Nieren

Soms wil ik dat de radio niet altijd aan staat. Dan hoef ik me niet druk te maken over Teletubbies, mensen die andere mensen ongeneeslijke ziekten inspuiten en bizarre TV-programma's. Aan de andere kant prikkelt het wel het ethisch besef.

Staat BNN deze dagen voor Bijzonder Noodzakelijke Nieren of voor Behoorlijk Nare Niksnutten?
Er is weer een grens overschreden. Konden we ons vroeger druk maken om posters van stervende AIDS patiënten waarmee Benetton de aandacht vroeg voor vooral zichzelf, nu tuimelen de omroepen over elkaar om bizarre programma's op de buis te brengen.

Mijn eerste reactie op het nieuws over de donorloterij was er dan ook een van afkeer. Maar bij nader inzien geef ik BNN nog het voordeel van de twijfel. Wat nu als de hele loterij een doorgestoken kaart blijkt? Net zoals het SMS-en bij Idols niet nodig was, omdat de winnaar allang vooraf bepaald was. Dan hebben ze wel hun doel bereikt: enorme aandacht voor het tekort aan donororganen.
En zelfs als het inderdaad een loterij wordt, heiligt het doel dan de middelen? Ik denk eigenlijk van wel. Als er mensen jarenlang in een huis worden opgesloten voor geld en publiciteit voor een commerciële omroep, waarom is dit dan zoveel erger? Van de drie patiënten wordt er in ieder geval één beter en de andere twee niet slechter.

De reacties er omheen vind ik bijna net zo ergerlijk. De artsenorganisatie roept op tot een boycot, want het kan niet zo zijn dat BNN bepaalt wie er donororganen krijgen. Dat moet vooral in handen van de medisch specialisten blijven. En de politiek, die al jaren de durf mist om het donorcodicil eens goed te regelen gaat natuurlijk blèren over het beeld van Nederland in het buitenland. Bijzonder grappig was die Europese politieke meneer die het allemaal eens goed gaat regelen, maar zelf nog geen codicil heeft.

Ik stel voor dat we het met z'n allen zo goed gaan regelen dat er zelfs voor de commerciële omroepen straks geen ranzig programma meer te maken is over dit onderwerp, gewoon omdat het probleem niet meer bestaat. Dan kunnen de medisch specialisten ook gewoon doen waar ze dik voor betaald worden: transplanteren, in plaats van zich bemoeien met de toewijzing van donororganen.

Ik wacht alleen met angst en beven op de volgende TV-show. Misschien iemand die zich vrijwillig met HIV laat besmetten voor veel geld? Of politici die elkaar publiekelijk de nieren proeven?

Teletubbies

Iedereen kent ze, die vriendelijk rondscharrelende aliens in hun grasveld met konijntjes.
Persoonlijk werd ik er gek van. Vooral het geestdodende "Nog een keer..." en dan.....Inderdaad (zucht) nog een keer. Precies hetzelfde nog een keer.

Sesamstraat heb ik altijd goed kunnen hebben. Zelfs toen ik nog geen kinderen had, zat ik regelmatig met het bord op schoot mee te tellen (één rode auto, twee rode auto's, drie rode auto's) en te lachen om mijn helden aller tijden, Bert en Ernie. Het mooiste waren de afleveringen met Sipje en Sopje, de twee potloden. Of was het nu toch Zipje en Zopje.
En Grover natuurlijk en Elmo en Oscar de Nurks. De liedjes zijn altijd goed voor een hele vakantiedag in de auto of op de fiets.

Maar dit terzijde.

Het gaat hier om de Teletubbies die geweldig zijn voor kinderen onder de 6 ofzo. Als je ze ziet zitten glunderen achter de TV, is dat snel duidelijk. Boven de 6 zijn al die kusjes en herhalingen al snel saai.

Dat Teletubbies alien-achtige wezens zijn, blijkt uit het feit dat ze altijd bloot rondlopen en geen geslachtskenmerken vertonen. Ze hebben een uitgroeiselding op hun hoofd, maar dat is bij allevier verschillend, net als hun huidskleur overigens. Toch worden er 2 als jongen en 2 als meisje geidentificeerd. Althans volgens mijn kinderen, die allang geen ervaringsdeskundige meer zijn.
Teletubbies zijn dus vriendelijk maar raar en niet direct met mensen te identificeren.

Het is volgens mij een feit dat kinderen onder de 6 jaar nog niet driftig met geslacht en sexualiteit bezig zijn en al zeker niet met sexuele geaardheid.

Wil iemand deze feiten even in het Pools vertalen en onder de aandacht brengen van de gestoorde regeringsperverseling die overweegt Teletubbies te gaan verbieden omdat Tinky Winky soms met een handtasje loopt!!!
Polen is niet een exotisch eilandje in de Stille Zuidzee met iemand aan het roer die verkeerd van z'n fiets gevallen is. Nee, het is een volwaardig lid van de Europese Unie.

Zijn ze nou helemaal van God los, daar in Warschau?

China in 1989 (3)

Een heleboel bamboe stoelen in een bruingerookte ruimte zonder voorpui. De theehuizen lijken de huiskamers van China. Mensen praten, roken, slapen en drinken thee, bakken thee en het geheel heeft de gemoedelijkheid van een kroeg in de Jordaan. Ik voel me hier op mijn gemak. Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat hier de revolutie broeide en dat vanuit deze plaatsen de kritische geluiden kwamen tijdens de culturele revolutie. In de huiskamer is het makkelijker om elkaar te vertrouwen dan in het partijkantoor.

-----------------------------------------------------

Net als de zoveelste student Engels vraagt hij: "Can I practice my English please?". In tegenstelling tot de meeste van zijn landgenoten laat Li Jun veel los over zijn persoonlijke leven. Hij blijkt pas gescheiden te zijn, na een huwelijk dat 2 maanden geduurd heeft. Overigens kende hij zijn toekomstige bruid pas 3 maanden toen ze trouwden. Het werd niet duidelijk of dit lag aan uithuwelijking of dat de geliefden het gewoon stevig van elkaar te pakken hadden. In ieder geval bleef de vlam niet lang branden. Een erg gepassioneerde relatie kan het ook niet geweest zijn, want volgens Li Jun is de direkte aanleiding van de scheiding het feit dat hij probeerde over sex te praten met zijn jonge bruid.
Het wordt al snel duidelijk dat praten over sex in China "not done" is. En het tragische is dat Li Jun niets liever wil. Alles wil hij weten: posities, frequentie, met en zonder partner en dat alles met een naïeve onbeschaamdheid die mij soms verlegen maakt. Hoe leg je de techniek van het masturberen uit in een volle bus? Even vermoed ik verborgen bedoelingen, maar hij probeert op geen enkele manier avances te maken. Bij ons vertrek komt hij ons uitzwaaien. Dag Li Jun, onbegrepene in een land dat zijn erotiek te diep heeft weggestopt.

Uiterlijk

"Als iemand mij een compliment geeft voor mijn voorkomen, waar ik niets voor heb moeten doen, heeft dat geen enkele waarde. Liever heb ik te maken met mensen die mij waarderen op wat ik in mijn films laat zien."
Een quote van Jake Gyllenhaal, die onder andere in de film Brokeback Mountain speelde.

Het is niet ongebruikelijk dat mensen die om hun uiterlijk bewonderd worden -en daar niet zelden een materieel rijk leven aan overhouden- dit soort dingen zeggen. Ik vind dat altijd behoorlijk ondankbaar. Mensen besteden meer en meer tijd en geld aan het stroomlijnen van hun uiterlijk en maar zelden lukt het om een paleis op een slechte fundering te bouwen.
Dat is jammer voor de lelijkerds onder ons. Een minder fraai uiterlijk leidt vaak tot levenslange onzekerheid en het is lastig je andere talenten (zoals prachtige filmrollen spelen) te tonen als je onzeker en lelijk bent. Dus wees gewoon blij met je mooie kop en zeur niet!

Natuurlijk heeft onze acteur eerlijke intenties met z'n uitspraak. Iedereen wil het liefst beoordeeld worden op wie hij is, niet op hoe hij er uit ziet. Vaak wordt er dan ook nog bij genoemd dat het één je gegeven is en dat je voor het ander hebt moeten werken, studeren of oefenen.

Zou dit niet een overschatting zijn van onze talenten? Is er een essentieel verschil tussen de vorm van je hoofd en de vorm van je persoonlijkheid? Beide krijg je in aanleg mee bij je geboorte, net als je talenten. Waarom zou het vermogen om mooi te acteren hoger gewaardeerd moeten worden dan een mooie neus. Beide kun je nauwelijks beinvloeden. Je kunt het cultiveren en bijschaven, maar er nooit echt iets anders van maken.
Beide zijn onderhevig aan de tand des tijds. Koppen worden ouder, haren grijs. Talenten blijven in aanleg wel bestaan, maar de uitvoering laat op hogere leeftijd te wensen over.

Waar komt nu die rare dubbele houding vandaan? Iedereen wil mooi zijn en daar om bewonderd worden. Maar niemand wil dat uiterlijk de enige reden van waardering is.

Ik probeer er maar gewoon tevreden mee te zijn als mensen me waarderen. Of het nu is om mijn edele gelaatstrekken of om het feit dat ik zulke prachtige stukjes kan schrijven.

China in 1989 (2)

Door het donkere Chengdu lopen we, met geen duidelijker doel voor ogen dan de sfeer proeven. We passeren een steegje waaruit muziek opklinkt. Nieuwsgierig geworden proberen we wat dichterbij te schuifelen, want dit zou wel eens een spontane uitvoering van de Sichuan opera kunnen zijn. Alles wijst erop: de oude mannen en vrouwen, die de belangrijkste instrumenten en zangstemmen voor hun rekening nemen, geen kostuums, het informele sfeertje, als een toevallige ontmoeting van wat buren. Ik ben nog steeds niet helemaal gewend aan de vreemde klanken en de hoge uithalen van de zangers, schijnbaar in disharmonie, maar ik ben blij met de onverwachte ontmoeting met deze mensen.
Jammer dat het onmogelijk is om anoniem te verdwijnen in de menigte wanneer je een kop boven iedereen uitsteekt en op die kop blond haar zit. Al snel worden we opgemerkt door de ceremoniemeester en zijn vrouw en wordt ons een zitplaats aangeboden. We schuiven ietwat onbeholpen tussen de mensen door naar twee klaar staande stoelen die direkt uitzicht bieden op een tafel die veel weg heeft van een altaar. In het midden is een portretfoto opgesteld van een man. Aan weerszijden daarvan bloemen. Ik krijg het onbehaaglijke gevoel dat we midden in een begrafenisplechtigheid terecht zijn gekomen. Aan de aanwezigen is niets af te lezen, maar dat zegt niet alles. Mensen in China lopen niet met hun gevoelens te koop, dat hadden we al eerder gemerkt.
We krijgen keurig thee, snoepjes en glimlachen geserveerd, die we beklemd maar dankbaar aanvaarden. Hoe kan ik deze mensen respect tonen, mijn medeleven duidelijk maken of zelfs maar vragen wie de overledene was? De taalbarrière is op dit moment hoger dan de Chinese muur.

Nacht

Het water naast de Leidseweg spiegelt gladder dan ooit
de lichtjes van twee keer twee ophaalbruggen tegemoet.
Zwijgend staat de molen aanwezig.

Stil is de weg naar mijn dorp aan de rivier,
ook al is het een wijk aan een kanaal en
is de snelweg goed te horen.

Bij de Munt staan extra fietsenrekken
want de koning van morgen komt het geld van gister tentoonstellen.

Apekool

Ik begrijp soms mensen niet. Dat heeft vooral te maken met de beoordeling wat belangrijk is in het leven en wat niet.

Ik vind geld bijvoorbeeld niet belangrijk. Veel mensen vinden geld wel heel belangrijk en laten daar hun daden door leiden. Die mensen begrijp ik niet, maar ik kan hun beweegredenen wel volgen. Als u begrijpt wat ik bedoel.

Sommige mensen worden door iets anders gedreven. Ze willen graag andere mensen de schuld geven. Zo noemen ze het nooit, er wordt altijd gesproken over "verantwoordelijkheden" of "aansprakelijkheid". Wanneer ergens iets mis gaat is het maar zelden zo dat iemand daar met opzet de hand in heeft, zoals op 9 september 2001. Soms is het luiheid en/of domheid: vuurwerk niet goed opgeslagen, peuk erbij gegooid.
Maar als vergeten wordt de boegdeur te sluiten van het schip waar je zelf op vaart, dan is dat lui noch dom noch aanspreekbaar. Dat is gewoon keiharde pech.

Onder de mensen die op zoek zijn naar aansprakelijkheid verwacht ik veel bange mensen. Mensen die hopen alles zo te regelen dat er nooit meer iets fout gaat in hun leven. Gelukkig (of helaas?) is het leven een onvoorspelbare chaos en elke zekerheid een schijnzekerheid.
Dit is een besef dat nog niet is doorgedrongen bij de mensen die Blijdorp (what's in a name) willen aanklagen omdat een aap iets onwaarschijnlijks heeft gedaan. Er is die mensen nota bene geen haar gekrenkt. Ze zijn waarschijnlijk geschrokken en hebben een vrindje die advocaat is.

Ik wens deze mensen veel sterkte bij de rest van hun leven. Het zal zeker leerzaam zijn.

China in 1989 (1)

Vandaag zijn we met de trein aangekomen in Chengdu vanuit Lanzhou. Zesentwintig uur hebben we het volgehouden in de trein, klasse "hardseat". Hardseat houdt in dat er een plaatsje beschikbaar is op een bank in een wagon voor 120 personen. De bank is hard, de rugleuning steil en de reis bijna altijd te lang.

De eerste 5 uur waren nog wel door te komen, na 9 uur had ik gegeten, gelezen, gedronken, geschaakt, een brief geschreven, vier keer het toilet opgezocht, met mijn reisgenoot gepraat tot ik hem niet meer kon zien en 800 keer geglimlacht naar de Chinese medereizigers die erg benieuwd waren naar wat ik allemaal deed. Na 15 uur had ik 6 uur tevergeefs geprobeerd te slapen in 120 onmogelijke posities, waarvan de laatste 2 uur letterlijk bestonden uit rechtop zittend knikkebollen. Mijn nek- en schouderspieren waren erg stijf geworden en ik begon serieus te overwegen om op de vuile grond te gaan liggen tussen zonnepitten, etensresten en neus- en borstslijm.

Na 24 uur vroeg ik me af waarom ik geen vuurtorenwachter op Schiermonnikoog geworden was.

Meeuwen

Meeuwen zijn schepselen van de evolutie, net als alle andere dingen. Via een lang en moeizaam proces van verandering en kopiëren, waarbij alleen de besten gekopieerd werden, heeft de meeuw het gered.

En het is niet het minste wezen dat dit aardse laboratorium heeft voortgebracht. Prachtig vliegen, melancholiek krijsen en een mooi gestroomlijnd uiterlijk, wat wil je nog meer. Bovendien zijn meeuwen zo slim dat ze bij slecht weer een beetje de beschutting opzoeken. Als er zwaar westenweer aankomt, kun je langs de Leidsekade grote zeemeeuwen vinden, die de Oude Rijn op zijn gezakt en in Utrecht de bui afwachten. Slim.

Maar toch hebben die rare meeuwen een erg vreemde gewoonte, die tevoorschijn komt als er eten te krijgen is. Lukt het één meeuw om een stukje brood te pakken te krijgen, dan heeft de ongelukkige onmiddelijk een vlucht meeuwen achter zich aan die luid krijsen om ook een stukje.
De broodbezitter laat zich het brood niet uit de bek eten en vliegt en zwenkt, duikt en tuimelt om de belagers kwijt te raken. Eten is er niet bij door al die drukke bezigheden.
Dit kan lang duren, afhankelijk van het uithoudingsvermogen van de "haas" (hihi). Soms valt er een stukje van het brood af, soms lukt het een belager om het brood af te pakken. Die neemt dan meteen de plaats in van de haas en mag de vlucht rondleiden.

De mussen, duiven en eenden zijn intussen op hun gemak de voederplaats leeg aan het eten.

Hoe kan het nu dat meeuwen die zo stom met hun energie omgaan toch door de evolutie gespaard zijn? Er hadden al lang slimmere meeuwen moeten zijn die de buit verdelen of in ieder geval niet zulke idiote achtervolgingen op touw zetten. Meer eten met minder moeite en dus meer energie over om kleine meeuwtjes te maken.

Alle zinnige suggesties worden beloond met een zak oud brood. Voor wetenschappelijke experimenten.

Mars

Ik kwam aan de achterkant het station uit. Een groter contrast met de uitgang aan de Hoog Catharijnekant is haast niet mogelijk. Geen muziek, geen winkels. Een fietsenstalling en uitzicht op De Stek, een daklozencentrum, daar moet je het mee doen. Meestal is het er stil.

De man die me tegemoet kwam lopen was waarschijnlijk bewoner van De Stek, als je een dakloze tenminste bewoner mag noemen. Hij was lang, donker van huid en zag er niet heel erg verzorgd uit. Bovendien hield hij zijn armen schuin naar voor boven zijn hoofd, alsof hij van plan was iets te gaan grijpen. Hij keek me strak aan.
Ondanks de dreiging die er van z'n houding uitging en zijn gespannen gezicht, maakte ik me niet ongerust. Vreemd eigenlijk.

Toen we een meter van elkaar af waren maakte hij geluid: "Sssjjjhhh, Sssjjjhhh, Sssjjjhhh". Daarna liet hij z'n armen zakken. Ik reageerde niet, want ik wist niet hoe ik een dergelijke communicatiepoging moest beantwoorden.
Mijn onfrisse Stekje schakelde over naar Nederlands. "Ik heb je drie keer de zegen van Mars gegeven". Dat vond ik mooi, om iets te krijgen van iemand die zelf toch al niet zo veel heeft.
"Nou, bedankt", zei ik. Ik verwachtte eigenlijk dat hij nu om geld ging vragen ofzo. Maar nee hoor, hij liep door in de richting van het station. Ik vervolgde ook mijn weg.
"Je zult morgen tinteling voelen", gaf hij me nog mee.

Terwijl ik verder liep en me afvroeg wat de zegen van Mars me zou opleveren (en zou het Mars de oorlogsgod, de planeet of de chocoladesnack zijn?) hoorde ik achter me dat ook de volgende stationverlater de zegen kreeg.

Misschien is dit wel een belangrijke reden dat ik nog steeds in de stad woon. Waar krijg je vandaag de dag nog ongevraagd drie keer de zegen van Mars?

De tinteling is overigens uitgebleven, helaas.

Potje voetbal

"Fluit dan, scheids. Bokkenlul. Ik hoop dat je een jaar lang platjes krijgt."

Het was een mooie Hemelvaartdag en de plaatselijke FC speelde in de play-offs tegen Groningen. Zoon en ik waren dit seizoen nog niet naar het stadion geweest. Dat proberen we ieder jaar een keer te doen om een beetje live voetbalgevoel warm te houden. Het is ook mooi, zo'n stadion vol gelijkgestemden, samen klappen, samen zingen, samen juichen.

Ik had goed opgelet. Familietribunekaartjes had ik gekocht, want ooit waren we op de tribune van de Bunnik-side terechtgekomen en dat was een angstwekkende ervaring, vooral voor zoon die toen een jaar of 9 was. Niet alleen was de wietrook er te snijden, maar ook de agressie hing dik in de lucht.

Nu dus gezellig op de familietribune en er zaten inderdaad een boel vaders met zoontjes, meestal in clubkleuren gestoken en met een zak chips op schoot. Achter ons zat een vierkante vijftiger, type marktkoopman.
Dat die typering klopte werd bewezen toen hij voor het eerst z'n mond opentrok. De scheidsrechter dwaalde arbitrair (zo zeggen ze het altijd op de TV: "een arbitraire dwaling". Voetbalcommentatoren zijn eigenlijk romantische dichters die er wat bijschnabbelen in hun vrije tijd) en de marktkoopman dacht er het zijne van. Hij hield die gedachten helaas niet voor zich, wat leidde tot de hartekreet bovenaan dit stukje. Lees hem vooral in plat Utrechts en met windkracht en volume 12.

Een man met tatoeages die onder z'n kraagje uitkwamen en speels in z'n nek doorliepen zat schuin achter de marktkoopman. Hij had een zoontje bij zich. Onverwacht sprak hij de marktkoopman aan. "Hé, waar is jouw naastenliefde?" Net als ik, begreep ook de marktkoopman niet direct waar dit over ging. "Die man doet gewoon z'n werk.", vervolgde de tattoo.
"Naastenliefde? Heb ik niet." verklaarde de marktkoopman, die waarschijnlijk al vaker uitverkocht was geweest.
Op dat moment hadden alle verzamelde vaders tegen hem op moeten staan en hem met zachte hand de familietribune af moeten werken. Maar ja, je hebt een kind bij je en je wilt geen kloppartij op de familietribune, dus houden alle brave vaders -inclusief de tattoo- hun mond verder. De marktkoopman niet. Scheids- en grensrechter werden regelmatig vergeleken met geslachtsdelen van allerlei soorten hoefdieren. Spelers werden aangemoedigd om de tegenstander toch vooral dood te schoppen en de vlag van de grensrechter moest verdwijnen naar een plaats waar de zon nooit schijnt.
Z'n solopartij werd na het scoren van het eerste tegendoelpunt gesteund door de tribune met de "echte" supporters, die gezellig zongen dat de moeder van de scheidsrechter in de prostitutie werkzaam was, maar dan met andere woorden.

De wedstrijd was overigens een slappe vertoning, zonder al te veel spanning. Vandaar dat het niet verwonderlijk is dat na de 0-2 een groepje van de "echte" supporters besloot om een beetje met de stewards en de ME te gaan vechten. Die wedstrijd werd door de ME gewonnen met overtuigende cijfers: de "echte" supporters werden met kracht terug het hok in geslagen.

Alles bij elkaar een geslaagd middagje typisch Nederlandse cultuur. En de zon scheen nog ook.

Regie

Een half jaar lang ben ik bijna iedere dag wel even bezig geweest met de theatervoorstelling die we gisteren voor de laatste keer hebben gespeeld.

Het was mooi. Ik heb een rol gespeeld die me moeite kostte. Mijn publiek zag er nog te veel B& doorheen schemeren en dat gevoel had ik ook. Het is lastig om jezelf te verliezen.

Groot respect heb ik voor de jonge mensen om mij heen in de theaterproductie. Veel meer dan mijn eigen rol instuderen heb ik niet gedaan. De anderen hebben gefilmd, gefotoshopt, georganiseerd, gepland, gebouwd, geschilderd en geregeld. En intussen ook nog gewoon hun vakken gehaald en sommigen hebben zelfs ook nog een bestuursfunctie in een vereniging gehad. Ze hebben gezorgd voor een multimediale voorstelling van hoge kwaliteit.

Het was voor mij lastig om me neer te leggen bij de regie van een jonge man. Ik was al gewend aan docenten van 30, maar een regisseur van 20 is dan nog een stapje verder.
Hij is moedig genoeg geweest om mij in het groepje toe te laten en zelfs een hoofdrol te geven. Vervolgens heb ik mij zo gedwee mogelijk laten regisseren. Zo nu en dan mijn stem laten horen als ik dacht dat dingen anders moesten, maar ook geaccepteerd als het anders werd besloten. Ik waardeer hem bijzonder als regisseur. Een heldere visie, veel geduld, duidelijke communicatie: zaken die bij veel regisseurs nogal eens ontbreken.

Tijdens één van de laatste weken van de voorbereiding kreeg ik een snood idee. Ik zou in de laatste scene van mijn rol een paar zinnetjes toevoegen waarin ik mij onafhankelijk en vrij toonde van de dwang van de regisseur. Het paste wonderwel in de tekst van mijn rol en het publiek zou er weinig van merken. Uiteraard kon ik dit niet met de regisseur overleggen, want dan was het gedaan met de vrijheid. Ach en wee voor ijdelheid en drang naar autonomie.

Wat een inschattingsfout. Niet alleen de regisseur was ontdaan, ook al mijn medespelers waren geschokt. En dat is te begrijpen, als je het goed beschouwt. Samen theater maken vraagt vertrouwen en dat had ik beschaamd door mijn solo-actie.
De blijdschap van de eerste geslaagde voorstelling verdampte snel toen ik de reacties van mijn medespelers hoorde. En zelden heb ik me zo eenzaam gevoeld als de dag erna, tussen eerste en tweede voorstelling in.

Twee keer zo oud als de meeste medespelers en dan nog steeds zulke inschattingsfouten maken...
Een mens is nooit te oud om te leren.

Kapper

De tandarts, dat was het ergste. Niet meer zo erg als de schooltandarts van de lagere school, die met z'n (onvermijdelijk jonge en aantrekkelijke) assistente zat te praten en haar ook aankeek, terwijl de haakjes en tangetjes een eigen leven gingen leiden in m'n mond. Maar nog steeds erg. En volstrekt onkundig, getuige de woestenij die zich achter mijn onderlip bevindt. Geen standaard doorverwijzing naar de ortho, in die jaren.

Maar de kapper stond met stip op twee, wat ergheid betreft. God en mijn geërfde genen hebben er voor gezorgd dat zich op mijn hoofd vier kruinen bevinden. Twee voor, twee achter. Van stomme dingen krijg je er altijd te veel.
In eendrachtige samenwerking zorgen die kruinen er voor dat mijn haar bij een redelijke lengte als een soort pannekoek (ja, expres zonder tussen 'n') op mijn hoofd gaat liggen. Een aardig kunstje, maar zeker niet flatterend. In de woeste jaren zeventig kon ik het laten groeien, zodat de zwaartekracht het uiteindelijk won van de kruinen. Maar toen het haar daarna weer kort moest, kwam onvermijdelijk de gang naar de kapper.

Na een bezoek aan de kapper stekelde mijn haar vrolijk een weekje in het rond. Daarna begonnen de kruinen zich ermee te bemoeien en lukte het me steeds slechter om 's ochtends met een vrolijk en opgeruimd gemoed naar school te gaan.
Maar dat was niet het ergste. Het bezoekje aan de kapper zelf, dat was het ergste. Kapper van Leeuwen, heette hij en hij zat op de Voorstraat, vlak bij de Grote Kerk. Hij had een grote snor.
Dat was niet het ergste.

Halverwege de knipbeurt vroeg hij altijd of je koffie wilde en iedere keer trapte ik er weer in. Ik kreeg dan een bekertje waarin van dat koffiestroop was gegoten, aangevuld met warm water. Op het station maakten ze ook koffie op die manier. Echt goudeerlijk handgemaakte smerigheid. En bij de kapper op de bon stond dan altijd twee gulden voor de koffie.
Ook daar was overheen te komen.

Nee, het allerallerergste was als je aan de beurt was, na de leesmap helemaal uitgelezen te hebben. Dan kwam er zo'n cape om je heen en vroeg de kapper: "En meneer, wat mag het zijn?". En dan antwoordde ik, elke twee maanden weer: "Een beetje bijknippen graag." Daarna beet ik hard op mijn tong, omdat ik het weer had gedaan. Een voorzet gegeven voor mijn eigen doel, terwijl onze keeper gestrekt ligt en de vijandelijke spits de bal grijnzend opwacht.

De kapper kopte hem iedere keer weer op dezelfde fantasieloze manier in: "Bijknippen kunnen we hier niet meneer, alleen maar afknippen".

Waarna niemand lachte.

Happy feet

Soms weet ik niet meer wat werkelijkheid is en wat verzonnen. Laat ik eerst uitleggen hoe ik denk dat het in werkelijkheid is:

Happy Feet is een animatiefilm, die gaat over pinguins. Dat betekent dat die pinguins niet echt zijn, maar door de computer nagebootst.

Het journaal laat filmpjes en verhalen zien van echt gebeurde dingen, in de echte wereld.

Bovenstaande twee stellingen lijken allebei onomstotelijk waar te zijn. Nu heb ik pas Happy Feet gezien en ik vond die pinguins akelig realistisch. Ze konden wel praten. En dat is vreemd voor pinguins, geef ik toe. En de hoofdpinguin in de film kon tapdansen (of is het tapdancen?).
Die hoofdpinguin zwemt in de film de halve wereld over om de mensen te waarschuwen dat het niet goed gaat met het leefgebied van de pinguins. Ja, duh, dat doen alleen animatiepinguins, dacht ik nog toen.

Het journaal heeft een filmpje over een pinguin die de halve wereld is overgezwommen, zonder duidelijk doel of reden. Kijk maar. Hij is in de war, zeggen ze.

Dat is ook een filmpje, net als Happy Feet. Maar het journaal bericht alleen over dingen die echt waar zijn, toch?
Ik ben er opeens niet meer zo zeker van. Ze moeten in ieder geval maar eens goed in de gaten houden of die pinguin niet gaat tapdansen. Die van het journaal.

Spelen

Hoe kunnen ze het nu eigenlijk "spelen" noemen. Toneel, bedoel ik. Urenlang geconcentreerd tekst stampen. Emoties naar boven zien te halen, waar je op dat moment eigenlijk helemaal geen behoefte aan hebt. Het gedrag vertonen van mensen waar je een hekel aan hebt, ja die je zelfs verafschuwt. Blindelings aanwijzingen opvolgen van iemand die de totale en absolute macht over jouw handelingen, spraak en emoties opeist. En dat allemaal in interactie met een groep mensen die aan dezelfde beproeving blootstaat. Noem dat maar "spelen".

Het grote voordeel ten opzichte van het echte leven is dat je precies weet wat er gaat gebeuren. Wanneer in het echte leven iemand binnen je 1 meter cirkel komt, wordt het zoenen of slaan. Het kan alle kanten opgaan als je iemand tegenkomt in een nauw steegje. Maar niet in een toneelstuk. Je kijkt gewoon in het script en je weet het. Sterker nog, je had al in het script gekeken, want je wilde je niet de eeuwige toorn van de regisseur en de hoon van je medespelers op de hals halen.

Waarom is het dan toch zo leuk. Ik weet het wel. Het is zo leuk, omdat je iemand anders kan zijn. Alles wat Anton zegt, zegt B& niet en dus hoeft B& er ook geen verantonwoording voor af te leggen. En een klootzak dat die Anton is... Heerlijk.

Nog een paar dagen en dan is het zo ver. Dan gaan we op de planken, oogsten waar we al die maanden voor hebben gewerkt. Spanning, spotlicht, applaus, opluchting, leegte.

En daarna drank. Want zo gaat dat bij acteurs.

Paris

Ik kende de combinatie van woorden als de aanduiding van een hotel, maar inmiddels is Paris Hilton bij de meeste mensen meer bekend als.. ja, als wat eigenlijk? Ik heb geen idee wat deze troela gedaan heeft om zo bekend te worden dat zelfs ik over haar ga bloggen. Ongetwijfeld heeft ze het bed gedeeld met een rijke oude man of is ze gescheiden geweest van een jonge rijke filmster of heeft ze haar lippen net zo groot als haar borsten laten maken of andersom.

Maar dat boeit me niet. Ik neem de moeite om de naam van dat hotel in mijn blog te vermelden, omdat deze dame zich werkelijk onsterfelijk idioot belachelijk heeft gemaakt. En met haar ook de hele schrijvende pers (nu dus inclusief mijzelf) die vervolgens over die dame heeft geschreven.

Nu is deze dame geen tante Miep van de overkant. Er werd al over haar geschreven en dat heb ik redelijk weten te vermijden. Maar nu was het zelfs de nieuwsbrief over internet ontwikkelingen die over haar berichtte!!
Voor wie het niet gevolgd heeft: mevrouw Hilton heeft iets gedaan dat niet mag met de auto en moest haar rijbewijs inleveren. Dat is duidelijk, lijkt mij. Je levert dat ding in waarmee je aantoont dat je mag autorijden en dat mag dus niet meer.
Nu was ze toch achter het stuur gekropen, zonder rijbewijs. Vervolgens gesnapt, omdat ze zich weer niet aan de regels hield (iets met parkeren ofzo). En toen oordeelde de rechter dat ze 45 dagen moest brommen. De bromvariant achter tralies, niet die op een scooter.

De criminele dame in kwestie vond dit allemaal hoogst oneerlijk. Bovendien waren de regels onduidelijk, want haar manager had gezegd dat je best auto mocht rijden zonder rijbewijs. Tuurlijk meid! Hiermee toont ze zo'n gebrek aan ook maar het kleinste beetje wereldwijsheid, dat ik vind dat die 45 dagen cel haar inderdaad kwijtgescholden moeten worden. En vervolgens hoop ik dat er ergens een instelling te vinden is waar ze de rest van haar leven op een ommuurde binnenplaats kan doorbrengen, tot ze klaar is om de harde realiteit van het leven onder ogen te zien.

Maar waarom nu bracht mijn internetnieuwsbrief mij deze wederwaardigheden? Omdat deze mevrouw (ik neem aan haar manager) een website in het leven heeft geroepen waarop medestanders hun handtekening kwijt kunnen. En een kleine bijdrage voor het onderhoud van de website.
Zo'n website maken en onderhouden kost ongeveer 500 euro. Ik gok dat ze die er zeker al honderd keer uit heeft.

Zou ze dan misschien toch niet zo dom....?

Zitten

Ik zit op een stoel. Dat kan, want je kunt ergens op zitten. Je kunt ook opzitten. Dat doen honden, voornamelijk. Maar als je nog even op blijft zitten, hoef je weer niet persé een hond te zijn.

Maar behalve op een stoel kun je ook op je billen zitten. Dat lijkt hetzelfde, maar dat is het niet. En op je knieën kun je ook zitten, hoe fysiek onmogelijk dat ook mag lijken. En je kunt zelfs op niet bestaande lichaamsdelen zitten, zoals hurken.

Tenslotte kun je ergens op zitten zonder te zitten. Bijvoorbeeld op voetbal, waar je zelden zit, maar meestal loopt te rennen. Of op judo of dansles. En op school, daar zit je dan weer wel vooral te zitten, maar zelden op de school.

Je kunt op je geld zitten en op zwart zaad. Op hete kolen, wat me niet fijn lijkt, tenzij je van Tjakka houdt, misschien. Maar ook op rozen, wat leuk schijnt te zijn, maar mij niet zo erg aantrekt en ik bovendien niet sympathiek vind voor de rozen.

En dit wil ik de komende jaren aan een computer gaan uitleggen. Je zal er maar mee zitten.

Oud

Sommige sites zijn leuk. Zeker als je een goeie foto van jezelf hebt. Kijk in dat geval maar eens op http://morph.cs.st-andrews.ac.uk/Transformer

Zolang je het resultaat niet te serieus neemt, is het een bron van vermaak. Maar pas op, het resultaat kan zo dicht de werkelijkheid benaderen dat het spooky (geestig??) wordt.
In een vlaag van opperste eerlijkheid ga ik u hieronder onthullen hoe u mij over een jaar of twintig zult herkennen. Vooropgesteld dat ik niet heel hard ergens tegenaan loop of -beter nog- een enkele reis "make-me-beautiful" win of -nog beter nog- een heftige relatie krijg met een vrouwelijke plastisch chirurg (bestaan die eigenlijk wel??).


Naast opa B& (hij is een beetje moe, ziet u) mijn Zambiaanse en Chinese alter ego. Die krijg je vanzelf als je een paar maanden in een ander land woont. Fijn dat ik ze eens aan jullie kan tonen.

Voor wie erg schrikt: het schijnt dat de stichting correlatie nog steeds trouw haar werk doet. Het telefoonnummer is vast wel ergens op internet te vinden.

Vakantie

Een enkeling verzet zich er tegen, maar de meeste van ons moeten er over twee maanden weer aan geloven. Ik ken iemand die tegen de vakantietijd zelfs licht in paniek raakt. Niet uit angst voor het onbekende, maar uit onzekerheid of de geplande vakantie wel leuk genoeg is, zodat je er zonder imagoschade over kunt praten als je terug bent.
Voor dergelijke mensen lijken me schijnvakanties wel een oplossing. Je geeft je vakantiebestemming op en stuurt een paar foto's van jezelf en je krijgt keurig een reisverslag, inclusief handig gemonteerde foto's waarop je de pyramide aan het beklimmen bent of van de Victoria Falls aan het raften. Je kunt lekker thuis blijven en hebt toch een mooi verhaal.

Maar, ijdel als we zijn, toch doen we het daar meestal niet voor. Over het algemeen dient de drang tot verplaatsing van ons stoffelijk omhulsel (en alle bijbehorende kleren, huizen, meubels enzovoort) voor het opdoen van nieuwe ervaringen. Het lijkt nogal een soesah, de verplaatsing van al die lichamen en spullen over duizenden kilometers, alleen om je zintuigen op een andere manier te prikkelen. En die zintuiglijke prikkeling, laten we wel wezen, stelt niet zo heel veel voor. Een boel kleur en beweging, wat gevoel van warmte en kou, wat geluid, al heel veel minder smaak en een beetje aanraking. En dat wordt uiteindelijk omgezet in wat electrische signalen naar de hersenen.

Zouden we de klimaatverandering nu geen enorme dienst kunnen bewijzen door lekker thuis te blijven en onze zintuigen precies zo te prikkelen als de jungle in Borneo zou doen? Dan ontwerpen we het zo dat je ook nog kunt kiezen of je de achterkant van de medaille wilt ervaren: insectenbeten, vermoeidheid, overactieve darmen, gekookte aap.

Als we zo'n systeem zouden kunnen perfectioneren, zouden we dan het verschil nog merken tussen een echte ervaring en een schijnervaring. Dat is grappig, want als je het verschil niet meer merkt, waarom zou het dan nog een "schijn" ervaring zijn?

En waarom zou je zoiets beperken tot vakantie ervaringen? Leven vanuit je luie stoel, zonder al die verplaatsingen. En die benen evolueren er vanzelf vanaf.

Ik weet het niet

Ik heb al eens eerder geschreven dat ik een grappig hoofd heb. Vooral van binnen, over de buitenkant kan ik zelf niet zo goed oordelen.

Mijn grappige hoofd doet erg z'n best om dingen die overdrachtelijk bedoeld zijn toch letterlijk te nemen. Een voorbeeld: Ik vraag aan mijn dochter hoe die jongen heet waar ze onderweg gedag tegen zei. "Ik weet het niet" is het antwoord. Mijn graphoofd antwoordt dan: "Wat een vreemde namen hebben die kinderen tegenwoordig toch".

Mijn kinderen worden tot knarsetandende razernij gedreven door deze mislukte vorm van grappigheid, wat ik me goed kan voorstellen.

De directe aanleiding voor dit stukje gebeurde zojuist. Ik vroeg diezelfde dochter om een woord, waarop ik dan een blogje zou schrijven naar aanleiding van dat woord. Ze zei daarop eerst "Euh", waarop ik verklaarde dat ik dat te moeilijk vond om een stukje over te schrijven. Daarna zei ze "Ik weet het niet", waarop ik alweer heel gevat zei dat ik niet wist wat ik zou moeten schrijven over "Ik weet het niet".

Op dat moment kromden mijn eigen tenen zich.

Via deze openbare boetedoening hoop ik voor eens en voor altijd mijn graphoofd het zwijgen op te leggen. Ik verklaar hierbij plechtig dat ik nooit meer dingen expres verkeerd ga begrijpen uit grappige overwegingen.

Als het nu nog niet lukt, dan weet ik het ook niet meer.

Kuilgras

Soms ruik ik het, als ik de stad ontvlucht en tussen de boerderijen door fiets. De zurige muffe lucht van kuilgras. Vroeger werd dat echt in een kuil bewaard. Later onder een zeil met een heleboel autobanden erop, om het luchtdicht af te sluiten. En tegenwoordig in van die machinaal opgerolde zwarte plastic schijven.

Als ik het ruik, ben ik 30 jaar terug in de tijd, op de boerderij van de oom van Theo, in Bleskensgraaf. Theo kwam uit Australië en dat kon je aan heel de familie horen, want ze spraken Nederlands met een dik accent. Maar z'n ouders waren Nederlands. Re-emigranten waren het, maar dat interesseerde me niet zo veel. Theo was 9 en ik pas 8 en hij wist veeeel meer over sex dan ik. Het ruwe Australische buitenleven, waarschijnlijk. Bovendien heette hij Blöte. En op die leeftijd kon ik nog niet zo veel met puntjes op een "o". Als je Blote heet, dan moet je ook veel over sex weten, natuurlijk. Noblesse oblige.

Theo had een boerenoom in Bleskensgraaf en die gingen we opzoeken op een mooie dag. Op de fiets de polder in, mild verdwalen en enthousiast ontvangen worden. Een beetje rondgekeken op de boerderij. Machtig om niet weggejaagd te worden. En toen moest het kuilgras opgehaald. Wist ik veel.

We reden heen op de lege platte wagen, achter de trekker. Hard gewerkt met het opladen van het stinkende gras, natuurlijk. Als beloning mochten we op de terugweg boven op de hoog opgetaste berg gras zitten. De trekker trok de hobbelende berg over het onverharde pad en het leven was goed. Tot de boel begon te schuiven. Oom Boer had niets in de gaten en er was ook niet veel waar je je aan vast kon houden. Ja, de berg gras, maar die was hard op weg naar beneden.

Ik won. Als eerste raakte ik de grond, daarna kwam het gras en daarna Theo. Maar die laatste voelde ik nauwelijks meer. Het heeft even geduurd voor ik aan mijn been (met kaplaars) tussen het gras werd uitgesleurd. Het was benauwd en het stonk. Net als ik, ook nog toen ik na een lange en vermoeiende fietstocht weer thuis was.

Mooi toch, dat je door zo'n ervaring dertig jaar later een tijdreis kunt maken. Zomaar, door kuilgras te ruiken.

Reiger


De maan kwam vanavond reuzegroot en rood op. Hij hing net boven de horizon toen ik hem zag, enorm vol te wezen.
Er zat (eigenlijk "stond") vanavond een reiger op de reling langs de Leidseweg. In het donker. Dat is raar, want hij was duidelijk veel te groot en de reling te hoog. Reigers moeten ergens door een slootje ploegen of roerloos staan te staan op een plaats waar ze met een sierlijke nekbeweging een visje kunnen verschalken.
- Even een zijstraatje: zijn er behalve visjes nog andere dingen die verschalkt worden? Ik denk van niet. -
Deze reiger zat op een reling, minstens twee meter boven het water, in de stad. Daar horen meeuwen of duiven of spreeuwen. Misschien dacht hij een meeuw te zijn.

Het zien van die reiger is aanleiding om mijn oude hobby weer eens af te stoffen. Ik zoek mensen die met mij een cultuurgoed willen beschermen en strijden tegen het verval in het straatbeeld. Deze reiger was een typisch voorbeeld van de dreiging van de reiger. Het gaat zo goed met de reiger, dat een typisch Nederlands verschijnsel volledig uit het straatbeeld dreigt te verdwijnen.

De plastic reiger.

Jarenlang heeft hij ons de reigerschaarste laten vergeten en stond hij, naast zijn vriend de vissende tuinkabouter, in menig voortuin naast het ingegraven afwasteiltje acte de presence te geven. Maar jaar na jaar is de levende reiger zo onbeschaamd in z'n voortplantingsdrift geweest, dat de plastic reiger afgedankt is.
Daarom roep ik u op tot het inzenden van foto's van plastic reigers, die ik op dit weblog dan zal eren om jaren van trouwe dienst, in stilte.
Mochten er voldoende vrijwilligers zijn om een bestuur te vullen, dan wil ik zo ver gaan om de VTBVDPR op te richten. U kunt het acroniem zelf aanvullen, neem ik aan. Via subsidie en een sterke lobby zullen we ervoor zorgen dat er iets aan gedaan wordt. Want het kan zo echt niet langer.

Ik reken op uw steun.

Kaartje

J, waarover ik al eerder schreef, heeft nog steeds kanker. Nog erger dan in februari en de artsen hebben hem verteld dat ze niet veel meer voor hem kunnen doen.

Vandaag gaat hij trouwen. Volgens de statistieken zal hij nog een paar maanden van zijn nieuwe vrouw kunnen genieten, voor hij dood gaat. Dat is bizar om te bedenken.
Sowieso is het bizar dat hij zo ziek is. Je ziet het alleen aan z'n kale kop en dat is van de "medicijnen". Hij is wel nog wat magerder dan dat hij altijd was.
Sowieso is het ook bizar dat hij gaat trouwen. Hij was altijd de man die zich niet langer dan een paar maanden kon binden. Met uitzicht op de ultieme ontbinding gaat hij zich nu dan toch voor eeuwig binden. Tot de dood ons scheidt.

Het gevoel dat J morgen moet hebben is te groot voor mijn bevatting. Gelukkig zijn er ook altijd kleinere moeilijkheden om op te lossen. Er ging een kaart rond, waarop de vrienden van J hun gelukwensen bijeenkrabbelden. Ik heb vijf minuten naar die kaart zitten kijken, maar er kwam niets. Wat kun je twee mensen wensen die zich voor eeuwig aan elkaar gaan binden, terwijl je weet dat die eeuwigheid zo kort zal zijn. Je kunt er gewoon aan voorbij gaan en ze "veel geluk" toewensen. Maar om recht te doen aan de ingewikkelde situatie heb je minstens een hele kaart in je eentje nodig.

Lief bruidspaar, ik weet niet wat ik precies op het kaartje ga zetten straks. Maar vanaf deze plaats wens ik jullie intens gevoel, kracht, troost en veel liefde om de moeilijke dagen te kunnen delen die er aan komen. Ik hoop dat die dagen soms ook vrolijk, zonnig en warm zullen zijn, met veel kleuren en dat het precies zo veel dagen zijn als jullie aankunnen.