Kiezen en delen

Het is zo ver. We mogen weer kiezen. En daarna gelukkig iets minder Femkes, Wouters, Jannen en Peters op de buis en in de ethers.

Ooit, lang geleden, mocht ik voor het eerst stemmen. Ik vond toen dat ik moest stemmen op een partij die solidair was met mensen die het minder getroffen hadden dan ik. Ik was in Nederland geboren, per ongeluk, en bovendien met een "goed stel hersens". Daar heb ik zelf nooit iets voor hoeven doen.
Andere mensen waren minder gelukkig. Die werden ergens in Afrika of Azie geboren en of ze goede of minder goede hersens hadden was niet zo belangrijk. Eerst maar eens eten. Zij hebben daar ook niets voor hoeven doen.

Ik heb het nog steeds goed. Niet dat ik rijk ben, maar ik heb alles wat ik nodig heb om me gelukkig te voelen. En in Afrika en Azie hebben de mensen het nog steeds minder goed.

Toen ik voor het eerst mocht stemmen lag er al een paar jaar het rapport van de Club van Rome: "Grenzen aan de groei". Sindsdien zijn we alleen maar gegroeid, in economische productie, in consumptie, in welvaart. Groei is vanzelfsprekend. En de schade aan onze leefomgeving is meegegroeid, zoals Al Gore ons weer eens onder de neus wreef.
Zou het nu werkelijk zo erg zijn, zonder groei? Stel dat ik de rest van m'n leven zou moeten leven zoals ik nu doe. Zou dat vervelend zijn? Wat mij betreft niet.

Eigenlijk is er maar weinig veranderd in de afgelopen 25 jaar. Ik zou graag ook eens een zwevende kiezer zijn, maar ook dit jaar zit het er weer niet in.

Links en groen, jullie kunnen op me rekenen.

Geen opmerkingen: