Fin

Veel mooier dan "The End" vind ik het altijd als er "Fin" staat, aan het einde van een film, ook als het helemaal geen Finse film geweest is.

Dit is mijn 300ste schrijfsel. U kwam ruim 7000 keer lezen in het afgelopen jaar en hebt ruim 11000 keer op mijn weblog geklikt. Ik ben ongeveer een jaar geleden begonnen en heb dus ongeveer 60 keer gespijbeld.
En nu ben ik klaar. Ik heb een jaar lang mijn gedachten en gevoelens, mijn geluk en verontwaardiging, mijn lied en mijn leef met jullie gedeeld. Ik ga ze nu weer reserveren en delen met mensen die ik aan kan kijken en aan kan raken.

Toen ik begon wist ik niet dat ik kon schrijven en dat ik schrijven leuk kon vinden. Het is mooi om te ontdekken dat ik dat talent heb.
Ik heb zelf dingen ontdekt en heb ook mensen de kans gegeven om mij te ontdekken, zonder dat ik vooraf kon voelen of ze wel "veilig" waren. Het is fijn dat ik dat heb gedurfd: bloot op internet gaan liggen met mijn mening over wat rechtvaardig, grappig of mooi is en dan wachten op wat er komen zou. Heel Nederland kon me lezen en genadeloos neersabelen in een vlijmscherp commentaar. Het is bij één negatieve reactie gebleven.

De aanleiding om te stoppen is, zoals zo vaak, iets kleins. Ik kwam er achter dat het deel van Utrecht waar ik woon helemaal geen "Oog in Al" heet, ook al noemt de volksmond het wel zo. Officieel heet dit stukje Utrecht "Halve Maan" [Haalve Moan].
De achterliggende oorzaak is dat ik wat dieper wil gaan graven. Spitten op de vierkante meter, in plaats van mijmeren over het leven van alle dag. Een soort antitwitteren.

En natuurlijk gebeuren er allerlei leuke dingen die een stukje waard zijn, als je hebt besloten te stoppen.
Zoals de BOVAG meneer, die vanmiddag zeurde dat de autobilist "weer eens als melkkoe" en "keihard gepakt" en "we krijgen er niets voor terug". Die meneer zou ik graag eens uitleggen hoe ik me "gepakt" voel als fietser die al decennia meebetaalt aan lelijke asfaltvlaktes en die in de giftige gassen fietst van al die steeds minder schadelijke auto's.
Of het mailtje dat ik kreeg over een initiatief om het woord "gehandicapte" via een Sire campagne de taal uit te werken. Dat sluit prachtig aan bij mijn stukje over debielen.
Of mijn avontuur van vanmiddag bij de uiterst leuke dermatoloog en haar beeldschone assistente, die met z'n tweeen gebogen over mijn "full monty" onderlichaam een groeiseltje hebben weggesneden. Met sappige details over verdovingsinjecties en vlijmige mesjes.
Die stukjes schrijf ik dus niet meer. Genoeg is genoeg en nog meer is ook meer van hetzelfde. En als ik het niet schrijf, kunnen jullie het niet lezen. (Er schuilt een ware Johan Cruijff in mij, wat ik je brom)

Als jullie me na vandaag nog willen vinden, zoek dan naar iemand die diep graaft in de Halve Maan.

Bedankt voor het meewandelen. U was een fantastisch publiek.

Fokke en Sukke

Mijn zoon brak zijn arm, voor de tweede keer in een jaar. De reis naar de polikliniek, het maken van de foto, het gipsen: het werd een soort routine.

Gipsen is trouwens een archaïsch woord aan het worden. Er komt geen gips meer aan te pas, het is een rolletje glasvezel dat nat gemaakt wordt en daarna verstijft. Harder en lichter dan gips, tel uit je winst. Hoewel, het is vier keer zo duur als gips, wist de gipsmeneer te vertellen.

Vervelend voor zoon, die z'n sport weer een paar dagen moest laten schieten. Maar de pleister op de wonde was zoet, al is dat vreemde beeldspraak in dit verband (hihi).



Jean Marc van Tol signeerde bij Broese (of Selexyz, daar wil ik vanaf zijn). Voor wie er niet meteen een belletje rinkelt: Jean Marc van Tol is de geestelijk vader van Fokke en Sukke, die hij met Reid en Geleijnse volledig uitwerkt. Bovendien maakt hij Kort en Triest in de Kidsweek. Geweldige sprookjesparodie.

Zoon is een enorme Fokke en Sukke fan. En zoon heeft nu een gipsarm met een originele Jean Marc van Tol er op, met Fokke met mitella. Reken maar dat die gipsarm ingelijst gaat worden!

Charlie

Charlie is voor één weekend mijn held. En dat is bijzonder, want Charlie is een VVD'er en daar heb ik niet bijzonder veel affiniteit mee.

Tot zaterdag wist ik niet eens van het bestaan van de beste man, maar zaterdag trad hij op tijdens het partijcongres waarin besloten werd over het lot van Marc en Rita. Via de zegening van internet TV was het gehele congres te volgen. Mooie TV: zelfs mijn oude buurman Jan was in een glansrol te zien achter de voorzittershamer. Wat Oog in Al toch aan pareltjes voortbrengt.

De uitslag van het congres is inmiddels historie. De conclusie die we kunnen trekken is dat de ledenpopulatie van de VVD een andere samenstelling heeft dan de kiezerspopulatie. Ik vrees dat dat bij de eerstvolgende verkiezingen te merken zal zijn.

Charlie Aptroot is VVD fractielid en medestander van Rita Verdonk. In een indrukwekkend betoog liet hij zaterdag weten dat hij het er niet mee eens was dat Rita was weggestuurd en dat hij twijfelde of hij in de Tweede Kamer kon blijven nu dit besluit was genomen. Tot zover niets nieuws.
Wat Charlie tot mijn held maakt, is dat hij meteen verklaarde dat de zetel die hij in de Tweede Kamer bezet hield niet aan hem hoorde, maar aan de VVD. Mocht hij vertrekken, dan liet hij zijn lege stoel achter voor de VVD fractie om hem in te vullen.

Hulde! Er zijn te veel akelige mannetjes en vrouwtjes geweest in de afgelopen jaren die hun zetel als persoonlijk beschouwden, inclusief aandachttrekker Wilders. Het is volgens mij een lek in onze democratie dat mensen op persoonlijke titel een "groep" kunnen vormen en vrolijk naar eigen believen volksvertegenwoordiger gaan zitten spelen.

Zo niet Charlie. Hij heeft zijn mening niet ondergeschikt verklaard aan de partijmores, maar trekt wel de juiste conclusie: als je gaat, lever dan je stoel in bij de partij namens wie je in de kamer zit.

Wellicht is er toch nog hoop voor de politiek.

Eekhoorn en Mier

Niemand wist waar iemand anders was. En iedereen wachtte op de lente.

Toch kon de eekhoorn het niet laten een heel klein briefje aan de mier te sturen. Tot zijn onuitsprekelijke genoegen kreeg hij op de allerlaatste dag van het jaar een briefje terug. Een felle sneeuwstorm blies het envelopje onder zijn voordeur door, liet het door zijn kamer dwarrelen en schoof het door een kier de kast in.

‘Hallo eekhoorn!’ schreef de mier en de eekhoorn prikte het briefje op de binnenkant van zijn kast en keek ernaar zolang het winter was en iedereen zich verborgen hield.

‘Hallo mier,’ zei hij zo nu en dan tegen het briefje. Zo ging de tijd sneller en minder saai voorbij.




Toon Tellegen heeft de Constantijn Huygensprijs 2007 gewonnen. Eindelijk eens iemand die hem wat mij betreft ook totaal helemaal verdient.

En het mooie is dat een boek van hem helemaal op internet staat, inclusief prachtige afbeeldingen. Klik hier en smul van de prachtige verhalen. In het begin misschien even wennen.

21 minuten

Hoera, we zijn gelukkiger dan twee jaar geleden. Ik wist het wel, dat ze aan het wachten waren met het naar buiten brengen van die conclusie tot ik die enquete had ingevuld. Gisteravond heb ik het eindelijk gedaan, na een stortvloed van reclamespotjes ("Dit jaar zoekt u bij elkaar 3 uur naar uw sleutels, staat u 17 uur poespoespoes te roepen en met brokjes te rammelen, zit u 200 uur op de wc, waarvan 20 uur vegend, poetst u 12 uur uw tanden, wat 12 uur te weinig is en als u man bent wast u 2 minuten uw handen na het plassen. Totaal. Per jaar.")

En vanochtend werden de resultaten al gepresenteerd. Wij zijn gelukkiger dan twee jaar geleden. Fijn, he. Maar dat wisten we in februari ook al: wij zijn gelukkig en onze kinderen ook. Zou dit een subtiele vorm van hersenspoeling zijn? Elke keer publiceren dat uit onderzoek is gebleken dat we gelukkig zijn. Dan gaan we het vanzelf geloven. "Ik ben gelukkig, geloof ik"; Een variatie op een thema van vroeger tijden: "Ik geloof, dus ik ben gelukkig".

Dat ze die conclusie hebben kunnen trekken uit die rare vragen lijst, kan ik me niet goed voorstellen. Of misschien was het ook wel heel logisch. De vragen waren zo opgesteld dat ze alleen begrepen werden door de hoogopgeleide metrosexueel.

Bijvoorbeeld:
Welke van de volgende mogelijkheden zou u overwegen om de politiek te beïnvloeden, naast al dan niet gaan stemmen bij verkiezingen?
Jaa, eeuuh... Even hoor... Jaa, eeuuh...Verdonk misschien? Is dat het goede antwoord? Of toch Wilders?

En die metrosexueel is natuurlijk heel gelukkig. Sowieso is iedereen heel gelukkig als die rottige vragenlijst is ingevuld. "Pfff, ook weer gebeurd. Dan kan ik nu tenminste m'n sleutels weer gaan zoeken."

Maar het mooiste is het begin. Dan heb je nog de illusie dat het best grappig kan worden. In het begin van de lijst staat de waarschuwing:
In verband met de lengte van de vragenlijst, krijgt u niet alle vragen / stellingen voorgelegd.

9-13

Weet u nog waar u was op 13 september 2001?
............
Nee?
............
Ik ook niet.
Gek hè?

Plant

Mijn nieuwe tuin heeft een pergola. Dat zijn drie rechtopstaande palen met een dwarsbalk er op. Het is de bedoeling dat daar straks een prachtig bladerdak op gaat verschijnen en dus heb ik allerlei klimplanten naast de palen neergezet. Ik volg de vorderingen van die klimmers nauwgezet.

De klimplanten hebben verschillende tactieken om hogerop te komen. De ene soort groeit dunne uitsteeksels die als ze iets tegenkomen zich daar aan vastklampen, waarna de rest van de plant er parallel aan doorgroeit. Zo:



De andere soort werpt zich met z'n hele hebben en houwen in de strijd, slingert zich om de paal heen en groeit al slingerend omhoog.
Nu vroeg ik me af hoe zo'n plant dat nu doet. Als ik de uitloper tegen de paal aan leg, gaat hij keurig om die paal heen slingeren, als of hij voelt waar die paal is. Leg ik hem andersom om de paal heen, dan slingert hij keurig de andere kant op. Weer zo'n geval waarin je het idee hebt dat de plant zich bewust is van de paal en doelbewust om de paal heen groeit. Ik vond het een enorme knappe prestatie van die plant, tot ik me realiseerde dat het helemaal niets met bewust te maken heeft.

De kant van de stengel die tegen de paal aan zit, zit in de schaduw van zichzelf en krijgt dus minder zonlicht. De buitenkant van de stengel krijgt meer licht en zal daardoor dus iets sneller groeien dan de binnenkant. En dan kan het niet anders dan dat de stengel gaat buigen, precies zo dat hij in een rondje om de paal gaat groeien. Niks bewust of knaps aan, gewoon iets onvermijdelijks dat gebeurt als er meer of minder licht op de stengel valt.

De plant is me er niet minder door geworden, ik vind het nog steeds geweldig dat hij op die manier groeit. Maar het mysterie is verdwenen. De geest is uit de plant.

Laag geletterd

Mijn buurman -van de Wendy actie- werkt met geestelijk gehandicapte mensen. Wat we vroeger "debielen" noemden. Dat bleek een technnisch medische categorie te zijn: debielen, imbecielen, idioten, in oplopende volgorde van gestoordheid.
Als onnozele schooljongen was ik me niet van dat onderscheid bewust. Iedereen die afweek van "gewoon" was debiel, in meer of mindere mate. Eppo was bijvoorbeeld debiel.
Eppo was de (ietwat ongebruikelijke) naam van de zwakzinnige toneel-broer van Willeke Alberti, in een soap die toen nog gewoon serie heette. We hadden in die tijd zo weinig sterren, dat bekende zangeressen verplicht moesten acteren in soaps. En zo werd "een Eppo" een aanduiding voor een debiele jongen.

Toen mijn buurman in het openbaar met micofoon en geluidsinstallatie ging vertellen voor wie hij geld inzamelt, verdronk hij in de politieke correctheid. "Ik werk met kinderen met een verstandelijke beperking", moest hij zeggen van de correctheidspolitie. Na wat goochelen met de termen "kinderen", "verstandelijk", "handicap", "beperkt", "mogelijkheid" en "uitdaging" kwam er uit dat hij werkt met "kinderen met een beperkte handicap".
Arme buurman, hij bedoelde natuurlijk gewoon debielen.

Waar komt die rare gewoonte toch vandaan om mensen die het moeilijk hebben steeds met een andere naam te benoemen? Het rijtje: "gastarbeider, buitenlandse werknemer, allochtoon" kennen we natuurlijk allemaal. En ook beroemd is de "native african american" in plaats van "nigger" en de "inuït" in plaats van "eskimo".

De jongste telg aan de boom hoorde ik vanochtend op de radio. De rapportage ging over analfabeten, maar dat begreep ik pas na een tijdje. Ze bleven de analfabeten namelijk "laag geletterden" noemen. En dat had een reden: die mensen waren niet analfabeet, want ze konden wel een beetje lezen en schrijven. Die nuance lijkt me echt helpen voor een stukje duidelijkheid naar de mensen toe.

Het gaat er volgens mij niet om hoe je mensen noemt, maar wat je er bij voelt. Mijn debielen van vroeger waren gewoon rare mensen, maar dat was verder niet zo'n probleem. Als ik nu hoor praten over "medemensen met een verstandelijke uitdaging", dan denk ik na een innerlijke vertaalslag stiekem: "Ooh, debielen".

Father and Daughter

Ik hou er niet van, weblogs die zich er van af maken met links naar Youtube filmpjes.
Maar wegens somberte moeten jullie het er maar mee doen. Het is ook een somber en sloom filmpje. Maar het raakt wel dieper dan spannende snelle filmpjes.

Heel Holland Helpt

Het is nu echt zo ver. Dieper zakken dan dit kan niet. Ik maak reclame voor een RTL4 programma in dit stukje, dus stop maar snel met lezen. Het belangrijkste van dit stukje is dat Google het leest.

Ik heb, behalve een luidruchtige bovenbuurvrouw, ook nog een hyperactieve buurman met een groot hart. Hij heeft zich opgegeven voor een nieuwe Wendy van Dijk doet tranentrekkende dingen voor de mensheid show onder de naam Heel Holland Helpt. Mijn arme buurman heeft 1000 euro gekregen en een videocamera en de opdracht om mensen blij te maken.

Gelukkig houdt hij niet van stilzitten. Hij heeft het ambitieuze plan opgevat om van die 1000 euro 15000 te maken, zodat de speeltuin opgeknapt kan worden bij een tehuis voor geestelijk gehandicapten.

De eerste activiteit is een sponsor skate en hardlooptocht bij de Maarsseveenseplassen aanstaande woensdag 12 september om 15.00 uur. Wil je Don helpen klik dan hier. Google registreert dat en zet de site hoger in de rangschikking. Dat kan Don wel gebruiken want hij heeft nog precies 2 weken om zijn plannen te realiseren.

Zelf meeskaten of Don sponsoren is natuurlijk nog geweldiger. Enne, de site is nog "under construction".

Statistiek

Dat statistiek moeilijk blijft, wordt treffend geïllustreerd door dit berichtje in het Algemeen Dagblad op internet.

Een op de negen leraren in het voortgezet onderwijs heeft in de klas nog nooit een computer gebruikt. Dit blijkt uit de gisteren verschenen Vier in Balans Monitor 2007 van Kennisnet Ict op school.
In het basisonderwijs lijkt de computer wel onmisbaar, want daar zit slechts 10 procent van de leraren op school nooit achter het scherm.


OK, 1 op 9 dat is volgens mijn rekenmachine 11%. Wanneer 10% de computer niet gebruikt (basisonderwijs) lijkt de computer "wel onmisbaar". Bij 11% op eens niet meer? Dat komt waarschijnlijk doordat je bij "1 op 9" een rijtje met 9 docenten voor je geestesoog ziet, waarvan er ééntje een rood hoofd van schaamte heeft, vanwege digibetisme.
De aanduiding "10%" levert (voor mijn geestesoog) een marktplein vol met mensen op, vanuit de kerktoren bezien, waarvan een groepje een rood petje op heeft. Ach ja, ieder mens heeft het recht om op zijn volledig eigen wijze gestoord te zijn.

Tien procent is voor mij onpersoonlijker en lijkt daardoor al minder dan 1 op 9. Bij 1 op 10 gaat het niet op, want dat zit er zo duidelijk ingestampt als 10%. Maar even een testje voor het gevoel. Wat is méér (zonder te rekenen):

- 1 op 12 of 9 procent
- 2 op 7 of 25 procent
- 3 op 11 of 30 procent
- 5 op 17 of 25 procent

Muurbloempje

Niemand ziet je zitten,
als je nergens bent.

Bart

Bart is bijna eenentwintig, maar ik denk niet dat hij dat zelf weet. Bart
is ter wereld gekomen als een gezond mens, maar is door een medische nalatigheid nu al meer dan twintig jaar een mens dat niet praat, niet voor zichzelf kan zorgen en geplaagd wordt door allerlei complicaties, kwalen en ziekten die optreden als je niet meer goed voor jezelf kan zorgen.

Het wonder van Bart is dat hij vaak in mijn gedachten is. Ik probeer in mijn studie door te dringen tot de essentie van het menselijk brein. De geest, het leven, dat wat ons onderscheidt en ons leven zin geeft. Zijn wij een machientje, dat zo knap is gemaakt dat we het zelf niet kunnen doorgronden, met de illusie van een bewustzijn? Of is er toch die Goddelijke Vonk, die ziel, het bewustzijn, de levenskracht?

Op één of andere manier voel ik dat er een deel van het antwoord bij Bart ligt. Het vervelende is alleen dat er een stukje antwoord in beide richtingen te vinden is.

Soms bekruipt me het gevoel dat Bart de mechanistische visie onderschrijft. Ziehier een menselijk machientje dat kapot is gegaan. Weg is het goddelijke, weg de briljante creatieve geest, weg de vernunftige besturingsmechanismes waarmee we onze weg vinden door het leven.
En het bewustzijn? Dat is moeilijk te zeggen, bij iemand die nauwelijks communiceert. Soms hoop ik dat z'n bewustzijn op een heel laag niveau opereert, zodat hij zichzelf en z'n lot niet al te sterk ervaart.

Maar als ik naast hem sta en z'n hand even vastpak of over z'n bol aai, dan voel ik iets, dat hem onderscheidt van planten en dieren. Iets waardoor hij, hoe gemankeerd ook, bij ons hoort.

Misschien is het iets dat door mijzelf opgewekt wordt. Een emotie die opkomt door het besef dat hier een mens zit die kansen en mogelijkheden had, die van hem zijn afgepakt voor hij er iets mee kon gaan doen. Misschien gaat er niet iets van Bart uit, maar wordt er iets losgemaakt in mijzelf. Dan is hij in ieder geval degene die dat losmaakt en is dat een kwaliteit van zijn mens-zijn.

Ik ben in ieder geval blij dat ik hem ken en dat hij me aan het twijfelen houdt. Dat is zo veel leuker dan zeker weten. En ik hoop dat hij kan voelen dat er mensen zijn die van hem houden.

Buuf

Ik heb een paar weken geleden dan toch eindelijk het "Bed violen" van Jan Siebelink gelezen. God, wat een shitboek.

Ik kan er niet tegen, dat soort boeken waarin mensen zich vastdraaien in zelfgekozen -en misschien wel gekoesterde- ellende. In een grauw, uitzichtloos, ploeterend bestaan. Ik ga me beroerd en machteloos voelen, ik wil zo'n boek binnenstappen en de hoofdpersoon door elkaar schudden en tegen hem of haar zeggen: "En nu is het klaar met die onzin en ga je iets leuks doen met je leven, begrepen!". Maar ja, dat kan niet.

De vader van Jan Siebelink is gevlucht in het allerdiepste fanatieke gereformeerde geloof en daar gaat het hele boek over. Het is niet te geloven dat mensen zich zo'n geloof aandoen en daarin ook nog hun gezin meeslepen.

Gelukkig is er wat het gezin betreft nog hoop. Neem Jan Siebelink zelf. Dat is toch een succesvol schrijver geworden. En gisteren kwam ik mijn bovenbuurvrouw tegen op een borrel van mijn buurman. Dat kun je zo hebben in een flat. Nu bleek mijn bovenbuurvrouw uit zo'n Siebelink gezin afkomstig te zijn. Ze is een jaar of 25 en volgens mijn zoon ziet ze er "emo" uit. Dat is een soort milde vorm van punk, als ik het moet vertalen voor de dertigplussers. Voor veertigplussers: een beetje zoals de new wave van de jaren 80, maar dan met tattoos en piercings, uiteraard.

Bepaald geen Gristelijke look, zou je zeggen. Ze had er dan ook afscheid van genomen en vertelde hoe -met name haar moeder- eerst gezondheidsproblemen had geveinsd om de diensten te ontlopen en daarna gewoon gescheiden was. Buurvrouw is er dus goed doorheen gekomen. Nou ja, op één puntje na dan.

Als de bovenbuurvrouw een nieuw vriendje heeft (dat gebeurt gemiddeld toch wel eens per jaar), dan viert ze de liefde luidkeels. Soms met het slaapkamerraam zo ver open dat de vogels er stil van worden en er geen gesprek meer mogelijk is in de tuin. Liefst ook midden in de nacht, wat op mij ongeveer hetzelfde effect heeft als dat er iemand "Love Boat" staat te zingen naast mijn tent.

Ach, ik kan het me voorstellen: als je zo dicht langs de afgrond van de zwarte kerk bent gegaan, wil je het steeds weer opnieuw uitschreeuwen van plezier. En ze is van goede wil. Haar bed heeft ze inmiddels kraak- en piepvrij gemaakt, op mijn verzoek.

Nu zij zelf nog.

Vreemd

Tijdens één van de wandelingen die ik maakte met Onno (zo heet de logé) kwamen we terecht bij een benzinepomp. Gelukkig niet voor onze brandstof, want ik verbrand bruine boterhammen en Onno iets stinkends en doods -maar ongetwijfeld verrijkt met vitaminen en mineralen- uit een bakje.

Voor ons in de kassarij stond een meneer van allochtoonse komaf. Onno heeft nog de enthousiaste nieuwsgierigheid van de jeugd en begon te snuffen aan de broek van de meneer. Iets dat ik niet zo snel zou doen, maar voor honden is de neus het primaire zintuig. Ik bekeek de meneer, want ogen zijn mijn primaire zintuig en ik zag dat de meneer schichtig omkeer en een paar centimeter van Onno af bewoog. Onno ging ergens anders snuffen, maar even later weer aan de broek van de meneer, die midden in een pin-actie zat. De meneer draaide zich geërgerd om en vroeg of ik die hond bij me wilde houden. Natuurlijk voldeed ik aan dat verzoek, want ik ben iemand die iemand anders niet tot last wil zijn, zelfs niet met een hond van weer iemand anders.

De meneer vertrok. Onno was zich helemaal nergens van bewust, zeker niet wat hij had losgemaakt bij de kassabediener, die van autochtoonse afkomst was. Plat Utregs autochtoons. De strekking van de monoloog die ik te horen kreeg was ongeveer als volgt:
Kan het hondje niet even bijten, want dat was die klootzakken hun verdiende loon. Laatst in de lift ook, toen moest die hond er uit van zo'n kerel. Nou ik zei, ga jij er maar uit, die hond is hier langer dan jij. Ja, dat is toch zo?

Ik mompel dan iets over dat hij misschien bang is van honden, niet zo aan gewend. Terwijl ik eigenlijk zou moeten zeggen dat een beetje meer begrip en tolerantie zo hard nodig is in de maatschappij van vandaag. Zeker in Kanaleneiland, waar we ons op de rand van bevonden, in dat benzinestation.

Terugwandelend bedacht ik me dat als de kassabediener zou moeten kiezen tussen het leven van de hond of van zo'n allochtoonse meneer, dat het er slecht uit zou zien voor de meneer. Dat was geen geruststellende gedachte.

Logé

Ik heb dit weekend een logé. Hij vraagt weinig aandacht, hoor. Ik kan bijna gewoon doen alsof hij er niet is. Hij heeft z'n eigen bed meegebracht en z'n eigen eten en doet rustig z'n eigen dingetjes. Over twee nachtjes gaat hij weer, zo is het afgesproken.

Eigenlijk is het enige dat hij van me vraagt dat we een paar keer per dag samen gaan wandelen. Ach, het is niet mijn hobby, wandelingetjes, maar het is ook wel prettig om even uit je bezigheden van de dag te stappen en een rondje te lopen. Ik praat wat tegen hem, maar veel komt er niet terug.

Als kind wilde ik zooo graag een hond, maar het mocht nooit. Tot mijn zus een hond wilde, toen kwam er opeens eentje. Weliswaar een poedel, maar hij werdt niet poedelig geknipt dus het was een zwart bolletje haar met pootjes. Het grillige karakter van mijn zus zorgde ervoor dat de lol van het uitlaten er snel af was bij haar, dus had ik toch een hond. Via een omweg krijg je soms dingen waar je al helemaal niet meer op rekent.

Maar eigenlijk was het toch meer mijn moeder's hond. Van haar hield hij het meest, net zoals wij allemaal. Echte hondenkenners hebben daar allemaal verklaringen voor, over de pikorde in de roedel en de rol van het eten geven enzo, maar voor ons was het logisch. Hij is ook bij mijn moeder gebleven toen wij het huis uit gingen en ook toen ze naar Denemarken verhuisde.

Als je aan pubers gewend bent, is een hond trouwens een erg simpel wezen. Hij heeft een erg eenduidige gebruiksaanwijzing: blij als er eten wordt opgediend, uitzinnig blij als er gewandeld gaat worden, zonder zeuren naar bed als het licht in huis uitgaat. Terwijl dat toch midden in een film was, waar hij al een uur naar lag te kijken op de bank. Moet je eens met een puber proberen.

Bachelor

Ik heb vandaag (gisteren dus eigenlijk) het bewijs uitgereikt gekregen: ik ben Bachelor! Bachelor of Science nog wel.
Dus gelieve mij voortaan met B&BSc aan te spreken. Het is even oefenen, maar het lukt vast wel een keer zonder veel spetteren.

Het echte plezier heb ik natuurlijk in de afgelopen drie jaar gehad, maar het was toch ook echt leuk om in de hele oude Aula van de universiteit, in het middelste hartje van het centrum officieel mijn diploma uitgereikt te krijgen. Op de voorste rij zaten de mensen die mij lief zijn, in drie generaties.

Wat kan een mens toch rijk zijn.

Boodschappen

Soms lijkt een rondje door de supermarkt op een sociologisch onderzoek. Zeker in de buurt waar mijn supermarkt is gevestigd. In het half uurtje dat ik daar rondkar worden sociologische vooroordelen zowel bevestigd als ontkracht. Een kleine bloemlezing uit het bezoek van vandaag.

De jonge ouders zijn gekleed in de betere trainingspakken. Het karretje zit vol met wit brood, bier en chips. De kleine Priscilla (spreek uit "Priskilla") past er nog net bij. De inhoud van het karretje wordt in de zijtassen van twee brommers geladen, waarna vader het lege karretje met Priscilla en al in het rijtje wachtende karretjes duwt om z'n euro terug te krijgen. Omdat hij omkijkt naar het geworstel van z'n vrouw met de brommertassen, merkt hij pas dat er iets mis is als de vingertjes van de kleine meid akelig klem komen te zitten tussen allerlei karretjes en ze spontaan in Prisgilla verandert. "Die meid!", brult moeder verontwaardigd. Vader reageert met "Ja, dat zag ik toch niet!". Een juiste constatering. Hij kijkt er bij alsof moeder een pak slaag verdient voor haar terechtwijzing. Waar lag het brood ook alweer? Ergens diep in de winkel, waar het rustig is.

Een groep meisjes van een jaar of twaalf in diverse lagen kleding gestoken loopt communicerend rond. Ik kom ze later bij de kassa tegen, waarbij ze zich strategisch over alle rijtjes hebben verdeeld. Dit staat het communiceren niet in de weg. Sowieso praat de helft in een mobieltje, maar ik weet niet of dat met elkaar is. Het is een wonder dat ze iets gekocht hebben tussen het praten over Mireille door. Mireille is er overduidelijk niet bij en Mireille kan beter gaan emigreren. Ze heeft iets verkeerds gezegd over iemand tegen iemand anders, dat is duidelijk. En die iemand laat het er niet bij zitten, want die iemand anders heeft natuurlijk geklikt. Zo gaat dat. Ha, de beenhamsalade is in de aanbieding.

Een jonge bleekgezicht -zowel letterlijk als overdrachtelijk- heeft zich als indiaan getooid. Veelkleurige lapjesblouse en broek en touwtje om z'n hoofd, over z'n lange haar heen. Z'n gezicht is ingevallen en hij sjouwt met goedkope biertjes en nog wat dingen. Te eigenwijs om een mandje te pakken lukt het hem net om alle boodschapppen aan de zwaartekracht te onttrekken. "Junk met een indianentrip" lijkt me een juiste diagnose. Wanneer hij aan de beurt is laat hij een zeer beschaafd, bijna bekakt stemgeluid horen en maakt op een sympathieke en intelligente manier een praatje met de cassière. Duidelijk een opperhoofd.

Dilemma


Soms lacht het leven me toe. Zoals vandaag, toen ik van een fan een meer dan levensgrote plastic kikker kreeg. Bovendien ook nog een fles 12 jaar oude Jamesons, dus ik ben voorlopig naast mijn vijver te vinden, waar ik verkikkerd zit te zijn.

De kikker dient twee doelen. De whisky nog veel meer, maar daarover zal ik niet uitwijden.

Doel 1 is het vermijden van nieuw kikkergebroed in mijn vijver. Na de avonturen met de levende kikker van een paar weken terug, heb ik daar geen goesting meer in. Met de komst van deze reuze gigant is de vijver overduidelijk vol. Geen kikker die het nog in z'n hoofd zal halen om er bij te gaan liggen.

Doel 2 is het in stand houden van plastic dieren in het algemeen en de plastic reiger in het bijzonder. Maar hier zit ook meteen het dilemma. Zoals iedereen weet zijn reiger en kikker niet elkaars vrienden. En hoe kan ik nu ijveren voor het behoud van de reiger, als ik ook verantwoordelijk ben voor het welzijn van mijn kikker.

Ik heb daarom een kloek besluit genomen. Bij deze hef ik de Vereniging tot behoud van enzovoort enzovoort enzovoort op. De plastic dieren moeten het zelf maar zien te redden in de evolutie. Het was toch al een vereniging van niks: naast mezelf waren er slechts twee (niet contribuerende) sympathisanten.

Ik concentreer me vanaf nu op het behoud van mijn eigen kikker. Hij lijkt nog niet zo blij, maar dat zal na een paar Jamesonss wel bijtrekken.

Web 3.0 vervolg

Het beschrijven van de betekenis van concepten door ze op te nemen in een structuur waarbij alles gerelateerd is aan elkaar is dus al een enorm werk. Om dat werk te verdelen moet (net als bij het maken van "gewone" webpagina's) iedereen de kans krijgen om zijn of haar definitie van een concept te publiceren, zo lang je je maar houdt aan de regels (syntax) om zo'n definitie op te stellen. Op die manier wordt de grote klus onder zo veel mogelijk mensen verdeeld.

Dat gaat dan wel sneller, maar je krijgt wel een enorm rommeltje aan definities. Ik vind bijvoorbeeld een "hond" gerelateerd aan "huis", maar een Koreaan koppelt het aan "lekker eten". Nog afgezien van de taal die we spreken en de lettertypen die we gebruiken. Die laatste twee problemen zijn trouwens kortgesloten door voorlopig Engels te gebruiken voor de beschrijvingen.

Stel nu dat deze reuzenklus al aardig opschiet. Er zijn een heleboel verschillende "beschrijvingen" van een heleboel dingen in de wereld. Nu kun je je computer er op uitsturen om bijvoorbeeld een reis naar een zonnig strand te boeken. Je computer gaat internet op en bezoekt computers die informatie over reizen hebben. Wat een "reis" is en wat "zonnig" is en wat een "strand" is, is allemaal duidelijk volgens de verschillende beschrijvingen en dus kunnen computers het goed met elkaar eens worden. Zodat je zelf niet al die Google hits hoeft af te speuren.

Omdat er echter verschillende "woordenboeken" bestaan, weten computers niet of ze wel echt hetzelfde bedoelen. Daarom is er een manier gevonden om dat op te lossen. Ze gaan gewoon de relatie met andere dingen benoemen. Dus computer 1 wil duidelijk maken wat een "fiets" is en computer 2 kent het begrip "fiets" niet. Computer 1 zegt dan dat een "fiets" bestaat uit wielen en een frame en dat het een voertuig is en bewogen door menskracht. Computer 2 zoekt in zijn lijst naar een begrip dat daaraan voldoet en ziet dan dat in zijn woordenboek zoiets een "rijwiel" heet. Vervolgens spreken ze af dat "fiets" en "rijwiel" hetzelfde zijn en kunnen ze daar met elkaar over praten.
Als computer 2 helemaal het begrip "fiets" niet kan plaatsen, gaat computer 1 voorbeelden opnoemen. "Zo'n ding van het merk Gazelle", "dat ding waar mensen mee over de Oude Gracht rijden" enzovoort.

Dat lijkt heel veel op hoe ik met mijn Thaise collega communiceerde toen we samen in Saudi Arabië werkten. We spraken allebei drie woorden Arabisch en hij sprak naast Thai ook nog een handjevol Engels. Ik een paar handjes meer.

Na drie maanden intensief samenwerken hadden we (zonder woordenboek) een eigen taaltje, dat maar twee mensen op de wereld spraken. Het bestond uit Arabische, Engelse, Nederlandse en Thaise woorden en gebaren. Voor "vliegtuig" hebben we altijd een opstijgend vliegtuig met de hand nagedaan, begeleid door een "pffjuuu" geluid. Dat zie ik computers nog niet doen.

Als je een formelere, betere en technischer verhandeling over dit onderwerp wilt lezen: klik hier. Jurriaan van Diggelen heeft een prachtig formeel protocol ontworpen dat in mijn ogen zeker gebruikt gaat worden door de internetcomputers van de toekomst.

Morgen weer een stukje over kikkers.

Web 3.0

Er is een stille revolutie aan de gang. Hij speelt zich af achter de schermen van uw internet browser.

Op veel (maar eigenlijk nog te weinig) plaatsen zijn mensen bezig om aan hun webpagina's toe te voegen wat de tekst eigenlijk betekent. Dat lijkt nogal overbodig, want je kunt die pagina's toch lezen? Ja, wij wel, beste lezers. Maar een Koreaan zal er toch moeite mee hebben. En een computer al helemaal. Het enige dat de computer doet is die webpagina's doorsturen en op het scherm zetten, hij begrijpt absoluut niet wat er op staat.

Toch kan Google heel goed zoeken wat wij willen vinden. Nou ja, goed: er komt een lange lijst uit, waarin je dan zelf nog moet gaan zoeken om echt te vinden wat je zoekt. Dat komt omdat Google gewoon tekstjes met elkaar vergelijkt, zonder dat Google weet wat die teksten betekenen. Zoek maar eens op "bank". Dan krijg je allemaal financiële instellingen. Pas als je "nieuwe bank" intypt komt de meubelboulevard in beeld. De computer weet niet of je een zitding of een geldding bedoelt.

Het is natuurlijk ook moeilijk om betekenis aan een verzameling letters te hechten, zodat de computer de betekenis begrijpt. Toch kan het wel. Je laat de computer gewoon de betekenis opzoeken in een lijst, bijvoorbeeld met synoniemen. In de lijst staat bijvoorbeeld dat "bed" en "slaapplaats" dezelfde dingen zijn. Alleen schiet die Koreaan daar nog steeds niks mee op, die begrijpt allebei die woorden niet.

Nu kun je die woordenlijsten een beetje efficiënter maken door verbanden te leggen tussen woorden. Een beetje als een stamboom: je hebt woorden (of liever "begrippen") die de "moeder" zijn van andere woorden. Bijvoorbeeld "zoogdier" en "paard". Je kunt dan zeggen dat alles wat een paard is, ook een zoogdier is. Als je nu duidelijk maakt wat een "zoogdier" is, weet je ook al iets over dat "paard", want die erft als het ware zoogdiereigenschappen. Maar "paard" kan nog meer moeders hebben, want het is ook een kind van de "boerderijdieren". En bovendien een broertje van "horse", de Engelse variant.

Je kunt zo een enorm netwerk maken van begrippen die kinderen (of ouder) zijn van andere begrippen. Zo'n netwerk (of een stukje daarvan) wordt een "ontologie" genoemd door de mensen die zich daarmee bezig houden. En het wereldwijde web dat ontstaat als we alle woorden op die manier aan elkaar gekoppeld hebben en voor computers bruikbaar gemaakt wordt "Web 3.0" of "semantic web" genoemd.

Ik hou er niet van, maar dit wordt een "wordt vervolgd" stukje.

Wordt vervolgd....

Buiten

Het is veel te lekker weer om weblogs te lezen. Ga maar buiten spelen.

Intenties

Na alle flauwekul van de afgelopen weken weer eens wat ernstiger gedachten. Hoewel, het gaat over een muis en rood en groen voer.

Op de volgende pagina zie je een computersimulatie van een muis die "leert" om van de rode plant af te blijven en de groene plant op te zoeken. Het leuke daarvan is dat de muis niet geprogrammeerd is om een bepaalde route te lopen. Hij is geprogrammeerd om willekeurig een beetje rond te stuiteren. Daarnaast krijgt hij een positieve impuls bij aanraking van het groene bolletje en een negatieve bij aanraking van het rode balletje.
En er is een mechanisme dat die positieve en negatieve impulsen verwerkt in de bewegingen.
Het gevolg is dat de muis steeds doelgerichter gaat bewegen (dat kan een minuut of 5 duren) om het rode balletje te vermijden en het groene balletje aan te raken.

Wat ze tegenwoordig allemaal kunnen, he, met die computers!

Het leuke aan dit geheel is niet zozeer wat het is en doet. De muis is geprogrammeerd om iets te doen en kan niet anders. Het programma is alleen iets ondoorzichtiger dan een programma dat zegt tegen de muis: loop heen en weer tussen de muur en het groene bolletje. Als dat het geval was, was onze interesse er snel af. Te voorspelbaar, te saai.

Nu het voor ons ondoorzichtig is wat de muis "beweegt", zijn we snel geneigd om in menselijke termen over het geheel te gaan spreken, alsof de muis dingen "wil" of "lekker vindt". "De muis vindt het rode bolletje niet fijn." "De muis leert." "De muis wil naar het groene bolletje." Als het groene bolletje vervangen wordt door een rood bolletje en de muis moet rondlopen zonder het groene bolletje te vinden, kan dat zelfs medelijden opwekken bij ons.

Grappig, he, hoe snel dat gaat, intenties, beweegredenen, menselijke gevoelens, emoties en eigenschappen toewijzen aan iets dat zich gewoon mechanisch gedraagt. Dan is het totaal niet vreemd als we ook aan onszelf al die zaken toewijzen als we ons eigenlijk mechanisch gedragen. Met instictieve handelingen zijn we ook bereid dat te accepteren. Als ik met mijn ogen knipper, doe ik dat omdat er een mechanisme ingebouwd is dat er voor zorgt dat mijn ogen knipperen. Dat is fijn voor mijn oogbol, die lekker schoon en vochtig blijft op die manier. Gelukkig hoef ik er niet bewust mee bezig te zijn om mijn ooglid te laten bewegen, wat een gedoe!

Maar als ik iets zeg heb ik de illusie dat dat wel bewust is. Wat ik hier opschrijf is het resultaat van nadenken, formuleren en de juiste knopjes op het toetsenbord indrukken. Maar hoe weet ik nu dat dat niet het produkt is van een automatisch mechanisme -maar dan veel ingewikkelder- net als bij die "muis"? Ik denk, maar waar komen die gedachten vandaan? Ik weet wat de oorzaak is, namelijk de dingen die ik gezien en gehoord heb. Maar die kunnen best een mechanisme in gang gezet hebben dat er voor zorgt dat ik nu de juiste knopjes op mijn toetsen bord in zit te drukken?

Ja maar, B&, ik heb toch gedachten? Ik kan toch kiezen? Ik had ook kunnen kiezen om nu te gaan hardlopen in plaats van die knopjes indrukken.
Hmm, dat lijkt redelijk. Maar als ik kon kiezen voor hardlopen, waarom heb ik dat dan niet gedaan? Omdat ik het blijkbaar belangrijker vond om nu dit stukje te schrijven. En waarom vond ik dat dan belangrijker?

Omdat ik een muis ben. Een hele ingewikkelde, met zulke ingewikkelde mechanismes dat ik ze zelf niet kan doorzien. En jullie ook niet. Dus blijft het onvoorspelbaar wat ik zal doen. Maar net als met de muis, kan ik altijd van mezelf denken dat ik iets doe, omdat ik het zelf wil en er voor kies. Ook al is dat eigenlijk niet waar.

Ook al word ik eigenlijk bestuurd door een heel ingewikkeld mechanisme: het voelt alsof ik een vrije wil heb en de mogelijkheid om te kiezen. Gelukkig maar.

Inzendingen

Zoals u allemaal kunt zien, is het niet alleen het handelen van de mens dat een bedreiging vormt voor het plastic dier.



Hier een duidelijk voorbeeld van een plastic roofdier dat het voorzien heeft op de plastic eendjes. Ook de artificiële natuur is hard en medogenloos.

Inzendingen vervolgd

Dezelfde lezeres die het gruwelijke tafereel van de eendjes en de kat instuurde, zond ook deze twee foto's.

Helaas, geen plastic. En de lammergier mag dan bedreigd zijn, de hond is dat zeker niet. Om het enthousiasme niet te ontmoedigen toch plaatsing, maar met de kanttekening dat deze twee dieren toch echt niet tot de doelgroep behoren.

Fietstocht

Dankzij het wonder van de moderne techniek kan iedereen vanuit de lucht onze fietstocht meebeleven. Elk bochtje en hoekje, de campings bekijken en zien waar we op de trein zijn gestapt, tegenover het vreemde museum met de mooie trap.

Klik...

Morgen een special met ingezonden plastic dier foto's (samenvoegen waar het volgens u van toepassing is. Ik weet het nog steeds niet of het nu plasticdierfoto's is of plasticdier foto's. In ieder geval geen plastic dierfoto's, want dat suggereert foto's van plastic. Of misschien wel met streepjes? Wie legt het me een keer goed uit?)

Waakzaam



Ziet toch eens hoe waakzaam hij er bij staat.

De noodzaak tot bescherming is groot
, zo is ons gebleken bij een rondgang door de noordelijke delen van ons land. Slechts één plastic reiger hebben we op de gevoelige plaat kunnen vastleggen.

Gelukkig zijn er ook hoopgevende ontwikkelingen, zoals onderstaande fraaie koe. Een verfje is echter wel op zijn plaats.
Steun de strijd en help mee inventariseren. Plastic dieren behoren tot ook uw cultuurerfgoed. Laat ze niet ten onder gaan.

Geemmer

Ik had al verteld over de kikker. Hij was beledigd weggelopen, naar de buren. Toen we terugkwamen van ons fietsuitstapje bleek hij toch z'n intrek genomen te hebben in het minivijvertje.

O, laat ik u even aan elkaar voorstellen: minivijvertje is een ingegraven speciekuip zonder verdere faciliteiten, behalve water. En dan ook nog maar half vol.
En daarin lag de kikker, wijdbeens en wijdarms te drijven. Enorm groot, zo in volle lengte en breedte uitgestrekt.

Wat hij er aan vond, zo zonder prinsessen om te kussen of een leuk lelieblad om op te gaan zitten kwaken, wist ik niet. Ik realiseerde me dat hij ook niet veel opties had. Waarschijnlijk kon hij er helemaal niet meer uit. Te diep om vanaf de bodem te springen, te steil en glad om naar boven te klimmen. Wat moet je dan, als kikker? Wachten tot er zoveel regen is gevallen dat je er uit kunt klimmen.

Na lang en rijp beraad heb ik hem laten emmergreren. Kikkers zijn niet erg communicatief, dus dat was nog een heel geklooi. Ik heb er nog aan gedacht om bij de buurman een kruiwagen te lenen, maar ik herinnerde me uit de wollige uitspraken van diverse politici dat kikkers en kruiwagens geen goed idee was. Uiteindelijk wist ik hem te bewegen om in de emmer te stromen, met een boel water erbij. Dekseltje erop en weer vrijgelaten bij een zijtak van de Leidse Rijn, compleet met onbewoond eilandje: een waar kikkerparadijs. Hij stroomde zo met water en al tussen het hoge gras en was verdwenen. Ondankbare hond.

En nu maar hopen dat er geen reigers zitten.

Love Boat

Het was zomer en we zaten op de fiets. Heemskerk hadden we met succes achter ons gelaten, na de Appie te hebben geplunderd voor croissants en lekkere lunchspullen. De polder van Noord-Holland lonkte, de zon scheen en de wind blies vanuit het zuidwesten. Dat we Franeker nog moesten halen en hoe ver dat precies was, was niet zo relevant.

Heerlijk om zo met mijn stoere kinderen op weg te zijn, de afgelopen dagen. We hebben gefietst en gekampeerd. De wind was ons gunstig gezind en de regen kwam pas nadat we onze bordjes pasta met rijk gevulde saus leeg hadden, zodat we onder het kleine koepeltje naar de regenkletter konden luisteren.

De dag naar Franeker was ons hoogtepunt. We hebben 127 km gefietst en zijn over de Afsluitdijk gevlogen met wind en zon mee. Dat de camping leeg en ongezellig was, een boerenweilandje in het vlakke Friese land, was niet meer zo relevant. Eten, douchen en slapen.

Om half vier werd ik wakker en ook naast me voelde ik beweging. Naast onze tent stond een vrouw. Dat was duidelijk, want ze zong. Hard. Het thema van "Love Boat", een TV serie uit de tijd dat soaps nog series heetten. Geen slechte stem, maar wel raar om dat midden in de nacht te doen. Net toen ik eens wilde gaan vragen of het wat minder kon, veranderde het zingen in praten. Onsamenhangende dingen. De naam van de campingmeneer en "marine" en nazi uitroepen. Daarna werd het Wilhelmus ingezet en verwijderde de vrouw zich naar de achtergrond, nog steeds onsamenhangend brabbelend.

Met twee kinderen naast me voelde ik me kwetsbaar. Allerlei scenario's meldden zich in mijn hoofd. Een raid van neonazi's? Een afgewezen lief van de campingbaas die zich kwam wreken? Een slachtoffer van ongewenste intimiteiten op een marineschip. Dat zou de "Love Boat" verklaren. Ik bleef liggen, de adrenaline verwensend die zich ongewild in mijn lichaam ophoopte. Rond een uur of vijf meldde de vrouw zich weer, nu slechts onverstaanbaar pratend. Ik hoorde een rits open en dicht gaan en viel gelukkig daarna in slaap.

's Ochtends bleek de dader een meisje van een jaar of twintig, dat een tentje had aan de andere kant van de heg waar wij tegenaan stonden. Toen ik naar haar toe liep om te vragen waar de voorstelling van de afgelopen nacht op sloeg, keek ze me wet wilde en bange ogen aan en vroeg of ik haar met rust wilde laten. Dat heb ik gedaan.

Het was het begin van een vermoeide dag, voor ons alledrie. Groningen was ver en de wind was gedraaid. De kilometers van de vorige dag zaten nog in ons lijf. En dat rare meisje in mijn hoofd.

Doe het zelf dicht

Graag zou ik een gedichtje schrijven
zoals jij me stuurde
Over stilte, liefde, samen blijven
en dat het eeuwig duurde
....

Ik ben hier op 6 mei 1985 mee begonnen. Het is rijp om afgemaakt te worden. Kom op, allemaal een regeltje of twee.

Zomergasten 5

Het al bijna weer een half jaar geleden, dus laat hem nog eens klinken, die grappige Valentijn.

Dat het een jazz standard is bewijst de uitvoering door de volgende artiesten (in aanvulling op het lijstje van Pepijn):

101 Strings, Adam Makowicz, Ahmad Jamal, Andre Gagnon, Andy Williams, Anita Baker, Anita O'Day, Ann Hampton Callaway, Archie Shepp, Art Blakey with Wynton Marsalis, Arthur Prysock, Artie Shaw, Arturo Sandoval, Aziza Mustafa Zadeh, Barbra Streisand, Ben Webster & Teddy Wilson, Coleman Hawkins, Benny Golson Jazztet, Bev Kelly, Bill Evans & Jim Hall, Björk, Bobby Darin, Bobby Hackett, Bobby Timmons, Boston Jazz Ensemble, Boston Pops, Boy George, Brian Bromberg, Buck-Tick, Buddhabar, Buddy Rich, Carl Doy, Carly Simon, Carmen Consoli, Carmen McRae, Charlie Byrd, Chet Atkins, Chet Baker, Chris Botti, Chucho Valdes, Chuck Brown, Chuck Mangione, Cleo Laine, Cole Porter, Constantine Maroulis, Cowboy Bebop, Cyrus Chestnut, Dakota Staton, Dave Grusin & Michelle Pfeiffer, Dead Or Alive, Denny Christianson - Pepper Adams, Diana Krall, Diana Ross & The Supremes, Dianne Reeves, Dick Farney & Leny Andrade, Dick Hyman, Dinah Shore & Andre Previn, Don Ellis, Duke Ellington, Eartha Kitt, Eddie Higgins Trio, Ella Fitzgerald, Elvis Costello, Enrico Rava, Paolo Fresu, Erroll Garner, Etta James, European Jazz Trio, Eve Cornelious, Ferranti & Teicher., Fitz Swing Band, Four Freshmen, Frank Rosolino, Frank Sinatra & Linda Ronstadt, Frankie Valli, Frederica Von Stade, FSU Marchi, Gary Peacock, Gene DiNovi, Ruby Braff, Gene Harris, George Coleman, Gerry Mulligan, Gotan Project, Grant Green, Harry Connick Jr, Helen Merrill, Herb Alpert & The Tijuana Brass, Herbie Hancock, Herman Brood, Houston Person, Howard Alden, J.J. Johnson, Jackie Gleason, Jacky Terrasson, James Ingram, Jamey Aebersold, Jazz Optimisten, Jesse Belvin, Joe Dassin, John Coltrane, John Klemmer, Johnny Hartman, Johnny Mathis, Johnny One Note Hugo Montenegro, Johnny Smith, Jon Bon Jovi, Joni James, Judy Collins, Julie London, Keith Jarret Trio, Kenny Burrell Grady Tate Jimmy Smith, Kenny Drew Trio, Kenny Rogers, Kevin Mahogany, Kristin Chenoweth, Kurt Buschmann & Sven Selle, Larry Adler, Lena horne, Lenny Breau and Tal Farlow, Les Brown, Les McCann Marian McPartlan, Linda Ronstadt, Lorrie Morgan & Frank Sinatra, Majaranda Delfino, Manhattan Jazz Quintet, Martin Gore, Maynard Ferguson, McCoy Tyner, Michael 'Patches' Stewart, Michael Buble, Michael Feinstein, Michel Petrucciani, Michelle Pfeifer, Miles Davis, Miles Jaye, Miranda Sex Garden, Morgana King, Nancy Wilson, Nat King Cole, Neil Sedaka, Newell Oler, Nick Hudson & The Williams Fairey Band, Nico (Velvet Underground), Nicola Arigliano, Nina Simone, Oscar Peterson, Pal Joey Kim Novack, Paul Brown, Paul Desmond, Paul Horn, Paul Mauriat, Peggy Lee, Perry Como, Pete Burns, Peter Ne, Petula Clark, Philip Catherine, Pieces of a Dream, Rachelle Ferrell, Radka Toneff, Ramsey Lewis Trio, Rhoda Scott, Rickie Lee Jones, Rita Hayworth, Rita Reys, Ron Carter, Rossana Casale, Rufus Wainwright, Run from Run DMC, Saez, Sarah Vaughn, Shirley Bassey, Shirley Horn, Stan Getz, Stan Kenton, Stephane Grappelli & Yehudi Menudin, Stylistics, Swingle Singers, Tate Grady Jimmy Smith Kenny Burrell, Teddy Wilson & Ben Webster, Tete Montoliu, The Beegie Adair Trio, The Peddlers, The Supremes, The Whispers, They Might Be Giants, Tim Eyermann, Tony Bennett, Tony Petrucciani, Toots Thielemans, Ulf Wakenius, University BigBand Stuttgart, Van Morrison, Viktoria Tolstoy, Vocal Majority Chorus, Warren Hill, Wes Montgomery, Wynton Marsalis, Zoot Sims

200 ongeveer. Aanvullingen zijn welkom.

Crash

Hij heeft m'n mail gelezen, ik weet het zeker! Terwijl ik meestal niet te klagen heb over mijn computer. Nu zorg ik ook goed voor hem: virusscanner, spyware controleur, regelmatig defragmenteren. Alleen met de backup wil het niet altijd lukken. Gedoe, vind ik dat.

Maar nu blijkt hij dan toch jaloers en rancuneus te zijn. Ik heb gisteren een groot deel van de dag besteed achter de computer van een vriendin. Die computer werd maar trager en trager, dus die heb ik liefdevol van achterstallig onderhoud ontdaan. Mijn eigen PC heb ik maar nauwelijks aangeraakt, maar nog wel om een mailtje te versturen aan een Linux fan. Ik ben oud en verslaafd aan windows, maar heb wel samen met de Linux fan hard gemopperd op Microsoft en hun geldhonger en geringe respect voor de privacy van de windowsgebruiker. Dat mailtje heeft, met het gebrek aan aandacht, de doorslag gegeven.

Toen ik vanmiddag mijn computer aanzette, kreeg ik een blauw scherm te zien met cryptische codes en iets over een resource not found. Om een lang en technisch verhaal kort te maken: het is nu na middernacht en ik wacht tot de nieuwe installatie van windows is afgerond. Dat zal mij leren. Spreek vrijmoedig over windows, maar misbruik zijn naam niet. Zeker niet in mailtjes die hij mee kan lezen.

En maak regelmatig een backup...

(Dit stukje is geschreven op de computer van de vriendin. Die van mij is opnieuw geboren aan het worden, dus hij zal het me hopelijk vergeven.)

Zomergasten 4

Veel fictie schrijf ik niet. Soms fictioneer ik wat eigen belevenissen, opdat ze smeuiïger tot u komen.

Over dit verhaaltje was ik wel tevreden. Daarom nu in de zomerherhaling: Piano

Kikker



Mijn tuin was een spontaan oerwoud, al 10 jaar lang. Dat was niet zo erg, want oerwouden hoef je niet te onderhouden. Mijn vingers zijn niet zo groen.

De laatste jaren werd het oerwoud onderhouden door mijn cavia's, die ik zorgvuldig had opgekweekt tot lopende maaimachientjes. Ze sliepen 's winters in een buitenhok met heel veel hooi om de vorst te dempen. In de lente ging het hok open en kregen ze het hele oerwoud tot hun beschikking, waarbij ze er voor zorgden dat alles netjes kortgeknipt bleef.

Afgelopen zomer ging één van de cavia's dood en niet lang daarna de andere. Ik heb de snoeiactiviteiten niet overgenomen, met als gevolg een wildernis met gras van een halve meter hoog. Wel hele interessante planten, overigens, naast het verfoeide zevenblad, waar ik 10 jaar oorlog mee heb gevoerd, uiteindelijk zelfs met chemische wapens.

Er moest iets gebeuren! Drastische plannen werden gemaakt met behulp van mijn tuinmuze en deze week zijn ze uitgevoerd. Het resultaat ziet u boven: een eigen eigen huis en tuin tuin.

Op de dag waarop ik zag dat het goed was zat ik 's avonds heerlijk zoel aan tafel te lezen, toen er iets tegen mijn been aansprong. Het was een kikker, een grote van het bruine soort. Gezeten op het hardhouten vlonder keek hij mij verwijtend aan, zonder iets te zeggen. Zo zaten en keken we een tijdje naar elkaar. Ik realiseerde me dat de tuin uit kikkeroogpunt er nauwelijks beter op kon zijn geworden. Het minivijvertje was nog niet klaar en verder was alles strak en gestofzuigd. Daar houden kikkers niet van.

Hij knipoogde een laatste keer, draaide zijn kop om en sprong sierlijk weg, in de richting van de buren.

Knutten en komkommers

De natuur regelt het toch allemaal mooi. Als de Tour de France is afgelopen en de dagen weer korter worden, het kabinet met reces is (dat ga ik ook een keer doen in plaats van "op vakantie") en de voetbalcompetitie nog niet begonnen. In die dagen van zalig nietsdoen bijt de journalist wanhopig op de achterkant van zijn potlood. Dat potlood houden journalisten bij de hand, ook al verwerken ze tekst met een toetsenbord. Dat laatste bijt zo slecht.

Een groot gebrek aan nieuws dreigt. De komkommer loert op de achtergrond. Maar gelukkig, dan komt de blauwtongknut het land in . Alsof het beestje zo uit een gedicht van Cees (spreek uit "Sees") Buddingh is komen vliegen. Er is altijd wel een minister die daar vanaf het strand of tijdens het doen van een dagje iets zorgelijks over wil zeggen.

En het kan niet op, want de toner van zo'n knutartikel is nog niet droog of de mond- en klauwzeer duikt op. En dan is het echt bal, want dan komen de vervoersverboden uit de kast. Dat is het privilège van de minister van Landbouw enzo. Heerlijke onderwerpen: alles van de vorige jaren kan zonder meer in de herhaling. Interviews met boeren, afwegingen van de bestuurders over import- of juist exportverboden, gevolgen voor de volksgezondheid: het kan zo uit het archief op het bureau van de eindredacteur.
Ik wacht alleen op het standpunt van de Partij voor de Dieren. Die moeten nu toch massaal uit de caravan worden teruggeroepen, vind ik.

En dan is het nog maar even tot de vogelgriep en het ophokken.

Ik hou van een land dat tradities in ere houdt.

Zomergasten 2

Bij de echte zomergasten op televisie zijn er altijd interessante mensen die iets te vertellen hebben. Nu doe ik dat altijd al in mijn stukjes (sprak hij bescheiden), dus beperk ik me tot één zinnetje. Om over na te denken bij het lezen van de gouwe ouwe.

Geld maakt alleen gelukkig als je er genoeg van hebt.

Zo, daar moet je het mee doen. Even op kauwen, dan komt het volle aroma het best tot z'n recht.

Een gedicht uit de winter, dat lijkt me leuk bij de omstandigheden van vandaag. Ik tuinier nog even verder. Morgen een foto van het resultaat. Of overmorgen.

Tuin



Ik werk hard aan de tuin

Blogklussen

Taal is, hoe gebrekkig ook, toch een prachtig medium. Als ik nu zeg dat ik gisteren de gehele dag aan het blogklussen was, dan begrijpt iedereen dat onmiddelijk. Ik was namelijk aan het klussen bij iemand die ik heb leren kennen door haar blog te lezen en er soms op te reageren.

In dit geval is die iemand Sara en haar kinderen en Echtgenoot. Ze hebben met z'n vieren een prachtig huis gekocht: ruim, licht en wit. Ik had - al bloggende - aangeboden om te helpen met verhuizen. Zij wonen ook in de centraal in het land gelegen stad U.

Zo kwam het dat ik met een rol afplakband en een pot verf op een trap stond, in het huis van mensen die ik daarvoor nog nooit gezien had. Toch voelde het behoorlijk vertrouwd. Ik lees Sara's stukjes al een aantal maanden en daarmee krijg je een aardig kloppend beeld van iemand, blijkt.

De vraag blijft of het nu handig is om als bloggers met elkaar kennis te maken in levende lijve. Voor Sara was het in dit geval wel handig, want haar witte muren en plafond zijn nu haar kleur wit en daar heb ik aan meegeholpen. En voor mij was het ook leuk om te zien wie er allemaal achter de aanduidingen Peuter, Dreumes en Echtgenoot schuilgaan. Ik heb vier leuke mensen leren kennen en een hele gezellige dag gehad. Maar er is iets van het mysterie verdwenen. Het is eigenlijk als de verfilming van een boek: je ruilt je eigen fantasie in voor een beeld van de werkelijkheid.

Een mooie bijkomstigheid is wel dat Sara mooie foto's maakt en op haar weblog zet. Dus als je benieuwd bent hoe B& er nu eigenlijk uitziet...klik

Reiger revisited


In lang vervlogen tijden, toen het voorjaar nog zomer was, heb ik een dringende oproep geplaatst voor het behoud van de plastic reiger. De Vereniging Tot Behoud Van De Plastic Reiger komt nog niet echt van de grond, maar dat is een kwestie van tijd, neem ik aan.

Ter aanmoediging deze foto, waarop een schoolvoorbeeld van plastic reiger de steiger staat te bewaken, met zijn trouwe vrienden de plastic kikker en de plastic eend. Ontroerend is het om het te zien hoe deze trouwe dieren zich jarenlang roerloos van hun taak kwijten.

Bij deze breid ik de doelstelling van de vereniging uit. Laten wij streven naar het behoud van plastic dieren, in het algemeen en de plastic reiger in het bijzonder. Omdat VTBVPDIHAEDPRIHB niet zo lekker bekt, stel ik voor de vereniging "Plasdier" te noemen (een samentrekking van "Plastic" en "dier", zo zult u begrijpen).

Stuurt uw foto's van plastic dieren in, zodat wij kunnen inventariseren hoe het gesteld is met deze trouwe kameraden. En wilt u een materiële bijdrage leveren? Een plastic reiger is al te koop voor € 16,95 bij het betere tuincentrum bij u in de buurt.

Plastic dieren, hou ze levend!

Op reis

Two people, both still tied but free
floating in an awkward way
in China's friendly sea.
Both looking for some happiness
a bit in now and here
but keeping up with memories
of someone far and dear.

Two people looking for a friend
a bit of fun and shelter
a soul who feels the same.
They meet and let it sparkle
and then they go their way.
The one up in the distance
allows them not to stay.

So they go, look at each other
wave a bit and smile
Goodbye to you
the warmth we shared
will hang on for a while.

Chengdu, december 1989

Zomergasten 1

Gisteren zelfs geen zomergast. Maar de Franse tekst was zo mooi, die kon wel twee dagen.

Vandaag nog een keertje meezingen.

l'Amour

Sommige dingen moeten zo nu en dan herhaald worden om ze aan de vergetelheid te ontworstelen. De tekst van de titelsong van de film l'Adolescente bijvoorbeeld.
Jeanne Moreau en Yves Duteil zongen om beurten een coupletje. Jeanne was het mooist, maar Yves zong het mooist.

Zonder muziek is het een mooi gedicht.

Dis, où est l'amour
Le grand amour
Que j'attendais ?
Est-il, dans une ville
Ou dans une île
Qu'on a perdu ?

Il est dans le berceau des destins
A la croisée des chemins
Sous les rameaux de jasmins
Dans la chaleur de l'été
Caché dans le creux des mains
Tout près de la vérité

Dis, c'est quoi l'amour
Le grand amour
Que j'attendais ?
Est-il un oiseau fou
Un chien, un loup
Qui s'est perdu ?

Il est un voyageur étranger
Un solitaire messager
Qui vient pour tout déranger
Dans la chaleur de l'été
Il est la peur du berger
Qui garde la vérité

Dis, qui est l'amour
Le grand amour
Que j'attendais ?
Est-il fort comme le vent
Longue comme le temps
Le temps perdu ?

Il est, comme le trajet de la fronde
Comme la course du monde
La mélodie de la ronde
Dans la chaleur de l'été
Comme les fleurs qui abondent
Tout près de la vérité

Oui, c'est toi l'amour
Le grand amour
Que j'attendais
Tu es l'ange, le fou,
L'oiseau, le loup
Jamais perdu

Stukje minder

Ik ben de komende dagen hard aan het werk. Niets nieuws onder de zon. Maar ik maak gebruik van de vakantieperiode om zo nu en dan een dag over te slaan, wat schrijven betreft.

Om de verslaafden aan dit weblog niet helemaal in de steek te laten, zal ik iedere dag een verwijzing plaatsen naar een oud stukje dat ik zelf wel de moeite waard vind om nog eens te lezen en misschien over na te denken.

Fijne vakantie, ook voor jullie.

Je bent een prachtige eikel

Moedermail

Het was zaterdagochtend, kwart over acht. De telefoon ging. Ik was al wakker en ging even na wie het zou zijn. Al snel kwam ik tot de conclusie dat het één van de vrouwen moest zijn waar ik een bijzondere relatie mee heb en inderdaad: het was mijn moeder.

Mijn moeder is 72 jaar en bescheiden van aard, dus er moest een klein rampje gebeurd zijn om mij op dat tijdstip te bellen. En ja, ze meldde dat de telefoon het niet deed. Nu is dat een vreemde mededeling om iemand telefonisch te doen, maar ik begreep dat ze het had over de internet telefoonlijn die ze sinds een paar maanden heeft, op mijn aandringen. Gelukkig heeft ze ook een mobiel.

De moderne communicatietechnieken zijn een zegen voor oudere alleenstaande mensen. Telefoneren kost bijna niets meer, wat prettig is als je alleen een AOW uitkering hebt, en internet opent de wereld voor je. Dat waren mijn overwegingen om haar aan te raden KPN de deur uit te doen en een tweedehands notebook te kopen, samen met zo'n voordelig internet plus bellen abonnement. Alleen die techniek, hè. Er komen opeens allemaal extra apparaten het huis in, die allemaal met elkaar moeten samenwerken om het moois tot stand te brengen. Het heeft het leven van mijn moeder in ieder geval verrijkt met dingen als "het modem resetten", waar ze inmiddels haar hand niet meer voor omdraait.

Natuurlijk zijn we er samen uit gekomen. Zij in Rotterdam, ik als helpdesk in Utrecht. De hele boel losgekoppeld, getest en weer aan elkaar geconfigureerd. En toen deed-ie het weer. Zodat we weer mailtjes kunnen uitwisselen en ze haar digitale foto's kan bestellen bij 's lands grootste drogist. En me de volgende aflevering van haar dagboek kan sturen. Dat is ze aan het overtypen en krijg ik in stukjes doorgemaild. Daar zit weblogmateriaal bij, volgens mij.
Hier alvast een voorpublicatie:

Stil verdriet

Daar zit hij, z'n hoofd rust in z'n handen.
Een trieste blik vooruit, uit ogen die nog branden
van tranen, die hij steeds heeft drooggewreven.
De dag is nu voorbij, hoe kan hij die weergeven?
Als zwart, als leeg, als kil en koud,
het is de dood waar hij om rouwt.

------------

3 Juli 1993 en ik zal je vertellen:
De volle maan zal me vanacht vergezellen!
M'n dromen zijn ze grijs of wit,
het geeft niet als ik maar lekker pit!!!!

Oewoi

Ik fietste langs de flat van een vriendin. Ze woont drie hoog en haar balkondeur stond open, zag ik. En voor ik het wist riep ik: "Oewoi".

Begrijpen doe ik het niet. Oewoi is een soort jodelgeluid. Het werd vroeger gebruikt om elkaars aandacht te trekken over grote afstanden. Vroeger is in dit geval niet de verre Middeleeuwen, maar mijn jeugdjaren. Misschien was het zelfs wel een geografisch beperkt verschijnsel, want ik heb het nooit meer gehoord nadat ik uit Dordrecht ben vertrokken.

Oewoi was voor mij een zegen. Ik kon namelijk niet snerpend op mijn vingers fluiten en dat droeg niet bij tot mijn status. Op je vingers fluiten was één van de stoere dingen die jongens konden en daarmee oogstte je bewondering van je vrienden en bovendien aandacht van meisjes. En je kon elkaar roepen om naar buiten te komen om te voetballen, zonder dat je hoefde aan te bellen en ouders een hand geven enzo. Een mobieltje avant la lettre.

Je kon ook oewoien. Dat was niet statusverhogend, maar wel geaccepteerd en praktisch. Je ging voor iemands deur op de stoep staan en na een paar oewoien kwam de gezochte persoon vanzelf naar buiten. Een gehoorde oewoi kon ook niet genegeerd worden: je moest gaan kijken wie dat was, hoe leuk Toppop ook was op dat moment (wat het overigens zelden was, met al die huppelende disconegers en -negerinnen, ingeklemd tussen vader Abraham en de Zangeres zonder Naam)

Waarom die oewoi naar buiten kwam, een paar dagen geleden is mij een raadsel. Decennia heb ik er niet aan gedacht en nu kwam hij opeens spontaan boven. Wellicht een teken dat de seniliteit langzaam begint in te zetten, beginnend met het verversen van oude herinneringen.
Wat ik me overigens ook herinner is hoe ik mijn gehele jeugd zonder gordel op de achterbank van de auto werd vervoerd, met voorin twee rokende ouders. Een behandeling die tegenwoordig nog geen hond waardig is. Minder dan een hondenleven, maar geen tuig op de achterbank.

Als u me ziet fietsen, één dezer dagen, doe dan even een oewoi. Dan gaan we misschien wel samen voetballen in het park.

Fame

Het is 2 juli 2007. Merel Roze schrijft een stukje op haar weblog over treinen en er reageren 53 mensen.
En dan is stukje nog een Groot Woord voor één regel.

We gaan een stukje terug in de tijd...

Het was 22 januari 2007. B& schreef een stukje op zijn weblog over treinen en er reageert 1 (weliswaar stoer) mens.

Wat doe ik verkeerd?

(Dit stukje is niet geschreven om u te verleiden tot reacties of om zielig te zijn. Ik vraag het me echt gewoon af. Moet ik een vrouw zijn of een boek schrijven of had ik gewoon al 6 jaar eerder begonnen moeten zijn? Of heeft Merel meer talent en/of vrienden.)

Ridder

Er was eens in vervlogen tijden
een ridder, moedig als geen twijde.
Hij was zo krachtig als de beul
en woonde in een groot kasteul
met tachtig strijders, hele ruwe
en zocht een vrouw om mee te truwen.

Hij was verzot op steektoernooien.
Van 's morgens vroeg, bij't hanekrooien
tot 's avonds laat trok hij ten strijde.
Het land had hij aan pais en vrijde.

Nu hoorde men dat in die dagen
veel ridders naar de bergen tagen
omdat daar, volgens de berichten,
een maagd in ene kerker zichtte
die daar bewaakt werd door een draak.
De ridder riep: "Dan ga ik aak!
Wilt goed op mijn kasteel hier passen,
want ik ga deze maagd verlassen."

En bij het krieken van de morgen
trok onze ridder naar de borgen.
Plotsling daar stond hij voor de draak,
maar dat bracht hem niet van de kaak.
Hij trok zijn zwaard, wou't ondier doden,
maar kreeg plots last van medeloden.

De draak was hierdoor zeer ontroerd
nam met verstikte stem het woerd
en sprak met tranen in zijn baard:
"Doe maar een wens, hij wordt verhaard".
De ridder sprak hierop verheugd:
"Ik wens de vrijheid van de meugd
die gij hier opgesloten houdt".
De draak zei: "Yo, maar luister goud.
Maak eerst een vers op jullie samen."

Hij kreeg haar nooit.
Hij kon niet ramen.

Rendez vous

Eens in de paar weken parkeert ze haar auto recht tegenover mijn huis. Het is een zeegroene sportauto. Soms staat zijn auto er al, soms ook niet. Maar als hij er is, verraadt hij zich doordat hij z'n voet op de rem houdt, waardoor de remlichten blijven branden. Anders was het me waarschijnlijk nooit opgevallen.

Ze blijven altijd even naast elkaar zitten, elk in de eigen auto. Dan stapt ze uit. Verzorgd uiterlijk, Zuid-Europees of Noord-Afrikaans, een jaar of dertig. De deur aan de passagierskant van zijn auto is vlakbij, want ze parkeert altijd rechts van hem. En hij links van haar, als hij later is. En zo is ze weer verdwenen.

Wat er gebeurt als ze is ingestapt wordt door de hoofdsteunen aan het gezicht onttrokken, maar ze blijven altijd nog even staan zo, samen in één auto. Het gebeurt wel dat ze heel lang blijven staan en soms stapt ze weleens weer uit om dan aan de achterkant van de auto een mobiel gesprek af te ronden.

Na een tijdje gaan de remlichten uit. Hij heeft al die tijd z'n voet er op gehouden, maar nu gaan de remmen los. Ze rijden weg, altijd in zijn auto, haar sportieve model achterlatend tegenover mijn huis.

Na een uurtje of twee zijn ze weer terug. Ze blijven dan nooit lang zitten, maar ze verhuist snel weer terug naar haar eigen auto en vaak rijden ze dan allebei tegelijk achteruit de parkeervakken uit, zodat er een ongemakkelijke situatie ontstaat. Ze kunnen niet allebei tegelijk wegdraaien, want dan raken ze elkaar aan. En dat stadium hebben ze waarschijnlijk al gehad.

Hij krijgt altijd voorrang. Als hij wegrijdt vang ik een glimp van hem op. Verzorgd uiterlijk, Zuid-Europees of Noord-Afrikaans, een jaar of dertig.

Onmogelijke of betaalde liefde?

Het D-woord

Ook ik ontkom er niet aan. Meewaaien, bedoel ik. Niet alleen heb ik een stukje geschreven over de erfgename van de dure hotels, ik ga nu ook iets schrijven over doping.

Kranten, radio en TV staan op hun kop. Er is een Duitser betrapt op dopinggebruik. De beste man had op 8 juni een te hoog testosterongehalte en dat mag niet. Nu is het zijn tragisch lot om voor een Duitse ploeg te rijden en bovendien was de Tour de France bezig. Daar was hij overigens al uit vertrokken, want hij was na een etappe tegen een toeschouwer aangereden en lag nu in het ziekenhuis. De toeschouwer ook, overigens. Vrouwe Fortuna lachte hem eerder uit dan toe, dezer dagen.

Was deze man een Spanjaard geweest, dan was er niets aan de hand. In Duitsland wordt namelijk verwoed gecontroleerd op doping om de wielersport schoon te maken. In Spanje niet. De grap is nu dat allerlei Duitse wielrenners betrapt en geschandpaald worden, terwijl de Spanjaarden (en Fransen en Nederlanders en Colombianen en...) vrolijk gedrogeerd rond blijven rijden. Scheisse passiert.

Laten we nu eens naar de afweging van een gemiddelde Tourrenner kijken. Doping nemen of niet?
Ja, want je lichaam herstelt beter en je komt tot betere prestaties. En dat is nodig, want je wordt geacht drie weken lang 200 km per dag door Frankrijk heen te jassen, door barre regens, in de hitte, over bergtoppen en in je eentje tegen de klok. Heeft u weleens 100 km gefietst op een dag? Ik wel en het idee daar nog 100 aan te plakken stond mij niet aan.
Nee, geen doping nemen, want je kunt gepakt worden. En iedere renner in de Tour heeft een wurgcontract moeten tekenen waarin verschrikkelijke sancties staan bij betrapping. Wat dacht u bijvoorbeeld van een boete van 500.000 euro. Ik heb me niet vergist in de nullen, het staat er echt. Bovendien mag je je beroep niet meer uitoefenen. In het dagelijkse leven moet je toch heel wat uithalen voor je zo'n straf krijgt. Een patiënt dood laten gaan is niet voldoende.

Die straf wordt opgelegd door dezelfde organisatie die de renners Frankrijk door jaagt, want spektakel moet er zijn, anders kijken wij niet en betalen de sponsoren niet. De organisatie die onmogelijke dingen vraagt van mensen, legt straf op als ze daarbij hulpmiddelen gebruiken die die onmogelijke dingen realiseerbaar maken.

En wij, publiek, smullen van de dramatiek en kopen netjes de spullen van de sponsoren.

Begrijpt u nu waarom ik stukjes schrijf, terwijl ik fietsen zo leuk vind?

Jaren




Hier zit ik nu al jaren tegenaan te kijken.


Net als tegen mijn dochter, die vandaag 16 is geworden. Jippie! Het is mijn allerliefste puberdochter, ook al hebben we regelmatig ruzietjes. En ze is nog vrij.

Dus, kandidaten meldt u! Je ziet op dit weblog wat een enorm leuke schoonvader je erbij krijgt. En ze leert echt wel een keer spontaan haar kamer opruimen, maak je geen zorgen.

Ze kan ook goed tegen plagen, wat handig is met zo'n vader.

En om mijn blijdschap te tonen geef ik jullie, mijn trouwe lezers, een primeur.

The two men appeared out of nowhere, a few yards apart in the narrow, moonlit lane. For a second they stood quite still, wands directed at each other's chests; then, recognising each other they stowed their wands beneath their cloaks and started walking briskly in the same direction.
"News?", asked the taller of the two.
"The best", replied Severus Snape.


Met deze woorden begint het laatste boek over Harry Potter, dat a.s. zaterdag pas in de winkel ligt.
Onder deze link zit een foto van de laatste twee bladzijden van dat boek. Lees deze bladzijden en je weet alles. Maar vraag je eerst af of je dat wel echt wilt.....Klik

Markt

Onvermijdelijk komen er met de Wii naast sportieve beweegspelletjes ook de ethisch wat mindere soorten op de markt. Horror en slash heeft zich al gemeld en ik vraag me af hoe lang het duurt voor de "adult-industry" deze markt heeft ontdekt. Laten we hopen dat het lang duurt, hoewel de vorm van de afstandbediening het ergste doet vermoeden.

In huize B& is het allemaal nog onschuldig vermaak. Wel is Zelda aangeschaft, waarin je moet paardrijden, zwaardvechten en boogschieten met behulp van de Wiimote (afstandsbediening) en zijn hulpje de Nunchuk. Allemaal erg leuk en het doel is uiteraard om de prinses te bevrijden. Je bent zelf een mannelijke elf.

Nu ben ik bijna het prototype van een mannelijke elf, dus dat stoort mij niet. En ik mag ook graag prinsessen bevrijden. Maar als mijn dochter gaat Zelda'en wordt ze ook een mannelijke elf die een prinses moet bevrijden. Niet bepaald een moderne aanpak van de genderproblematiek. Natuurlijk is het zo dat er meer mannetjes zijn die spelletjes spelen, maar om nu meteen alle speelgrage vrouwen in een mannenrol te duwen...

Niet dat mijn dochter er moeite mee heeft, overigens. Waarschijnlijk is dit hele onderwerp alleen boeiend voor mensen van mijn generatie. En daarbij, als de vrouwen wat meer zouden spelen en vervolgens deze fabrikant boycotten, dan zouden ze wel luisteren. Dan zou de vrije markt spreken en daar luistert iedereen naar.

De maker van het Zelda spel luistert in ieder geval goed naar de spelregels van de vrije markt. Zoals in elk spel zijn er helden en levende wezens van diverse lagere soorten. Deze wezens mogen zonder meer worden opgeofferd voor het bereiken van het hogere doel, te weten de prinses (uiteraard van een buitenaardse schoonheid en hulpeloosheid).
Eén scene speelt zich af in een trollendorp, waar de held de gehele populatie uitmoordt om vervolgens in het plaatselijk trollenwinkeltje spullen te kopen! Echt: iedereen dood, maar hij laat keurig geld achter in ruil voor de spulletjes.

Moraal van dit verhaal: leven is er in soorten en lagere levensvormen mag je dood maken. Iets minder lage levensvormen moeten vooral gered worden, maar bovenal:

Handel is Heilig.

Het schijnt dat kinderen heel goed onderscheid kunnen maken tussen de wereld van spelletjes en de echte wereld.

Zwaar weer


Zo!

Als afsluiting van een aantal dagen zware kost en ernstige zaken:
zwaar weer op komst.

Kinderen

Sommige teksten zijn kaalgesleten, uitgekauwde open deuren. Tot een nieuwe generatie mensen is opgegroeid en de teksten weer opnieuw ontdekt.

Bij deze, om die ontdekking wat te versnellen en voor wie het al kende maar weer vergeten was. Voor ouders van baby's, pubers en bejaarden en alles wat daar tussen zit.

Kahlil Gibran schreef het als eerste op.

Je kinderen zijn je kinderen niet.
Ze zijn de zonen en dochters van het verlangen van het leven naar zichzelf.
Ze komen via jou, maar zijn niet van jou.
En alhoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.
Je mag hun je liefde schenken, maar niet je gedachten,
want ze hebben hun eigen gedachten.
Je mag hun lichamen een huis geven, maar niet hun zielen,
want hun zielen vertoeven in het huis van morgen, dat je niet kunt bezoeken, zelfs niet in je dromen.
Je kunt proberen als hen te zijn, maar maak ze niet gelijk aan jou,
want het leven gaat niet terug noch draalt het bij gisteren.

Steen

Muren heb ik ook
maar niet zo hoog als jij.
Meters, met prikkeldraad
en gewapend verzet
tegen minnaars
vrienden
mij?

Mijn lege handen op mijn hoofd
breken geen stenen
en je deur trap ik niet in.
Maar als je ooit naar buiten komt
sta ik gewapend met mijn mooiste lach
en de herinnering aan die ene avond
waarop je vrolijk was
om iets.

Er ligt een mooie zwarte steen
te glanzen op je hart.

Onmogelijk
om te houden van jou,
als ik al niet verloren was.

Vrij?

Ik heb lang nagedacht over determinisme. Determinisme betoogt dat alles in de natuur gebeurt in een keten van oorzaak en gevolg. Ik voel daar wel voor, want het is helder en zonder onverklaarbare hocus-pocus.

Determinisme heeft nogal heftige consequenties. Eén daarvan is dat de vrije wil niet meer bestaat. Als alles wat ik doe en denk het gevolg is van processen die daaraan vooraf gaan, dan kan ik dus niet anders dan doen wat ik doe, ook al heb ik zelf het idee dat ik een keuze maak. Zoals het orakel in de film "The Matrix" verwoordde: "Het besluit is al genomen, je kent het alleen zelf nog niet".
Het is opmerkelijk hoe makkelijk kinderen volledig determinisme accepteren. Het ego van volwassenen zit te veel in de weg, denk ik.

Het ontbreken van een vrije wil betekent echter ook dat we niet aanspreekbaar zouden zijn op onze daden. En in zekere zin is dat ook zo.

Neem het schrijnende verhaal van Diana, die het slachtoffer is geworden van een verkrachting. Diana kwam uit Libanon en een cultuur waarin de vrouwelijke maagdelijkheid als heilig wordt beschouwd. Na de verkrachting was Diana's toekomstperspectief totaal verloren, waardoor ze een makkelijk slachtoffer was voor een loverboy. Deze "lieve" man zorgde er voor dat Diana in de prostitutie terecht kwam door haar op een gruwelijke wijze te mishandelen en te dreigen met geweld tegen haar en haar familie .
Diana heeft hem aangegeven, in een vlaag van dapperheid. Maar tijdens de rechtszitting trok ze haar verklaring weer in. Ze bleek ook weer in de prostitutie te werken en de loverboy weer regelmatig te zien.

Ziehier drie mensen. Diana, de loverboy en B&. Diana is bang voor de loverboy maar houdt ook nog van hem. Ze is soms dapper, soms niet meer en lijkt mee te werken aan haar eigen ondergang. De loverboy heeft zo weinig last van zijn geweten of een zodanige opvatting over de ellende je andere mensen mag aandoen voor je eigen gewin, dat hij rustig doorgaat met zijn praktijken.
B& krijgt een hol gevoel in z'n maag als hij dit leest, wil het meisje redden en wraak nemen op de jongen.

Kiezen we voor deze rollen? Als ik die jongen z'n nek omdraai omdat hij dergelijke dingen doet met dat meisje, is dat dan een betere keuze dan als hij haar doodslaat omdat ze niet achter het raam gaat zitten voor hem? Is Diana's keuze om toch bij die jongen te blijven een betere keuze van haar vrije wil dan om bij hem weg te gaan en toch tegen hem te getuigen?
En dan bedoel ik een betere keuze vanuit het perspectief van onze eigen gedachten en drijfveren.

Ik denk het niet, want geen van allen kiezen we echt. We doen wat ons brein oplevert, aan de hand van de impulsen die tot ons zijn gekomen en die ieder moment, wakend en slapend, nog tot ons komen via onze zintuigen. En met brein bedoel ik dan niet alleen ratio, ook emoties en instincten.

Betekent dit nu dat het allemaal niks meer uitmaakt? Dat we er maar op los moeten leven? Nee, natuurlijk niet. Ten eerste kun je niet anders leven dan je doet (vanuit het determinisme gezien), dus als je er op los leeft dan doe je dat en anders niet. Ten tweede leven we met elkaar in een maatschappij. Die maatschappij is als een grote machinerie die er voor zorgt dat zo veel mogelijk mensen een redelijk gelukkig leven hebben. Dat is een sterk vereenvoudigde voorstelling, realiseer ik me.
Wij zijn allemaal kleine onderdeeltjes in die maatschappij, die allemaal ons (deterministische) taakje uitvoeren, zonder dat we daar een keuze in hebben. Maar als, om welke reden dan ook, onze taak niet productief is voor de maatschappij in z'n geheel, dan worden we uit de machine gehaald en opzij gezet. Niet omdat we schuldig zijn, want we hebben immers geen vrije wil en zijn dus niet verantwoordelijk. Maar wel omdat we een "kapot onderdeel" zijn. Shit happens.

Het is een raar wereldbeeld dat ik niet graag op de voorpagina van de wakkere krant van Nederland zou zien. Als je er ongenuanceerd naar kijkt, zou het tot rare conclusies kunnen leiden.
En de grote vraag blijft natuurlijk: waarom heb ik doorlopend de illusie dat ik wel een keuze heb? Sterker nog: waarom voelt mijn leven soms als een grote stroom keuzemomenten (Schrijf ik nog een stukje verder of stop ik hier? Neem ik nu koffie of straks?).

Daarover misschien later meer. Gelukkig wéét ik niet alles, ook al is het leven deterministisch.

Bier en knechten

Vroeger, ach vroeger. Het is vandaag ( vrijdag 13 juli) veertig jaar geleden dat Tommy Simpson van z'n fiets viel, er weer op gezet werd en nog een keer viel, om nooit meer op te staan.

Het was op de flanken van de Mont Ventoux en het was heet. De Tour de France was toen anders dan nu. Je had heren en knechten, net als nu. De knechten zorgen voor het eten en drinken, dat was toen zo en dat is nu zo. Nu pakken de knechten het drinken aan uit de auto van de ploegleider en rijden dan naar hun makkertjes om het uit te delen.

In 1967 stopten knechten bij een café, legden 30 franc op de toonbank en kochten limonade (waarschijnlijk felroze of groene Exota in kogelflesjes) of bier. Dat stopten ze in hun trui. Ooit zijn er twee knechten een half uurtje ingesloten geweest in de koelcel van een café, toen ze koud bier aan het halen waren.
En daarna fietsten ze weer verder. De langste etappes waren rond de 350 km, de gemiddelde rond de 200 km.

Tommy Simpson had een slechte dag, die 13e juli. Hij was geen knecht, maar stopte onderweg bij een café voor een glaasje pastis en een glaasje cognac. Weer op de fiets gezeten dronk hij nog anderhalf biertje. Hitte en uitputting waren officieel de doodsoorzaak. Alcohol en amfetaminen hebben een handje geholpen. Begeleidend artsen en verzorgers waren nog niet zo kritisch in die tijd.

Jan Kal heeft een prachtig sonnet geschreven over de Mont Ventoux. Ik mag het hier vast wel overschrijven van hem.

Mont Ventoux door Jan Kal

Dichten is fietsen op de Mont Ventoux,
waar Tommy Simpson toen is overleden.
Onder zo tragische omstandigheden
werd hier de wereldkampioen doodmoe.

Op deze col zijn velen losgereden,
eerste categorie, sindsdien taboe.
Het ruikt naar dennengeur, Sunsilk Shampoo,
die je wel nodig hebt, eenmaal beneden.

Alles is onuitsprekelijk vermoeiend;
de Mont Ventoux opfietsen wel heel erg,
waarvoor ook geldt: bezint eer gij begint.

Toch haal ik, ook al is de hitte schroeiend,
de top van deze kaalgeslagen berg:
ijdelheid en het najagen van wind.

Stoornis

Ik heb geen last van erectiestoornissen. Ik hoop dat dat altijd zo zal blijven, maar mocht het ooit mis gaan, dan weet ik dat de dokter mij kan helpen.

Hoe ik dat weet? Omdat nu al dagen een dame met een licht hese Katja Schuurman stem mij via de radio uitlegt dat soms een romantisch sfeertje niet voldoende is om een probleem op te lossen. Ze zegt dat zo hijgerig dat er waarschijnlijk op dat moment spontaan problemen ontstaan bij de mannen zónder erectiestoornissen. Maar daar hebben we dan weer andere oplossingen voor.

Bij mij wekt dit gedoe alleen maar ergernis op. Wat een boel mede-lijden opeens met de gehandicapte man. Zou er geld te verdienen zijn?
Waarom hoor ik geen prettige Meta de Vries stem mensen die slecht lopen aanmoedigen om een rollator te kopen? Of een leuke aanmoedigingsreclame voor verslaafden om eens af te kicken in een plezierige omgeving. Soms is een romantisch sfeertje alleen niet genoeg.

Gelukkig gebeuren er ook nog leuke dingen. Neem nou...de leuke dingen.

Een rendierherder heeft een 10.000 jaar oude mammoetbaby van 6 maanden gevonden. Hoe hard moet je dan kunnen lopen, als je een rendierherder bent. Dan beherder ik liever antilopen.
Maar het belangrijkste is dat hiermee is bewezen dat je zo oud bent als je je zelf voelt, wat Blue Band ook altijd al beweerde. Tienduizend en toch een baby blijven.

Dan valt een puber van 46 best mee.

P.S. Een Roemeen heeft een aanklacht tegen God ingediend wegens oplichting en het niet nakomen van beloften. Dat noem ik nog eens een prettige stoornis.

Schrijven

Sinds ik mijn ziel en zaligheid dagelijks via geschreven boodschappen op internet zet, vragen vooral vrienden mij regelmatig: "Waarom?"

Ik heb dan nooit een pasklaar antwoord. Hoe ik antwoord hangt een beetje af van de situatie en inspiratie. Daarom nu op een overzichtelijk rijtje waarom ik dit doe:

Ik ben begonnen toen ik niet meer avondlijks met mijn allerliefste vriendin belde. Met haar nam ik altijd de dag door of liever: ik vertelde wat me was opgevallen en zij luisterde geduldig. Nu luistert mijn beeldscherm geduldig. Helemaal niet zo leuk, want ik krijg weinig feedback (wie verzint er een goed Nederlands woord voor "feedback") en ik mis haar verhalen.

Mijn twee schatten van puberkinderen luisteren geduldig als ik ze weer eens onderhoud over de geheimen van het leven. Maar ik zie (en weet van mezelf van vroeger) dat het maar matig boeit. Dus schrijf ik het op. Leuk voor later als ze dertig plus zijn en willen weten wat voor man hun vader nu eigenlijk was.

Ik had altijd een enorme hekel aan schrijven. Als iets in mijn hoofd zit dan is het wat mij betreft klaar. Opschrijven is dan een moeizaam proces van vertalen van concepten naar woorden en die dan ook nog intypen met mijn tweeëneenhalve vinger methode.
Dus ik wilde wel eens weten of ik dit een tijdje kon volhouden. Dat is wel gelukt, al is het soms lastig om de vaart er in te houden. Ik heb de muzen leren kennen en de writer's block en de eersten zijn prettiger gezelschap.

Er dwalen duizenden ideeën door mijn hoofd. Soms vind ik ze wel goed, maar blijken ze de toets der kritiek niet te kunnen doorstaan als ik ze aan een ander voorleg. U, lieve lezer, bent die ander, in dit geval. Maar u reageert zo weinig, dat ik dit doel maar laat varen.
Blijft dat het een aardige toets voor mezelf is. Pas als ik het hier op durf te schrijven, bloot voor het oog van de wereld, weet ik dat ik zelf achter zo'n idee sta.

Ik wil onsterfelijk worden, uiteraard. Door dit geneuzel word ik dat, want Google doet enorm z'n best om al mijn woorden te indexeren en op te slaan. Net als van die 265.178.283 andere bloggers. En dat is nog altijd een stuk minder dan 4 miljard.

Schrijven. Het maakt mijn gedachten toegankelijk voor jullie en dat is reden genoeg.