Waarneming en fantasie
Ik ben nu al een tijdje aan het studeren. Daardoor heb ik de afgelopen drie jaar nagedacht over allerlei dingen die erg vanzelfsprekend zijn voor mensen en de vanzelfsprekendheid gaat er dan wel een beetje af. Als je je bedenkt wat er allemaal nodig is voor het lezen van deze tekst en vervolgens begrijpen wat er staat, is het een wonder dat wij (de schrijver en de lezer) op deze manier kunnen communiceren.
De conclusies die getrokken worden bij het doen van onderzoek zijn gebaseerd op waarnemingen. Waarnemingen doen betekent dat we onze zintuigen (vooral ogen en oren) gebruiken om informatie naar binnen te halen. Die informatie komt dan in ons brein terecht en wordt daar netjes van labeltjes voorzien en in laatjes gestopt. En ons brein zit zo in elkaar dat we op grond van die informatie dingen kunnen voorspellen. Als ik 238 witte zwanen heb gezien, denk ik dat iedere zwaan die ik daarna zal zien ook wit is.
Veel wetenschap wordt op die manier uitgeoefend. Daar heb je een brein voor nodig dat goed labeltjes kan plakken en in laatjes kan stoppen. Een heel methodologisch brein, dat zich aan de regeltjes houdt. Als een appel van een boom valt, geldt een regel die voorspelt dat die appel met een bepaalde snelheid op de grond komt en meestal houden appels zich aan dergelijke regels, net als vliegtuigen en raketten en kogels en bommen (helaas). En dat is wat ik zie als "bewust nadenken". Je neemt dingen waar en laat er dan de regeltjes op los: een grote witte vogel op het water is dus een zwaan.
Maar wat nu als appels opeens met een boogje van bomen gaan vallen. Dan kloppen onze regeltjes niet meer. Die regeltjes horen namelijk te beschrijven wat er in werkelijkheid gebeurt en appels zijn heel erg werkelijkheid. Om dat op te lossen heb je een ander soort brein nodig. Een brein dat creatief is. Creativiteit is dus heel belangrijk bij wetenschap. Maar wat is creativiteit nu eigenlijk precies? Het is niet de bestaande regeltjes toepassen, want die klopten nu juist niet meer. Het heeft met fantasie te maken: je dingen voorstellen die er niet zijn. Dat is niet anders in wetenschap dan in kunst.
Wat ik nu zo bijzonder vind aan fantasie is dat het toch moet werken met die dingen waar je een labeltje op heb geplakt en die je in laatjes hebt gestopt. Iets anders is er niet in je hoofd. Maar het voelt wel alsof het iets heel nieuws is, iets wat je zelf nog niet wist. Dus denk ik dat onze ladenkast heel groot is, veel groter dan dat deel waar we dagelijks mee bezig zijn. En soms, als het rustig is in de bovenkamer, op de fiets of tijdens een wandeling of op de WC of met precies de goede hoeveelheid alcohol in je bloed, gaan er opeens laatjes open die je nog niet kende en waarmee je prachtige nieuwe inzichten krijgt of mooie dingen kan maken. Je had het al wel in je hoofd, maar je wist het niet en opeens komt het in het spotlicht van je bewustzijn terecht. Dat zijn momenten waarop ik me gelukkig voel.
Intuïtie is volgens mij net zoiets. Dat is iets dat je weet, maar je weet niet waarom je het weet. Alsof er niet alleen laatjes zijn opengegaan, maar er ook nog een conclusie uit is getrokken, allemaal in het onbewuste deel van je brein. En alleen die conclusie komt in het spotlicht. Het vervelende is dat je dan niet uit kunt leggen hoe je aan die conclusie komt en daarin zijn mensen (met name mannen) nogal onvergeeflijk.
Fantasie en intuïtie zijn ondergewaardeerd in wetenschap. Maar daar gaat dit stukje verandering in brengen. Ik voel het.
4 opmerkingen:
Wat een fijn herkenbaar stukje. Waar ik me als onderzoeker licht aan kan storen, is dat er zo ongenuanceerd met resultaten wordt omgegaan. De meest kromme conclusies worden er getrokken door mensen die net niet genoeg van het onderzoek weten. Vaak is een onderzoek niet meer dan een onderbouwing van hetgeen we al wisten. Of dachten te weten. Dus als je dan blij je resultaten komt presenteren, wordt er vaak geroepen: "Oh dat. Ja. Dat wisten we allang!"...
Ik word hier altijd een beetje moedeloos van. Wanneer je in dit soort onderwerpen geinteresseerd bent, verdiep je dan ook daadwerkelijk in de literatuur die hier over bestaat voordat je van die rare dingen zegt zoals:
"Fantasie en intuïtie zijn ondergewaardeerd in wetenschap. Maar daar gaat dit stukje verandering in brengen. Ik voel het."
Dit is werkelijk waar totale nonsens. Waar baseer je op dat fantasie en intuitie ondergewaardeerd zijn in de wetenschap? Stond dat niet in het ene hoofdstuk dat je over dit onderwerp hebt gelezen?
Joepie, ik word serieus genomen. Wel jammer dat iemand er anoniem moedeloos van wordt.
In mijn studieboek over de geschiedsfilosofie staat een mooie cartoon. In een collegezaal staat op het schoolbord een verschrikkelijk moeilijke wiskundesom, met wortels, machtsverheffingen, haakjes en al dat soort dingen waar ik vroeger al niets begreep. Vlak voor het ontegenzeggenlijk briljante en juiste antwoord staat, netjes tussen vierkante haakjes [then a miracle happens].
De mystiek van de wiskunde.
Een reactie posten