China in 1989 (2)

Door het donkere Chengdu lopen we, met geen duidelijker doel voor ogen dan de sfeer proeven. We passeren een steegje waaruit muziek opklinkt. Nieuwsgierig geworden proberen we wat dichterbij te schuifelen, want dit zou wel eens een spontane uitvoering van de Sichuan opera kunnen zijn. Alles wijst erop: de oude mannen en vrouwen, die de belangrijkste instrumenten en zangstemmen voor hun rekening nemen, geen kostuums, het informele sfeertje, als een toevallige ontmoeting van wat buren. Ik ben nog steeds niet helemaal gewend aan de vreemde klanken en de hoge uithalen van de zangers, schijnbaar in disharmonie, maar ik ben blij met de onverwachte ontmoeting met deze mensen.
Jammer dat het onmogelijk is om anoniem te verdwijnen in de menigte wanneer je een kop boven iedereen uitsteekt en op die kop blond haar zit. Al snel worden we opgemerkt door de ceremoniemeester en zijn vrouw en wordt ons een zitplaats aangeboden. We schuiven ietwat onbeholpen tussen de mensen door naar twee klaar staande stoelen die direkt uitzicht bieden op een tafel die veel weg heeft van een altaar. In het midden is een portretfoto opgesteld van een man. Aan weerszijden daarvan bloemen. Ik krijg het onbehaaglijke gevoel dat we midden in een begrafenisplechtigheid terecht zijn gekomen. Aan de aanwezigen is niets af te lezen, maar dat zegt niet alles. Mensen in China lopen niet met hun gevoelens te koop, dat hadden we al eerder gemerkt.
We krijgen keurig thee, snoepjes en glimlachen geserveerd, die we beklemd maar dankbaar aanvaarden. Hoe kan ik deze mensen respect tonen, mijn medeleven duidelijk maken of zelfs maar vragen wie de overledene was? De taalbarrière is op dit moment hoger dan de Chinese muur.

Geen opmerkingen: