Stank voor dank
Mijn studievereniging deed een beroep. Er was een symposium in Brussel, waar wij samen met onze Groningse collegastudenten heen zouden. Maar Brussel is best ver, zeker voor Groningers, en het symposium begon vroeg, zoals het symposia betaamt. Dus zouden de Groningers een tussenstop maken in Utrecht en of ze dan bij ons mochten slapen.
Na enige overweging heb ik mijn huisje opengesteld voor vier Groninger studenten. Hoewel het verkiezingsavond was en de Grönners om 9 uur van het station opgehaald moesten worden, zou het een hele leuke avond kunnen worden. In het nette hoor, want de kans dat een willekeurige greep uit twintig studenten Kunstmatige Intelligentie zomaar vier bereidwillige Irma's of Ingrids zou opleveren was wel heel klein.
Om negen uur stond ik, in gezelschap van nog wat mensen, bij het vlaggetje (wat tegenwoordig een heel standbeeld is) in de knusse stationshal van Utrecht. Ik speurde wat rond naar hoekige blonde adolescenten of mensen met kaplaarzen. Groot was mijn verbazing toen een drietal wat oudere jongeren en een grijze dame op nog meer leeftijd op ons groepje toeliep. Ze werden hartelijk begroet door onze studievereniging en blijkbaar was het onderwerp van gesprek al snel de leeftijd van de dame op leeftijd. Flarden dreven mijn kant op "Goh, wat knap, zomaar omdat je het leuk vindt" hoorde ik. En daarna hoorde ik de frase die mij nu al uren door het hoofd spookt: "Ja, wij hebben natuurlijk Ben".
"Wij hebben natuurlijk Ben". Hoe dodelijk kan een opmerking aankomen. Ik zag mezelf opeens in een heel ander neonlicht. Niet de man in de kracht van z'n leven, die nog vol enthousiasme probeert nieuwe kennis op te doen, maar meer de freak van dienst.
Ik heb voor straf die hele groep mee naar huis genomen en het werd nog leuk ook. Ik kreeg zelfgebakken kruidkoek en we hebben heerlijk met z'n vijven op Wilders zitten schelden.
De Groningers zijn inmiddels weg, maar twee dingen zijn achtergebleven. In m'n badkamer de erg vieze deodorantlucht van één van de gasten en in m'n hoofd die flard: "Wij hebben natuurlijk Ben".
Naschrift: Communicatie is en blijft lastig. Ik heb inmiddels begrepen dat de frase geuit is in een blijk van waardering en dat ik er dus blij mee had kunnen zijn. Het stukje hierboven geeft dus waarschijnlijk vooral weer hoe bang ik ben om "de freak" te zijn. Voortaan eerst even vragen wat er precies bedoeld is, voor je je stukje gaat publiceren, Ben.
3 opmerkingen:
Je moet het ze niet kwalijk nemen. Op die leeftijd had ik ook een Ben in de zaal. En ja, je wijkt dan eenmaal een beetje af. Maar daar is niets onaardigs mee gezegd hoor! :-)
Jippie, misschien promoveer ik nog wel eens tot gezegde:
"Een Ben in de zaal hebben": in het gezelschap verkeren van een betweterige 40-plusser ;)
Wat? Ben je al 40+? Ik schatte je op 39. Hooguit.
Onze Bennen bij geschiedenis waren ver in de vijftig. Die waren niet meer tot goede historici te kneden. Teveel eigen mening.
Een reactie posten