangrijk is in het leven, maar per ongeluk. Zo heb ik via mijn dochter al erg mooie nieuwe muziek leren kennen.
Pas kwam ze met een film van Hayao Miyazaki aan: Howl's Moving Castle. De trailer van deze film kun je hier bekijken (downloaden duurt even). Miyazaki maakt tekenfilms in de Japanse stijl. Je zult er ongetwijfeld Pokémon trekjes in herkennen, maar het is absoluut geen Pokémon.

De films van Miyazaki zijn prachtig. Een verhaal vol magie met een goede verhaallijn, goeie ondersteunende filmmuziek, prachtige landschappen. De strijd tussen goed en kwaad wordt uitgewerkt op een subtiele en genuanceerde manier: het kwaad blijkt minder kwaad dan je eerst denkt, maar verliest z'n streken niet.
Walt Disney op z'n mooist, maar met minder suiker en half zo vet.

Bij het kijken van de film raakte vooral de onschuld, moed en volharding van de heldin me. Ze is open en vriendelijk, wordt door het noodlot hard getroffen maar geeft niet op. Zonder verbittering blijft ze doorgaan doelbewust, vastberaden en met liefde. Ja, inderdaad, een sprookje.

Na het zien van de film was ik niet zo vrolijk. Het is hard om uit zo'n mooi sprookje te stappen en weer in de slepende en schokkende wereld terecht te komen. En toen kwam het gedicht.

Je hoort wel eens zeggen door schrijvers of dichters dat ze niet meer zijn dan een hol vat, een doorgeefluik van een hogere boodschap. Die ervaring had ik niet. De woorden kwamen van binnenuit, ergens diep in me. Ik kende ze nog niet in deze volgorde en samenhang, maar ze kwamen zonder moeite naar buiten. Als ik het ene woord had opgeschreven, tuimelde het volgende er gewoon achteraan, zonder peinzen of wringen. Een raar gevoel.
Toen alles er stond heeft m'n hoofd er nog wel een beetje aan geschaafd, hier en daar een woordje veranderd. Het stond er in een kwartier, zonder weeën of persen. En ik ben er blij mee.

Met dank aan de muzen en Hayao Miyazaki.

Oefenen voor Sinterklaas (2)

Als ieder mens een mengsel is
van bloed en weefsel, spier en pees
hoe kan het dan dat vrolijkheid
wordt opgevolgd door angst en vrees?

Als welvaart, groei en "geld is tijd"
ons dorsten stilt, ons streven staakt
waarom is dan aan haat en nijd
en oorlog nooit een eind gemaakt?

Als ik hier rondloop zonder doel
dan vrede voor mijn eigen lust
bereik ik dan ooit mijn gevoel
en leidt het leven me naar rust?

Een lach, een kus, een zonsopgang
muziek die me van binnen raakt
dat is vooral wat ik verlang
als alle voedsel niet meer smaakt.

Het is iets anders dat ons bindt
dan macht en angst en winstbejag
de frisheid van de oostenwind
het gloren van een nieuwe dag.

Wekker

Al eerder bleek mijn geheugen onbetrouwbaar voor het opslaan van afspraken. Daar lag het dit keer niet aan.

Paul Churchland zou spreken! De filosoof en schrijver van het boekje "Matter and Consiousness", waarin ik voor het eerst iets las over het lichaam-geest dilemma en over qualia. Mooie raadsels, waar ik nu niet over ga uitwijden. Dat komt nog, onafwendbaar.
Hij zou spreken op de bevriende universiteit in Amsterdam en ik zou met samen met een groep klasgenootjes de trambusmetro-staking trotseren en er met de trein heen.
Ik zag een gezellige heenreis voor me, een mooie en inspirerende voordracht en bij Frascati een stevige na-boom met veel bier. Tegen de tijd dat we dan weer naar huis togen, zou het helemaal niet meer uitmaken of het openbaar vervoer staakte of niet.

Morgenzorgend als ik soms kan zijn, besloot ik nog even een tukkie te doen, voor we vertrokken. Ik kan erg goed tukkies doen. Tukkies zijn slaapbuien van hoogstens een half uur. Ze doen het geweldig als m'n hoofd duf is van te veel lezen of computeren of college aanhoren (of vroeger: collega aanhoren).
Meer dan een half uur is niet goed voor een tukkie, daar wordt-ie belegen van. Bovendien is wakker worden uit een belegen tukkie geen lolletje. Suf, sloom en hoofdpijn, zo kan ik uit een tukk van anderhalf uur komen.

Goed, ik werd dus een uur te laat wakker, suf, sloom en hoofdpijn. M'n minipiepwekker had ik op 15.05 gezet in plaats van 14.05. Al m'n klasgenoten waren al lang en breed in Amsterdam en ik zou Paul nooit meer op tijd halen. En wat doe je dan...?

Een stukje schrijven!

Knikkers

Heb je hem al gehoord? Hij is in de herhaling, na een half jaar, maar komt nog steeds erg overtuigend over. Een reclame -ik hoor hem vooral op radio 1- over twee meisjes met knikkers. Een warme mannenstem vertelt over de meisjes. Allebei kregen ze een zak met evenveel knikkers.
Meisje één traint zich gek en knikkert dat het een lieve lust is. Maar hoe goed ze ook haar best doet, soms verliest ze.
Meisje twee huurt de beste knikkeraar (v/m) van de klas in en laat deze met haar knikkers spelen, waarvoor de beste knikkeraar (v/m) 2 lousy knikkers per potje krijgt.
Wie heeft aan het eind van het knikkerseizoen de meeste knikkers?

De warme man weet het wel, dat hoor je aan z'n stem. Meisje twee is pas echt slim! Iemand anders voor je laten werken en zelf de meeste knikkers overhouden. En het morgenzorgbedrijf van de warme man wil natuurlijk graag met onze knikkers spelen.

De meeste knikkers overhouden als het knikkerseizoen is afgelopen. Lekker belangrijk.

P.S. Stan is na lang aarzelen ook eindelijk gaan bloggen. Lees hem!

Sponsoren

Ik ben een fan van Google. Ze maken goeie producten die ze gratis aanbieden. Deze blog is er een voorbeeld van, maar ik hou vooral van Gmail. Gmail is geweldig! Geen zorgen meer of je harddisk niet te vol wordt, welke mailtjes je wel of niet moet bewaren of waar je ze moet opbergen. Met Gmail plak je er één of meer labels op en zo is een mailtje zowel onder "werk" als onder "romantisch" terug te vinden (als je bijvoorbeeld verliefd bent op je baas).
En alle spam verdwijnt automatisch in een map die eens in de maand door de oud-papier meneer van Google wordt leeggehaald.

Alles heeft z'n prijs. Om al dit moois te kunnen betalen, laat Google in de kantlijn van ieder mailtje een aantal advertenties zien, die aansluiten bij de inhoud van zo'n mailtje. Google doet dat op basis van statistiek en kunstmatige-intelligentie technieken
Slim en handig en ik heb er geen last van. Ik verbaas me wel regelmatig. Die kunstmatige intelligentie heeft nog wat te leren, volgens mij.

Zie hier de reactie op een heel gewone mailwisseling tussen mij en een vriend, waarin ik me afmeldde voor zijn feestje omdat ik ziek was en hij het jammer vond en me beterschap wenste. Je kent het soort mailtjes wel.
Als je de "gesponsorde koppelingen" bekijkt, lijkt het of we rare dingen met kinderen doen en hij zwanger is.

Kan iemand mij vertellen wat een zwangerschapspiercing is? En wat je daar dan mee doet, als je hem morgen thuis hebt? En wat er precies bedoeld wordt met "inbakeren, armpje vrij, afbouwen"? En wat je dan nog meer kan doen met een multifunctioneel inbakerslaapzakje ?

En of ik ergens aangifte van moet doen???

Gesponsorde koppelingen

Zwangerschaps Piercings
Lage prijzen, uitstekende service ! Vandaag besteld, morgen in huis.

TinyNanny - inbakeren
Multifunctioneel inbakerslaapzakje: inbakeren, armpje vrij en afbouwen.

Webbehaves Underwear
Alles behalve standaard ondermode Ook speciale zwangerschapsondermode

Wel een mooi woord trouwens: "inbakerslaapzakje". Tweehonderd punten bij Scrabble, volgens mij.

Mijn ondergang

Dit is de tekst van een liedje. Je kunt het lezen als een gedicht, maar dan mis je een heleboel. Er hoort namelijk een mooie melodie bij.
Als je het niet verder vertelt zal ik zeggen waar je die melodie kunt horen: hier!

Kenners onder ons herkennen natuurlijk onmiddelijk Elvis Costello. Hij heeft het lied oorspronkelijk geschreven over de scheepswerven in Engeland, die weer werk kregen door de Falklandoorlog. Dat betekende werk voor veel werkloze mannen, maar ook dat hun zoons naar de oorlog werden gestuurd en soms niet meer terugkwamen. Ik heb het omgezet naar een Nederlandse setting: de mijnen in Limburg.
De trompetsolo is van Chet Baker, die in Amsterdam stoned uit het raam van een hotel viel. Een soort Herman Brood avant la lettre, maar dan per ongeluk.

Wat een treurigheid allemaal.

De commentaaroptie onder aan dit stukje staat open voor uitingen van bijval of afkeer. Dan weet ik tenminste of ik hier m'n carriere van moet gaan maken.
O ja, meelezen terwijl Elvis Costello de oorspronkelijke versie op de achtergrond zingt, werkt het beste. Daar gaat-ie.


Is er geld voor
een paar mooie schoenen en een knappe jas voor mij
en een fiets voor die kleine z'n verjaardag

't is een verhaaltje dat al maanden wordt verteld
bij de bakker en de slager
de mijn zou weer open gaan

Zou dat kunnen...
M'n zoon zei "pa ik moet een maandje naar benee
maar met kerst zal ik er wel weer zijn"

't is een verhaaltje dat al maanden wordt verteld
iemand zei dat een ander was ontslagen
voor het vertellen dat er soms dooien lagen
door verstikking en gewoon onder de schragen

Met alle kracht in ons lijf
gravend naar zekerheid
maar we raken de parels kwijt.

't is een verhaaltje dat al maanden wordt verteld
't staat in de krant: ze starten de machines
de mijn gaat open en we gaan weer iets verdienen
En wie geofferd wordt zien we wel weer
je gaat toch-een keer.

We gaan de mijn in
met grote tegenzin.

met alle kracht in ons lijf
gravend naar zekerheid
maar we raken de parels kwijt

Stappen

Hij had z'n nieuwe oranje trui aangetrokken. Dat oogde jong en z'n wat fletse verschijning fleurde er aardig door op. In het trendy café bij het filmhuis ging hij aan een tafeltje zitten en bestelde een koffie. Geen cappuccino ofzo, gewoon eerlijke koffie zoals vroeger thuis.

Het was nog vroeg en niet druk. Na een kwartiertje voor zich uit te hebben gestaard haalde hij z'n notebook tevoorschijn. Speciaal aangeschaft voor deze gelegenheid, toen hij hoorde dat ze hier draadloos internet hadden. Al snel zat hij geconcentreerd te lezen, soms met geruisloze lippen meepratend.

Het was hier beter dan thuis, waar het te stil was en de muren soms op hem afkwamen. Eigenlijk zocht hij gezelschap. Voor de avond of liefst ook nog de nacht en misschien wel de rest van zijn leven. Maar een versierder was hij niet en hij had slechte ervaringen met alleen aan z'n tafeltje zitten wachten tot iemand hém aansprak. Dan voelde hij zich zo bekeken en zielig. Nu had hij daar geen last van, verdiept in de informatie die de digitale wereld hem serveerde.

Het café liep langzaam vol en soms stonden er mensen hinderlijk dicht tegen z'n tafeltje aan, maar eigenlijk was hij niet in het café. De mensen zagen hem niet en hij zag niet meer dan z'n scherm.

Toen de serveerster hem vertelde dat ze gingen sluiten, schrok hij op, pakte z'n notebook in en ging naar huis.

Dat moest hij vaker doen, gezellig.

Kinderfiets

Op mijn fietspad staan veel stoplichten. Het is dan ook een kilometer of zeven lang en gaat dwars door de stad. Bussen, trams, taxi's en zelfs auto's krijgen op allerlei plaatsen de kans mijn fietspad over te steken, dat is goed geregeld. De fietsers moeten dan wachten, maar doen dat eigenlijk maar zelden.
Vooral waar mijn fietspad net onder het station door is gekomen, zijn veel stoplichten na elkaar en maar weinig verkeer. Alle fietsers gaan daar dan ook gewoon door, wat voor kleur het stoplicht ook heeft.

Gisteren niet. Gisteren stond er een enorme bult fietsers achter het stoplicht te wachten. En er was niet eens politie in de buurt. De hele bult fietsers stond achter een meisje met staartjes en roze linten. Een klein meisje met haar moeder, waarschijnlijk voor het eerst helemaal zelf op de fiets naar de stad. En de moeder was aan het uitleggen over oppassen en uitkijken en oranje en rode lichten en veel verkeer. En de bult fietsers luisterde mee en bleef netjes wachten tot het licht groen werd.

Zo worden kleine meisjes verwelkomd in fietsersland.

Oorverdovende stilte


Al eerder
schreef ik dat het hier behoorlijk stil kan zijn als je de omgevingsgeluiden negeert. Als ik aan het studeren ben, vind ik die stilte wel lekker, maar het kan ook té stil worden.
Ik heb nu iets gevonden waarmee ik in een handomdraai m'n eigen herrie kan produceren, door het mengen van natuurgeluiden. Ideaal!

Met één druk op de knop zit ik diep in het bos, op een vriendelijk lenteweitje of op het strand. Of 's nachts bij een kampvuur op een stormachtig lenteweitje in de jungle tijdens onweer aan zee.
En als ik die duiven te dominant vind of wel genoeg heb van insecten zet ik ze zacht of gewoon uit. Erg relaxed. Moet je eens met echte duiven proberen.

Ik moet alleen na een uurtje of zo wel even compenseren met keihard Nirvana. Een ander soort natuurgeluiden. "Olifantje!... Olifantje!... Olifantje!... Olifantje!..."

Je kunt hier een gratis probeerversie van Atmosphere lite downloaden.

Jij bent een prachtige eikel

Naar aanleiding van het stukje van eergisteren kreeg ik van een trouwe lezer (en hele goeie vriendin) het volgende toegestuurd. Inspirerend, zeker voor een vader van zichzelf ontdekkende pubers.

Dit speelt zich af in het zuiden van Afrika, overigens.

In the Babemba tribe, when a person acts irresponsible or unjustly, he or she is placed in the center of the village, alone, unfettered. All work ceases. The entire village gathers around the accused individual. Then each person of every age begins to talk out loud to the accused. One at a time, each person tells ALL THE GOOD THINGS the one in the center ever did in his or her lifetime.

Every incident, every experience that can be recalled with any detail and accuracy, is recounted. All positive attributes, good deeds, strengths, and acts of kindness are recited carefully and at length. No one is permitted to fabricate, exaggerate or be facetious about the accomplishments or positive aspects of the accused person.

The tribal ceremony often lasts several days, not ceasing until everyone is drained of every positive comment that can be mustered. At the end, the tribal circle is broken, a joyous celebration takes place, and the person is symbolically welcomed back into the tribe. Necessity for such ceremonies is rare.

Bonnebonnebonne

Als de dagen korter worden en de temperatuur eindelijk onder de 20 graden daalt... Als de zomertijd weer is afgelopen en we het uurtje dat we in maart hebben gespaard zonder rente terugkrijgen. Als het Kruidvat chocoladeomhulde Kruidvatnoten in de schappen legt.

Dan...dan weet je dat het bonnebonnebonne tijd is. Sinterklaas is nog niet eens in Nederland, maar overal in het land beginnen dienders al geld bijeen te zamelen voor het grote feest. Ze verstoppen zich in portiekjes en om hoekjes, richten leuke fuiken in en houden je zonder schaamte aan voor een bijdrage, als bijvoorbeeld je licht het niet doet.
De wat sportievere collegadiender begeeft zich in de ochtendspits op zo'n kekke mountainbike tussen de stroom fietsers die van het station naar het oosten loopt. Hij betrapt je bij stoplichten die net niet meer helemaal oranje zijn of al bijna groen, maar waar je toch doorfietst. Hij is uiterst correct en vriendelijk bij het vragen naar je naam en adresgegevens, zodat ze een acceptgiro voor een donatie kunnen toezenden. Wat fijn toch dat, dank zij de sterke arm van Nederland de normen en waarden nog eens onder de aandacht worden gebracht.

Inderdaad, ik ben gepakt voor zonder licht ('s avonds) en rood licht ('s ochtends daarna).
En nu ophouden met lachen!

Normen en Waarden

Wat moet je daar nu van denken? Saddam is ter dood veroordeeld. Uit het oogpunt van wraak en genoegdoening aan de vele honderden (duizenden?) mensen aan wiens dood hij schuldig is, is het wel terecht. Ook binnen de context van de cultuur van Irak klopt het waarschijnlijk wel. Daar doen ze niet zo erg aan heropvoeding, geloof ik.

Het staat in schril contrast met de dood van Botha, de dictator uit het Zuid Afrika van mijn jeugd. Die man was ook schuldig aan honderden (duizenden?) moorden, maar mocht gewoon z'n leven lijden* en een natuurlijke dood sterven. Hij heeft verbitterd z'n laatste jaren gesleten en nooit enige vorm van spijt betoond.

Je hebt een groot mens als Nelson Mandela nodig om gevoelens van wraak en genoegdoening om te zetten in iets positiefs. Ik vrees dat onze Jan Peter Balkenende en zijn grote broer George Bush deze grootheid niet hebben. Allebei verwelkomden ze het doodvonnis, ondanks hun zelfverkondigde christelijke normen en waarden.

Saddam gaat dood en ik zal er geen traan om laten. Maar blij wordt ik er ook niet van.

*dit is geen spelfout

 

Boek


Dit is een camouflageboek. Erg handig als je niet wilt dat iemand ziet dat je leest in bed.
Je kunt het hier kopen.

 

Paradijs

Over een tijdje kunnen we allemaal zelf ons individuele ideale TV avondje programmeren.

Schoolplein / bedrijfskantine / koffieautomaat nu:

- Hé Jop, heb je gisteren PSV gezien? Vette actie van Koné, hè?
- Ja. Stom van die lui van Galatasaray dat ze Farfan neerlegden. Konden ze met 10 man verder. Heb jij ook gekeken, Maarten?
- Ja, mooie wedstrijd. Ik dacht in de eerst helft dat ze het niet zouden redden, maar na de rust ging het een stuk beter.
- En toch die Cruijff maar zeuren dat PSV het niet helemaal is, hè.
- Ach, Cruijff wil altijd moeilijk doen.

Schoolplein / bedrijfskantine / koffieautomaat straks:

- Hé Jop, heb je gisteren PSV gezien? Vette actie van Koné, hè?
- Nee, ik ben nog de eredivisiewedstrijden van zondag aan het bekijken. Best wel veel werk, al die integraal opgenomen live wedstrijden.
- Oh. Heb jij PSV gezien, Maarten?
- Nee, ik zit net in 2 weken lang de hele avond GTST. Afleveringen uit 1990, hartstikke retro.
- Oh. Nou het was best cool, die wedstrijd.

 

Weessokken

Zoals ik al schreef in het stukje over de stofzuiger heb ik een hekel aan huishouddingen. Wassen is één van de ergste. Wassen is namelijk niet alleen die kleren uitzoeken (waar is die nieuwe felrode boxershort) en in de machine stoppen, maar ook nog eens ophangen in m'n veel te kleine huisje.

"Maar B&", zeggen dan mijn vrienden (m/v), "koop dan toch een droger". Heb ik al, volledig geintegreerd in m'n wasmachine, met oog op de ruimte. Maar die droger zorgt dat alle kleren erg zonder vorm worden. Sommige T-shirts van mij zijn nu breder dan dat ze lang zijn en dat ligt niet aan mijn figuur.

Goed: was hangt, was droogt (en soms duurt dat heel lang en hoopt Nog Meer Was zich op). Daarna was weer ván de lijn, wéér uitzoeken en opvouwen. En als dat proces voltooid is, terugkeren naar de wasophoopplaatsen om het proces van voor af aan te beginnen. Uitzichtloos, zinloos, hopeloos en mensonterend (hoewel een kleinigheid vergeleken bij kindermijnwerkertjes in Bolivia of ballennaaiertjes in Azië).

Alsof dat niet ellendig genoeg is, wordt mijn brein tijdens dit proces geplaagd door rare problemen. Waarom kruipt alle was in de wasmachine bijvoorbeeld door de kleine opening in mijn dekbedovertrek, zodat ik het er weer uit moet gaan peuteren?
Maar het ergste zijn de weessokken. Dat zijn sokken die in hun eentje uit de was komen. Sokken gaan er altijd gezellig met z'n tweeën tegelijk in, bij ons thuis. En dan is er bij de ophang nog maar één over.
Ik laat die ene na het drogen nog aan het rekje hangen. Misschien komt z'n maatje een trein later. Maar als ook in die ronde geen partnersok verschijnt, gaat hij in z'n eentje in het sokkenlaatje. Naast die vijf à zes andere weesjes, die natuurlijk allemaal verschillend zijn.

Eén keer heb ik er eentje teruggevonden, in een hoekje van zo'n dekbedovertrek. Daar moet-ie al maanden hebben gezeten. Ik moest even iets wegslikken, toen ik hem weer met z'n wederhelft verenigde.

 

Vandaag blijf ik in bed

Onze stad wordt bevolkt door veel bussen. Er is nooit een echte tramcultuur ontstaan, zoals bij onze grote Noorderbuur. De tram bij ons heet sneltram en geeft je niet echt een tramgevoel. Op trams zoals ik die nog ken uit Rotterdam, zat een vriendelijk belletje dat je waarschuwde als hij weer ging rijden. De trams hier hebben een soort scheepstoeter waarmee fietsers uit de weg worden geblazen.

Maar het gaat hier over de bus en wel de bus waar ik vanochtend achter fietste in de Burgemeester Reigerstraat. In die straat heb je alle soorten verkeer bij elkaar, van twee kanten, gecombineerd met veel parkeerhavens en winkels. En het is er erg smal. Je moet er geen haast hebben, want niets kan elkaar inhalen en dus rijdt iedereen even hard als de langzaamste. Dat is meestal een groepje fietsers.

Vandaag schoot het helemaal niet op. De bus voor me reed heel erg stapvoets en bleef dat doen. De rij auto's en fietsen en nog meer bussen achter ons groeide. Ik werd erg benieuwd hoe de fiets die voor deze bus reed overeind kon blijven bij deze snelheid en haalde de bus via de stoep in.
Het was geen fiets, het was een bed. Een bed met een motor, waarop een man met een blij gezicht voor de bus uit sukkelde. De man en het bed hoorde bij een revalidatiecentrum, de Hoogstraat, dat helemaal niet in de Hoogstraat is gevestigd. Sterker nog, er bestaat helemaal geen Hoogstraat in onze stad.

De man was blij en had geen haast. En de stad achter hem haalde adem.

 

Oefenen voor Sinterklaas

Ik hou van bananen
met mooie meisjesnamen
en van vragen die klagen
dat ze nog niet zijn gesteld

Ik hou van dromende koeien
en van echter dan echt
en ik wil met je praten
als je meent wat je zegt.

Ik hou van prachtige breinen
en van slapen in treinen
en van vogels die vliegen
zonder denken waarom

Ik hou van zingende fietsers
en van trouw en oprecht
en ik wil met je vrijen
omdat je meent wat je zegt.

 

Feestjes

Aan de overkant van het kanaal ligt de A2. Daar rijden auto's, onophoudelijk tenzij ze in de file staan. Door het kanaal varen schepen. Ook onophoudelijk, tenzij het eerste kerstdag is. Het is daardoor rustig wonen hier, want de herrie die auto's en schepen maken is een monotone ruis, die makkelijk door je brein als onbelangrijk weggefilterd wordt.
Vooral 's avonds laat, als de auto's moe zijn van het rijden en staan uit te rusten, kan het echt stil zijn.
Tot er in de verte een dancebeat hoorbaar wordt. Het lijkt of er een auto de straat in komt rijden met de nieuwste versie bassboomers op de achterbank. De dreun wordt steeds sterker en langzaam worden ook de hogere tonen hoorbaar.

Als ik zin heb in een heel klein feestje ga ik dan voor het raam staan wachten. Langzaam komt dan een schip in beeld. Meestal een lang en hoog schip, met veel raampjes en aan de achterkant een grote ruimte met veel glas. Op het schip en achter de raampjes brandt veel licht, zodat ik goed kan zien wat er allemaal gebeurt. Het is feest, dat is duidelijk. De grote ruimte is gevuld met ritmisch bewegende mensen die in gekleurd licht plezier hebben.
Tenminste, dat lijkt zo als je vanaf een afstand naar het feestje kijkt. De hinderlijke zatlappen, de ongelukkige muurbloempjes, de verveelde barhangers: ze smelten vanaf een afstand samen tot een prettig feest.

Het feestje duurt voor mij twee minuten en verdwijnt langzaam uit beeld en gehoor. Precies lang genoeg om een feestelijk gevoel achter te laten zonder kater.
Zo zal ongetwijfeld ooit statistisch aangetoond worden dat kanaalbewoners langer en gelukkiger leven. Die hebben schepen die feestgevoel komen brengen, ongevraagd aan huis.

 

So Hi(gh)!

Vandaag kwam ik er twee tegen. Je kent ze wel, die mensen die lopen te praten zonder dat er iemand in de buurt is. Eén ervan was een vrouw in trainingspak achter een winkelwagentje. Ze was een beetje slonzig en had sluik vettig haar. Ik hoorde haar achter me aan komen rammelen in m'n favoriete discountsuper. Wat is het toch in de spraak van mensen waardoor je weet dat er geen gesprekspartner in de buurt is? In de trein hoor ik het ook meteen, als iemand zit te mobellen. Misschien praten ze net iets te hard of zit het in de intonatie of het ritme van het gesprek.

De vrouw achter het winkelwagentje sprak samenhangend en duidelijk en was aan het overleggen over boodschappen. Maar het was niet helemaal duidelijk of ze dat met haar multipele gespleten persoonlijkheid deed of gewoon met haar levenspartner die op bier zat te wachten. Er waren in ieder geval geen tekenen van electronica aan haar lichaam te zien. Na een tijdje viel ze stil en winkelde doeltreffend verder. Toen ik haar vroeg of ze aan het bellen was, toonde ze me trots haar linkeroor door heur haar opzij te duwen. "Bluetooth", zei ze, "Heb je tenminste je handen vrij".

Onderweg naar huis kwam ik langs een allenige man die een bordje stond te bestuderen waarop stond wat je allemaal niet mocht doen in het park. Hij was er ernstig verontwaardigd over en praatte op hoge toon. In het Italiaans, als ik het goed had. Hij had kort haar en z'n beide oren waren goed zichtbaar. Er zat niks in.
Misschien was hij stoned of gek. Of hij had ergens een telefoonchip laten implanteren.

Ik ben voorzichtig geworden met conclusies trekken.

 

Over

Dit is een stukje over over. Over is altijd een heel gewoon voorzetsel geweest. Niet zo gewoon als in of op, want het heeft meer betekenissen. Je kunt ergens over lopen, maar je kunt ook ergens over praten en dat is niet hetzelfde.

Dat gaat veranderen! Ik weet het zeker, want het is al overgewaaid naar onze kleinste grootste stad van Nederland. En als het daar eenmaal is, is de opmars niet meer te stuiten.
Het komt allemaal door de übersexueel. Vanaf nu schrijf ik dat met een hoofdletter, want die puntjes is veel gedoe. De Ubersexueel (ook wel metrosexueel genoemd) is een man die stoer en zacht is, doelbewust, krachtig en viriel, maar die ook (wel eens) make-up gebruikt.
Het gaat niet om dat soort mannen, maar het gebruik van Uber. Opeens mocht dat voorvoegsel weer gebruikt worden in de media, na meer dan zestig jaar nare associatie met Ubermensch. Een Ubermensch mocht zeker geen make-up.

Uber werd opgepikt. Ubercool kwam en dat had niets te maken met ijskoud, maar meer met vet gaaf. Al snel werd Uber voor meer bijvoegelijk naamwoorden gezet. Uberleuk, Ubershit, verzin het.
Maar sinds kort is er over. Eén van mijn kinderen was laatst overblij. Het staat wel kaal, alsof iemand overblijven wilde schrijven, maar in een afasieaanval terecht was gekomen. Het is in ieder geval voor de post-pubers wel te volgen: overhaast en overenthousiast zijn hele klassieke woorden. Of overgekookt er ook onder valt is discutabel.

Dus bereid uzelve voor op overmatig gebruik van over op allerlei rare plaatsen. Over en uit.

 

xAnne

Ik kwam net uit de stad toen m'n mobiel ging. Volgens de display was het xAnne. Zo heet ze niet echt, dat is het trucje dat ik heb bedacht om te zorgen dat mensen die met een 'A' beginnen niet voordringen in m'n kieslijstje. "Leuk", dacht ik nog. Ik had haar een tijdje geleden gesproken en het is fijn om met haar te praten.
Anne meldde me dat ze op het station stond. Dat was raar, want ze woont en werkt in Nijmegen. Misschien een dagje uit geweest in Utrecht of gewoon weggelopen bij haar gezin.
Ze bleek op het station van Nijmegen te staan, om mij op te halen. We hadden een afspraak om 6 uur en zouden samen gaan eten.
Ik wist van niks, maar er begon een alarmpje af te gaan. Dat vorige gesprek, lang aan de telefoon gehangen, afspraak gemaakt. En die was niet in m'n agenda terecht gekomen...En zelfs een agenda die piept als je een afspraak hebt, helpt niet als je er niks in schrijft.

Met een heel erg spijtend hart heb ik haar verteld dat ik niet alsnog naar Nijmegen kwam, want ik zou vanavond hard werken. Er moeten 3 websites af, een boek over Taal en Geheugen gelezen en samengevat worden en bovendien heb ik zondag een auditie.
Wat een sukkel.

Sorry Anne.

 

Herfstvlinder





Deze foto is gisteren genomen, in m'n T-shirt en in m'n tuin. Het was 20 graden en deze vlinder vond dat niet erg.
Je kunt wel zien dat hij al oud is (de vlinder). Z'n linkervleugel begint al een beetje af te bladderen.

 

Stofzuigers

Ik heb een haat-liefde verhouding. En op dit moment is de liefde ver te zoeken.

Het huis waar we met z'n drieen in wonen is niet groot. Je zou het zelfs klein kunnen noemen. Mijn hele huis is te stofzuigen vanuit één stopcontact, naast de deur in de woonkamer. En daar hebben we meteen mijn haat-liefde te pakken: de stofzuiger. Ik vind stofzuigen stom, net als alle andere huishoud-opruim en schoonmaakdingen waarmee je weer opnieuw kunt beginnen als je net klaar bent.
Een stofzuiger koop ik dan ook het liefst niet. Als het echt niet anders kan, koop ik een hele goedkope, bij de Kijkshop ofzo. Stofzuigerwinkels met heren in pakken vertrouw ik al helemaal niet: die mannen hebben nog nooit iets in het huishouden gedaan, dat zie je zo. Ze praten over stofzuigers dan ook alleen maar in termen van vermogen. Deze is 2000 Watt, zeggen ze dan trots. Maar Watt zo'n stofzuiger dan beter kan blijft een beetje onduidelijk. Eentje van 2000 kan vast niet makkelijker onder m'n kastjes dan een van 1600. En papieren of kleedjes die gewoon moeten blijven liggen, daar blijft-ie ook vast niet vanaf.

Maar een lekkere stofzuiger is om van te houden. Dat merkte ik, toen m'n moeder me een stofzuiger gaf voor m'n verjaardag. Een echte, want van Bosch. Die van mij heetten altijd Kaiwa Turbo ofzo. M'n moeder zette resoluut de laatste Kaiwa bij de stoeprand en vanaf dat moment zoefde ik razendsnel met m'n kleine Bosch door het huis. Tot hij het gisteren verdomde. Hij gaf geen kik of zucht meer.
Sinds er programma's op TV zijn als Kassa en Opgelicht ga ik nooit meer met een kapot apparaat terug naar de winkel. Ik maak het open, probeer het probleem met ratio en deduceren en combineren te achterhalen, wat maar zelden lukt. Vervolgens zet ik het apparaat weer in elkaar en meestal doet-ie het dan weer.

Zo niet de Bosch.
Om hem uit elkaar te halen moest ik rare schroefjes losdraaien met een sterretje in plaats van een gleuf of een kruis. De Kijkshop is gelukkig niet ver en de schroevedraaiers niet al te duur. Binnenin zag het er allemaal prima uit. Deutsche Gründlichkeit troef. Niets doorgebrand, geen losse draadjes: de Bosch zou het gewoon moeten doen, maar hij verdammte het, noch mal.

M'n mooie vrije middag begon al ouderdomsverschijnselen te vertonen, toen ik het maar opgaf. De Bosch was overleden in de kracht van z'n leven aan een onbekende ziekte. Ik zou voor de tweede keer naar de Kijkshop moeten.
Toen ik m'n mobiel van de oplader haalde, begon het licht te dagen in een ver hoekje van mijn brein. De mobiel was nog steeds leeg. Dat was wel erg veel pech voor één dag. Hij zat in hét stopcontact, waar ook de Bosch in had gezeten...

De Bosch is nu, via een ander stopcontact, weer tevreden. Weet iemand waar je stopcontact-opladers kan kopen?

 

Fiets

Een fiets is meer dan een paar wielen
Een fiets is meer dan een frame
Een fiets is veel meer dan een voertuig
Dat je voert over asfalt en leem

Een fiets is meer dan zijn trappers
Veel meer dan enkel zijn stuur
Een fiets is meer dan de ketting
Al staat-ie haast nooit in de schuur

Een fiets is meer dan de spaken
Meer nog dan een zadel of bel
Een fiets is ook meer dan zijn banden
Meer dan zijn versnellingstoestel

Een fiets is veel meer dan een rijwiel
Een fiets is meer dan vervoer
Een fiets, dat is het kutding dat altijd een lekke band heeft als je in
the middle of nowhere in de regen staat kou te vatten zonder warme
kleren omdat Erwin Kroll had gezegd dat het wél lekker weer was om te gaan fietsen

Morgenzorgers

Gelukkig ken ik er niet zo veel: morgenzorgers. Maar via de radio hoor ik ze wel vaak praten over veiligheid, plannen en opletten. Soms bellen ze me onder het eten, met vooral vragen over mijn financiële toekomst. Om er later warmpjes bij te zitten moet ik nu m'n eten koud laten worden.
Morgenzorgers houden ook erg van procedures, vastleggen en notuleren. En van verzekeren natuurlijk. Dan heb je altijd iets om op terug te vallen als het mis gaat.

Dat is jammer, want morgenzorgers zijn meestal lieve mensen. Daarom deze uitzonderlijk lange bijdrage, gestolen van Harrie Jekkers.

Voor alle morgenzorgers en levenslieverds.

Hoe de man in de wolken eigenlijk heette
En waar hij vandaan kwam, was onbekend.
In het dorp beneden wou ook niemand dat weten
De man in de wolken, zo stond hij bekend.
De man in de wolken kwam nooit naar beneden
Alleen, maar volmaakt gelukkig was hij
En dat had een bijzondere reden
Aan de muur van zijn huis hing een prachtschilderij.

De man in de wolken kon er uren naar kijken
In schoonheid gingen zijn dagen voorbij.
Een hoger geluk kon hij niet bereiken
Dan kijken en kijken naar het prachtschilderij.
En vaak zag je mensen naar boven toe lopen
Naar de man in de wolken met het prachtschilderij.
De deur van zijn huis stond voor iedereen open
Kom er maar in, zei hij altijd gastvrij.
En iedereen gaf hem omdat het zo hoorde
Een brood of wat wijn, als een soort van entree.
Dat was door de jaren gewoonte geworden
Voor de man in de wolken nam je iets mee.
En op een stoel naast de man in de wolken gezeten
Werd alles opeens zo helder als glas.
Het prachtschilderij deed je even vergeten
Hoe treurig en lelijk het leven soms was.

Het was een landschap zo mooi, zo schitterend leeg
Zo moest het geweest zijn toen de wereld begon.
Je kon zien hoe alles een vorm en een kleur kreeg
In het licht van een eindeloos opgaande zon.

Op een dag kreeg de man in de wolken bezoek
Van een vreemdeling die hem een hand gaf en zei
"U schijnt de bezitter te zijn van een doek
Dat beneden bekend staat als het prachtschilderij."
De man in de wolken zei: "Komt u maar binnen."
De vreemdeling ging voor het landschap staan
En raakte vervolgens totaal buiten zinnen.
"Het is niet te geloven, hoe komt u hieraan
Een meesterwerk en kijk toch eens even
Compleet met lijst en signatuur.
Meneer, u bent binnen voor de rest van uw leven
Hier hangt een gigantisch fortuin aan de muur."

De man in de wolken wilde vergeten
Wat de vreemdeling hem die dag had verteld
Maar er was iets veranderd, alleen door te weten
Dat schoonheid was uit te drukken in geld.
Tegen bezoekers zei hij steeds vaker
"Raak het niet aan, kom niet te dichtbij."
Hij veranderde langzaam in een bewaker
Een voorzichtige man met een prachtschilderij.
En toen kwam de angst en kwamen de dromen
Dieven die schreeuwden kom hier met dat doek.
En zo is het slot op zijn voordeur gekomen
En kreeg de man in de wolken steeds minder bezoek.

De man in de wolken dacht soms nog even
Terug aan de tijd toen het prachtschilderij
Nog aan iedereen troost en warmte kon geven.
Maar zo mocht hij niet denken, die tijd was voorbij.
Hij moest het beschermen, desnoods met zijn leven
Dat was hij aan de schoonheid van het landschap verplicht.
Een diefstal zou hij zichzelf nooit vergeven
Dus deed hij alles wat dicht kon nog dichter dan dicht.
Maar toch werd bij banger, geen nacht die voorbijging
Of hij hoorde de dieven en ze vonden het vast
Want ze wiste dat het bij hem aan de muur hing
En toen sloot hij het landschap op in een kast.

Maar de plek waar het prachtschilderij had gehangen
Werd leger en leger en op den duur
Werd de man in de wolken gek van verlangen
En hing hij het landschap terug aan de muur.

Die nacht heeft hij uren en uren gekeken
Naar de vormen, de kleuren en de opgaande zon
Maar de glans was verloren, de schoonheid geweken
Alsof hij niet meer goed kijken kon.
Toen opeens zag hij alles zo helder als glas
Daar hing in een lijst zijn angst aan de muur
Die nacht in de wolken begreep hij dat pas
En smeet hij het prachtschilderij in het vuur.
De man in de wolken zag het landschap verkleuren
En de opgaande zon in vlammen opgaan.
Toen stond hij op, deed het slot van zijn deur
En verbaasd bleef de man in de wolken toen staan.

Hij zag een landschap zo mooi, zo schitterend leeg
Zo moest het geweest zijn toen de wereld begon.
Hij zag hoe alles een vorm en een kleur kreeg
In het licht van een prachtige opgaande zon.

Harrie Jekkers (1991)