Statistiek

Dat statistiek moeilijk blijft, wordt treffend geïllustreerd door dit berichtje in het Algemeen Dagblad op internet.

Een op de negen leraren in het voortgezet onderwijs heeft in de klas nog nooit een computer gebruikt. Dit blijkt uit de gisteren verschenen Vier in Balans Monitor 2007 van Kennisnet Ict op school.
In het basisonderwijs lijkt de computer wel onmisbaar, want daar zit slechts 10 procent van de leraren op school nooit achter het scherm.


OK, 1 op 9 dat is volgens mijn rekenmachine 11%. Wanneer 10% de computer niet gebruikt (basisonderwijs) lijkt de computer "wel onmisbaar". Bij 11% op eens niet meer? Dat komt waarschijnlijk doordat je bij "1 op 9" een rijtje met 9 docenten voor je geestesoog ziet, waarvan er ééntje een rood hoofd van schaamte heeft, vanwege digibetisme.
De aanduiding "10%" levert (voor mijn geestesoog) een marktplein vol met mensen op, vanuit de kerktoren bezien, waarvan een groepje een rood petje op heeft. Ach ja, ieder mens heeft het recht om op zijn volledig eigen wijze gestoord te zijn.

Tien procent is voor mij onpersoonlijker en lijkt daardoor al minder dan 1 op 9. Bij 1 op 10 gaat het niet op, want dat zit er zo duidelijk ingestampt als 10%. Maar even een testje voor het gevoel. Wat is méér (zonder te rekenen):

- 1 op 12 of 9 procent
- 2 op 7 of 25 procent
- 3 op 11 of 30 procent
- 5 op 17 of 25 procent

Geen opmerkingen: