Olifantje

Er was eens een olifant. Het was een sterke stier (want zo heten mannetjes als ze olifant zijn), in de kracht van z'n leven. Hij had zo het nodige beleefd in de voorbije jaren: een leuke vrouw gevonden, kinderen gekregen, op zwerftocht geweest, gevochten om het leiderschap met andere ambitieuze olifanten en nu was hij op z'n top. Hij werd gerespecteerd alom en genoot aanzien.
Maar echt genieten van het aanzien kon de olifant niet. Het leven was eigenlijk wel saai met al dat respect en die vormelijkheid om hem heen. Hij kon met plezier kijken naar de jonge olifantjes, die speelden en renden en iedere dag leerden wat de wereld te bieden had.

De olifant nam toen een Besluit. Hij legde het leiderschap naast zich neer en verliet de kudde. In z'n eentje dwaalde hij rond, op zoek naar wat nu echt de moeite waard was in het leven. En zo kwam hij terecht in een groep olifantjes die met jonge en nieuwe ogen naar de wereld keken, zoals hij had gedaan toen hij ook een olifantje was.
De olifant dacht dat dat was wat hem gelukkig zou maken: met nieuwe ogen kijken naar de wereld, en hij vroeg of hij met de olifantjes mee kon doen. Die keken wel een beetje raar, want moest zo'n ouwe olifant niet heel andere dingen doen dan met hun meehuppelen? Maar omdat het blije olifantjes waren, mocht hij meedoen.

De oude olifant bleef jaren bij de kleintjes, die steeds groter werden. Hij had plezier en voelde zich gelukkig en zag iedere dag nieuwe dingen, die hij vroeger niet echt had gezien. Maar soms kwam hij andere olifanten uit de kudde tegen, die hem wezen op z'n Taken en Verantwoordelijkheden en die hem vroegen of het nu wel zo hoorde, dat hij daar tussen de kleine olifantjes rondliep. Dat bracht de olifant aan het twijfelen.

Op een dag gingen ze huppelen. De grote olifant huppelde dapper mee, maar hij kon niet meer zo goed blij zijn met het huppelen als anders. Zo kwam het dat hij achteraan de groep terecht kwam en uiteindelijk aan het sjokken was. De kleintjes waren al uit zicht en hij verzonk in diep gepeins of hij niet terug moest naar de kudde en z'n Taken en Verantwoordelijkheden op moest pakken.
Tot hij een klein slurfje voelde om z'n voorpoot. Het was één van de kleine olifantjes, die hem vroeg waar hij nu was en dat ze hem misten en waarom hij niet meehuppelde.

Vanaf die dag huppelde de olifant weer vrolijk mee. En wat de andere grote olifanten er van dachten? Dat voelde hij wel, maar hij zat er niet mee.

Geen opmerkingen: